Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1923/GA, 28 oktober 2005, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1923/GA

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, waarbij klager geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de verlenging d.d. 22 februari 2005 van de ontzegging van bezoek en ontzegging van telefooncontact met [...]., op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Er kleeft een motiveringsgebrek aan de uitspraak nu deze niet nader is gemotiveerd. De weigering van het bezoek en het telefooncontact betrof een lange
periode. De verzoeken van klager werden meestal zonder nadere precisering afgewezen. Reden voor de beklagcommissie en de beroepscommissie om beklagen en beroepen veelvuldig te honoreren. Verwezen wordt ook naar 04/3034/GA, 04/2431/GA, 03/2225/GA en
01/231/GA. Het stelselmatig weigeren heeft diep ingegrepen in het persoonlijk leven van klager, die nota bene in deze periode afgezonderd was en afhankelijk was van de spaarzame contacten, die hij met de buitenwereld zou hebben. Het is volstrekt
onredelijk om hem thans geen tegemoetkoming toe te kennen voor het hem aangedane leed, gezien het ingrijpende karakter dat deze beslissingen met zich meebracht.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van
de
desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming in dit geval niet juist is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en, gelet op de omstandigheden van het geval, zal de beroepscommissie aan klager een
tegemoetkoming toekennen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 oktober 2005

secretaris voorzitter

Naar boven