Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1288/GA, 23 augustus 2005, beroep
Uitspraakdatum:23-08-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

behandeling te nemen, naar aanleiding van een positieve urinecontrole.

 

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Indien een gedetineerde een verzoek doet voor deelname aan een p.p. met e.t., is het niet aan de directeur om te bepalen of dat verzoek al dan niet in behandeling wordt genomen. Hij heeft de verplichting om de selectieprocedure in gang te zetten. De
beslissing over die selectie ligt immers niet bij de directeur maar bij de selectiefunctionaris. Klager heeft bij het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) een verzoek ingediend. De directeur moet dan een advies geven, waarop de
selectiefunctionaris beslist. De directeur had daarom niet mogen weigeren om dat verzoek in behandeling te nemen.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een verzoek gedaan voor deelname aan een p.p. De directeur weet niet of dat verzoek schriftelijk is gedaan. Voor de directeur staat vast dat dit in ieder geval mondeling is gedaan. Het verzoek is in het detentieberaad besproken. Omdat het
verzoek bij voorbaat kansloos was, is besloten geen selectievoorstel te laten uitgaan aan de selectiefunctionaris.

3. De beoordeling
Vast is komen te staan dat klager een verzoek heeft gedaan aan het BSD van de locatie Alphen aan den Rijn tot herselectie voor deelname aan een p.p. met e.t. Het BSD heeft, nu klager volgens de criteria van het drugsontmoedigingsbeleid (nog) niet in
aanmerking zou komen voor deelname aan een p.p., dat verzoek niet in behandeling genomen.
Dat niet in behandeling nemen, hetgeen aan de directeur kan worden toegerekend, kan worden gelijkgesteld met een weigering om te beslissen op een verzoek van een gedetineerde. Tegen een weigering als de onderhavige staat op grond van het bepaalde in
artikel 60, tweede lid, van de Pbw, beklag open bij de beklagcommissie. De beslissing van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en klager moet alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

Ten aanzien van de klacht geldt het volgende. Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pbw, heeft de gedetineerde het recht bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen, strekkende tot:
a. plaatsing in dan wel overplaatsing naar een bepaalde inrichting of afdeling;
b. deelname aan een penitentiair programma.
Het door klager aan het BSD van de locatie Alphen aan den Rijn gedane verzoek tot herselectie voor deelname aan een p.p. met e.t. moet worden geacht te zijn gericht aan de selectiefunctionaris. Volgens de wettelijke regeling is het de taak van de
selectiefunctionaris om een dergelijk verzoek in behandeling te nemen. Het is de beroepscommissie ambtshalve bekend dat de selectiefunctionaris bij een dergelijk verzoek altijd advies van het BSD inwint. De beroepscommissie heeft reeds eerder (in haar
uitspraak met nummer A 99/677/GA, d.d. 9 december 1999) vastgesteld dat het BSD verzoeken als het onderhavige daarom altijd aan de selectiefunctionaris moet doen toekomen. Nu zulks in het onderhavige geval niet is gebeurd, moet het beklag alsnog
gegrond
worden verklaard.
Omdat klager, gelet op de daarvoor geldende criteria, toen in beginsel niet in aanmerking zou komen voor deelname aan een p.p. (al dan niet met e.t.) acht de beroepscommissie thans geen termen aanwezig voor het vaststellen van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij stelt vast dat er geen termen zijn voor de vaststelling van een tegemoetkoming.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, L. Diepenhorst en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 augustus 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven