Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0834/GB, 27 juni 2005, beroep
Uitspraakdatum:27-06-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/834/GB

Betreft: [klager] datum: 27 juni 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 april 2005 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te over te plaatsen naar de gevangenis Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 oktober 2000 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Lelystad. Op 14 april 2005 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Alphen aan den Rijn, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager ontkent dat hij een aantal personeelsleden valselijk heeft beschuldigd. De motivering in de beslissing op bezwaar komt hem derhalve als een volslagen verrassing voor. Gelet op de aard van de beschuldiging, die niet nader metbewijsstukken is onderbouwd, verzoekt klager om hem in de gelegenheid te stellen om zijn visie kenbaar te maken op een hoorzitting.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 28 februari 2005 is klager geplaatst in de gevangenis Lelystad. Vrij snel maakte het b.s.d. van de gevangenis Lelystad de selectiefunctionaris erop attent dat klager een eerdere detentie ook in de gevangenis Lelystad heeftverbleven. Door zijn verklaringen en beschuldigingen is een aantal personeelsleden van de gevangenis Lelystad geschorst. Na uitgebreid onderzoek zijn de geschorste personeelsleden inmiddels gerehabiliteerd en weer aan het werk. Hetgebeurde heeft echter grote ‘littekens’ achtergelaten en de nodige emotionele schade aangericht. De betrokken personeelsleden hebben zich bereid verklaard om het wederom te proberen met klager, maar hebben op een gegeven momentaangegeven niet langer overweg te kunnen met de confrontatie met klager en de directie verzocht om klager voor te dragen voor overplaatsing naar een andere inrichting. Het verblijf van klager in de gevangenis Lelystad gerelateerdaan de emoties van de betrokken personeelsleden stond een objectieve bejegening van klager in de weg en om die reden is beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis Alphen aan den Rijn.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te
beslissen en wijst het verzoek van klager om het beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. De gevangenis Alphen aan den Rijn is een gevangenis voor mannen met een
regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Tijdens een eerder verblijf van klager in de gevangenis Lelystad hebben incidenten plaatsgevonden tussen klager en personeelsleden. De betreffende personeelsleden hebben zich bereid verklaard om het nogmaals met klager teproberen, maar omdat dit niet lukte aan de directeur verzocht om klager voor te dragen voor overplaatsing naar een andere gevangenis. Omdat de verstandhouding tussen klager en de betreffende personeelsleden een objectieve bejegeningvan klager in de weg stond, heeft de selectiefunctionaris beslist om klager over te plaatsen naar de gevangenis Alphen aan den Rijn. Gelet op het hiervoor overwogene is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing vande selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.2 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, deze evenmin als onredelijk ofonbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 juni 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven