Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0029/TA, 16 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:16-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/0029/TA

betreft: [klager] datum: 16 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 januari 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de TBS-kliniek De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.C. de Goei om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet dagelijks aanbieden van een halal bereide maaltijd en het ontbreken van keuzemogelijkheden bij de halal maaltijden.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt niet nader toegelicht. Hij heeft tegenover de beklagcommissie - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Hij meent dat er sprake is van een beperking van zijn recht op verstrekking van halal voeding vanwege de kliniek. Klager is moslim. Hij krijgt slechts twee à drie keer per week halal vlees bij de maaltijd. Hij wordt geacht op deoverige dagen het menu voor vegetariërs te gebruiken. Op de dagen waarop er een halal maaltijd op het menu staat heeft hij geen keuzemogelijkheid, dan worden hem niet tevens twee andere halal bereide maaltijden naar keuzeaangeboden. Het menu voor de verpleegden die geen bijzondere voeding wensen of dienen te gebruiken biedt dagelijks wel drie keuzemogelijkheden. Klager wordt aldus ten aanzien van de verstrekking van de maaltijden door de kliniekachtergesteld bij die andere verpleegden. Hij mag wekelijks slechts twee keer door hem zelf gekocht halal vlees klaarmaken.

Het hoofd van de inrichting heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep nader toegelicht als volgt.
Klager voelt zich ten onrechte achtergesteld bij andere verpleegden.
Hij kan elke dag een halal maaltijd bestellen. Per dag biedt het menu aan hem de keuze uit één en regelmatig uit twee halal bereide maaltijden en één of twee vegetarische maaltijden.
Bij de verstrekking van de voeding wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de godsdienst en de levensovertuiging van klager. Naar de mening van de kliniek is voldaan aan de zorgplicht van artikel 42, derde lid, Bvt.

3. De beoordeling
Artikel 42, eerste lid, Bvt, bepaalt onder meer dat het hoofd van de inrichting ervoor zorg draagt dat aan de verpleegden voeding wordt verstrekt.
Artikel 42, derde lid, Bvt, houdt in dat het hoofd van de inrichting ervoor zorg draagt dat bij de verstrekking van voeding zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de godsdienst of de levensovertuiging van de verpleegden.
Op de frequentie van het verstrekken van halal voeding is voorts van toepassing de ministeriële circulaire van 15 maart 2002, kenmerk 5138552/01/DJI.

Waar de inrichting aangeeft welke mogelijkheden klager heeft om halal maaltijden te bestellen, daar bestrijdt klager dat die mogelijkheden daadwerkelijk bestaan.
Aldus wordt niet geklaagd over het betrachten van een zorgplicht waartegen geen beklag openstaat (artikel 56, vierde lid, Bvt) maar over de toepassing van het halal-beleid. Daarover kan worden geklaagd, weshalve de beklagrechterklager had moeten ontvangen in zijn klacht.
Wat betreft de inhoud van de klacht ziet de beroepscommissie in de mededelingen van het hoofd van de inrichting geen basis voor de juistheid van de klacht dat ten aanzien van klager wordt afgeweken van het halal-beleid zoals dit inde inrichting geldt. Aangezien dit halal-beleid niet strijdig is te achten met de in artikel 42, derde lid, Bvt neergelegde zorgplicht, dient de klacht alsnog ongegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag maar verklaart het klaart het beklag ongegrond

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 16 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven