Nummer: 17/291/GB
Betreft: [klager] datum: 21 maart 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 16 januari 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zwolle Zuid 1 afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 15 mei 2014 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens zijn verblijf in de locatie Zwolle Zuid 1 onenigheid gehad met een medegedetineerde. Deze medegedetineerde is reeds geruime tijd overgeplaatst naar een andere inrichting waardoor aan een terugkeer van klager naar deze inrichting
niets meer in de weg staat. Zijn gedrag in de locatie Zwolle Zuid 1was goed, zo blijkt uit het Detentie- & Re integratieplan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager staat vermeld op de GVM-lijst met een verhoogd vlucht/maatschappelijk risicoprofiel. Het Gedetineerde Recherche Informatiepunt heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen klagers overplaatsingsverzoek. De directeur van de locatie Zwolle Zuid 1
heeft evenwel aangegeven dat klager niet welkom is in de inrichting. Klager is vanuit de p.i. Leeuwarden overgeplaatst naar de locatie Zwolle Zuid 1omdat hij in Leeuwarden na een verblijf van twee maanden met psychische klachten weggeplaatst diende te
worden. In de locatie Zwolle Zuid 1 speelde hetzelfde probleem.
Hoewel er thans in de populatie veranderingen zijn, is het niet wenselijk om klager terug te plaatsen naar de locatie Zwolle Zuid 1. Aldaar is klager bedreigd met de dood door een medegedetineerde. Vervolgens is een steekwapen gevonden dat vermoedelijk
bestemd was om klager iets aan te doen. Klager heeft in de locatie Zwolle Zuid 1 op alle reguliere afdelingen verbleven. In de locatie Zwolle Zuid 1is een aantal meerpersoonscellen; klager wordt voor plaatsing in een meerpersoonscel niet geschikt
geacht. Plaatsing in een eenpersoonscel cel kan niet gegarandeerd worden. Het beroep met kenmerk 16/3288/GB tegen de overplaatsing van Zwolle naar Vught is door de beroepscommissie op 16 januari 2017 ongegrond verklaard. De selectiefunctionaris stelt
dat de beslissing niet onredelijk was omdat hiermee getracht is de veiligheid van klager te waarborgen.
4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Er is sprake van bedenkingen en beletsels en klager
heeft die onvoldoende weersproken en zijn verzoek tot overplaatsing onvoldoende onderbouwd. Daarnaast heeft de directeur van de locatie Zwolle Zuid 1 aangegeven dat een verblijf van klager in die inrichting niet wenselijk is gelet op zijn eerdere
verblijf in die inrichting en de bedreigingen die er tijdens dat verblijf jegens klager zijn geuit.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van de Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 21 maart 2017
secretaris voorzitter