Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3757/GB, 31 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:31-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3757/GB

Betreft: [klager] datum: 31 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. O. Saki, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 november 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 27 juni 2015 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 10 november 2016 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat plaatsing van een strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling in een andere inrichting dan in een daarvoor bestemde inrichting niet is uitgesloten en dat daartoe slechts kan worden overgegaan
indien sprake is van uitzonderlijke feiten of omstandigheden. Naar het oordeel van klager is er van dergelijke onderbouwde feiten en omstandigheden sprake. Klager heeft een vertaling van een akte van vestigingsplaats overgelegd waaruit blijkt dat
klagers partner in Istanbul woont. Klagers partner en kinderen reisden zoveel mogelijk met het vliegtuig naar Nederland via Rotterdam The Hague Airport om klager in de locatie De Schie te bezoeken. Klagers partner en kinderen worden door anderen vanaf
het vliegveld naar de inrichting gebracht. In de gevangenis van de p.i. Ter Apel is dit bezoek onmogelijk en zal klager verstoken raken van bezoek nu derden gelet op de grote afstand tussen Rotterdam en Ter Apel het bezoek van klager niet kunnen
begeleiden. Uit het tevens bijgevoegde bericht van een expert kinderontwikkeling en onderwijs te Istanbul volgt dat sprake zal zijn van negatieve effecten op de ontwikkeling van de oudste dochter van klager indien zij geen contact meer kan hebben met
haar vader. Voorts valt te voorzien dat klager niet binnen afzienbare termijn op andere wijze dan het ontvangen van bezoek contact kan hebben met zijn familie, nu, met de huidige stand van zaken, klager op 31 mei 2020 in vrijheid zal worden gesteld.
Klager heeft een afschrift van zijn medische gegevens in de p.i. Ter Apel overgelegd waaruit blijkt dat sprake is van een hoge mate van psychische druk als gevolg van het gemis van zijn vrouw en kinderen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verblijft conform artikel 20, onder b, van de Regeling plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in de gevangenis van de p.i. Ter Apel omdat hij in eerste aanleg is veroordeeld en geen verblijfsrecht heeft in Nederland. De p.i. Ter Apel is de
enige inrichting in Nederland die aangewezen is voor de opvang van strafrechtelijk veroordeelde vreemdelingen. Tijdens klagers verblijf in de p.i.Ter Apel heeft hij tweemaal bezoek gekregen, evenwel niet van zijn vrouw en kinderen. Klager kan wekelijks
een Skype-verbinding met het thuisfront aanvragen. De selectiefunctionaris verwijst naar jurisprudentie van de beroepscommissie RSJ 1 december 2015, 15/2892/GB waarin is opgenomen dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico komen van
de gedetineerde en bezoekproblemen inherent zijn aan detentie. Ook stond in die uitspraak dat de namens klager aangevoerde problemen voor zijn rechtsbijstandverleners en bezoekers om hem in de p.i. Ter Apel te komen bezoek onvoldoende zwaarwegend zijn.
In de p.i. Ter Apel kan klager contact houden met zijn naasten door middel van een Skype-verbinding. De selectiefunctionaris ziet in klagers geval geen redenen om af te wijken van het beleid met betrekking tot veroordeelde strafrechtelijk
vreemdelingen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De p.i. Ter Apel is – als enige inrichting in Nederland- aangewezen als inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde (mannelijke) vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling (hierna te noemen: VRIS-inrichting).
Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Uitgangspunt is dat veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen verblijven in een VRIS-inrichting, tenzij er zwaarwegende omstandigheden zijn om een gedetineerde
niet in een VRIS-inrichting te laten verblijven.

Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie. De namens klager aangevoerde omstandigheden dat zijn familie niet in staat is hem in de p.i. Ter Apel te bezoeken en dat het gebrek aan contact met klager de psychologische toestand van zijn
dochter negatief zou kunnen beïnvloeden, zijn naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende zwaarwegend. De beroepscommissie is het eens met hetgeen de selectiefunctionaris heeft gesteld, namelijk dat klager door middel van een Skype-verbinding
contact met zijn familie kan onderhouden. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van bc. L.Vis-van Alff, secretaris, op 31 januari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven