Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2892/GB, 1 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:01-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2892/GB

Betreft: [klager] datum: 1 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.N. Slijters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 augustus 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 juni 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel. Op 20 juli 2015 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, waar een regime van beperkte gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is in eerste aanleg veroordeeld maar het hoger beroep, bij het gerechtshof in Den Haag, loopt nog. Hij is betrokken bij een omvangrijke strafzaak waarin een groot aantal proceshandelingen nog moet plaatsvinden. Zo moet klager nog aanvullend
gehoord worden door de politie. Daarbij is de afstand
Den Haag – Ter Apel een complicerende factor. Voorts geldt dat een terugkeer naar het land van herkomst de komende jaren nog niet aan de orde zal zijn. Door de eerdergenoemde afstand is het ook voor zijn advocaten moeizaam hem te bezoeken en dit maakt
de voorbereiding van zijn straf- en zijn vreemdelingenzaak nodeloos gecompliceerd. In Ter Apel kan klager geen bezoek ontvangen; sociale contacten heeft hij met name in Rotterdam en voor zijn vrienden is de reisafstand te groot. Ook geldt nog dat
klager, in verband met de omstandigheid dat hij Hiv-positief is, onder behandeling is van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) in Rotterdam. In Ter Apel zal hij geen medische zorg meer kunnen krijgen van zijn eigen arts, terwijl hij daar een groot belang
bij heeft. Klager stelt zich op het standpunt dat plaatsing in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen (een VRIS-inrichting) niet dwingend is voorgeschreven maar dat onder omstandigheden gekozen kan worden voor plaatsing in een
andere inrichting. Nu door klager dergelijke omstandigheden zijn aangevoerd en de selectiefunctionaris niet gemotiveerd is ingegaan op die omstandigheden in zijn beslissing op het bezwaar, is die beslissing onvoldoende gemotiveerd. Het beroep moet
daarom gegrond worden verklaard.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager moet, gelet op zijn status van strafrechtelijk gedetineerde vreemdeling, worden geplaatst in een VRIS-inrichting. Bezoekproblemen, zowel voor zijn advocaat als voor zijn privébezoekers, zijn inherent aan het feit dat enkel de gevangenis van de
p.i. Ter Apel als gevangenis met een VRIS-bestemming is aangewezen. Indien en voor zover voortzetting van de behandeling in het EMC noodzakelijk zou zijn, kan dit vanuit de p.i. Ter Apel worden geregeld. Het beroep dient daarom ongegrond te worden
verklaard.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Niet in het geding is dat klager is aangemerkt als vreemdeling zonder rechtmatige titel van verblijf en mitsdien in beginsel in aanmerking komt voor plaatsing in een VRIS-inrichting.
De beroepscommissie stelt vast dat de p.i. Ter Apel als enige gevangenis in Nederland voor mannen is aangewezen als VRIS-inrichting. De gevolgen van een vrijheidsstraf komen voor rekening en risico van de veroordeelde en bezoekproblemen zijn inherent
aan het ondergaan van detentie. De door of namens klager aangevoerde problemen voor zijn rechtsbijstandverleners en bezoekers om hem in Ter Apel te komen bezoeken zijn onvoldoende zwaarwegend. De beroepscommissie merkt daarbij op dat klager in de p.i.
Ter Apel door middel van een Skypeverbinding contact kan onderhouden met zijn naasten. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven