Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2654/GA, 8 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2654/GA

betreft: Klager datum: 8 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. van Wijk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 juli 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de urinecontrole van 17 april 2016, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het beroep ziet enkel op het onthouden van een tegemoetkoming aan klager. Klager heeft verlofuren gemist. Ook heeft klager een time-out gekregen.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Klager is op 2 mei 2016 een disciplinaire straf opgelegd. Klager heeft het klaagschrift op 1 mei 2016 ingediend. Klager was derhalve ten
tijde van het indienen van het beklag nog geen straf opgelegd. De directeur heeft op 28 april 2016 de verlofmomenten van 6 mei 2016 tot 8 mei 2016 en 20 mei 2016 tot 22 mei 2016 aangehouden. Uit de nadere informatie die de directeur heeft overgelegd,
blijkt dat op
12 mei 2016 een verlofmoment van 13 mei 2016 tot 15 mei 2016 ter compensatie is toegezegd en het verlofmoment van 20 mei 2016 tot 22 mei 2016 opnieuw is toegezegd. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat klager geen ongemak
heeft ondervonden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 8 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven