Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2514/GA, 8 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2514/GA

betreft: Klager datum: 8 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 juni 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J. van Wijk om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de urinecontrole van 23 maart 2016, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het beroep ziet enkel op het onthouden van een tegemoetkoming aan klager. Klager heeft verlofuren gemist.

De directeur heeft volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Uit de onderliggende stukken wordt voldoende aannemelijk dat klager naar aanleiding van de uitslag van de urinecontrole van 23 maart 2016
geen straf is opgelegd. De directeur heeft op 7 april 2016 de verlofmomenten tot en met 22 mei 2016 aangehouden. Uit de stukken die klagers raadsman in de beroepszaak met kenmerk 16/2654/GA heeft overgelegd, maakt de beroepscommissie ambtshalve op dat
de eerder aangehouden verloven doorgang zullen vinden in verband met de schorsingsuitspraak RSJ 13 april 2016, 16/1185/SGA en dat aan klager verlof van 52 uur ter compensatie is toegekend. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat klager geen
ongemak heeft ondervonden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 8 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven