Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2549/TA, 15 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:15-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2549/TA

betreft: [klager] datum: 15 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 juli 2016 van de beklagcommissie bij de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 oktober 2016, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist, en [...],
plaatsvervangend hoofd van de inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft de duur van de intrekking van klagers transmurale verlof d.d. 25 mei 2016.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager begrijpt dat na een mededeling van een anonieme beller en een melding bijzonder voorval door de inrichting onderzoek moet worden
verricht. Klager kan zich niet verenigen met de duur van de intrekking van het transmuraal verlof. Ook acht hij de gang van zaken omtrent de intrekking onjuist. Hij is niet naar binnen gehaald na het telefoongesprek van de anonieme beller en ook niet
toen al bekend was dat hij de sms-berichten van zijn telefoon had gewist. Pas dagen later is hij naar binnen gehaald zonder dat nieuwe informatie aanwezig was. De inrichting heeft een melding bijzonder voorval gedaan zonder eerst met alle partijen te
praten en het onderzoek af te ronden. Ook daarna, in de update, staan onjuistheden. Aan de ex-vriendin is nooit gevraagd aangifte te doen. De verhalen zijn tegenstrijdig. Klager en zijn ex-vriendin zijn altijd consistent geweest in hun verhalen. De
anonieme beller daarentegen heeft zijn verhaal ingetrokken dan wel bijgesteld. Een langdurige intrekking van het transmurale verlof is niet gerechtvaardigd.. Klager ontkent dat hij fysiek geweld heeft gebruikt. Klager had moeite met de
buitendienst-medewerkster, maar niet omdat hij haar verantwoordelijk houdt voor het intrekken van het transmurale verlof. Zowel het team als de reclassering willen verder met klager.
Klager ontkent dat hij zijn ex-vriendin heeft bedreigd. Klager vindt het vervelend dat dit aspect een welles-nietes-verhaal is geworden. Er zijn geen strafbare feiten gepleegd. Door dit voorval staan de verloven al ruim vier maanden stil. Klager
verwijst naar de evaluatie van de EMDR-therapie en heeft ter zitting stukken overgelegd. Klager probeert volledig in samenwerking te zijn. Klager meent dat het onderzoek binnen drie weken afgerond had kunnen zijn. De intrekking van het transmurale
verlof voor een langere duur is niet proportioneel. Klager begrijpt niet waarom er weer eerst begeleid verlof is aangevraagd. De feiten zijn door klager zelf aangeleverd. In januari zat klager er slecht bij vanwege een issue met zijn ex-vriendin.
Klager heeft haar vastgepakt bij haar schouder, maar is toen weggelopen. De inrichting bekijkt de zaak te negatief.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Van het voorval is een melding gedaan. De inrichting heeft de ex-vriendin niet verzocht aangifte te doen. Er is wel intensief met
haar
gesproken, alsmede met de anonieme beller. De identiteit van de anonieme beller was bij de inrichting bekend, maar deze wilde zelf niet dat dit bekend zou worden. Het incident vormde volgens de inrichting voldoende aanleiding om tot intrekking van het
transmuraal verlof te besluiten. Het voortzetten van het verlof was niet verantwoord. De inrichting twijfelt er niet aan dat klager en de inrichting erg hun best doen om de samenwerking goed te laten verlopen. De verhouding tussen het team en klager
was
echter verstoord door de wisselende verhalen. Er was al eerder in januari veel spanning, die tijdens de EMDR ook aan bod is gekomen. De inrichting wil eerst resultaat zien voordat klager zijn transmuraal verlof kan hervatten. De intrekking is tijdelijk
en niet van rechtswege. De inrichting zal eerst weer een aanvraag voor een verlofmachtiging moeten indienen. De inrichting heeft meer zorgen over het voorval dan klager. Klager heeft zelf aangegeven dat hij zijn ex-vriendin in januari heeft vastgepakt
en gesuggereerd dat het anders had kunnen aflopen. Een snellere hervatting is niet mogelijk. Het verhaal is in de loop van de tijd veranderd. Ook naar aanleiding van het voorval in januari zijn de verloven tijdelijk ingetrokken geweest.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat het hoofd van de inrichting op grond van de bekend
geworden informatie zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat een voortzetting van het transmurale verlof niet verantwoord was. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

De beroepscommissie merkt ten overvloede op dat het incident van eind mei 2016 later op onderdelen genuanceerd kon worden. In dat licht acht de beroepscommissie het wenselijk dat zo snel mogelijk wordt toegewerkt naar een hervatting van het transmuraal
verlof. De beroepscommissie begrijpt uit het standpunt van het hoofd van de inrichting dat de inspanningen van de inrichting hierop zijn gericht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.F. Korvinus en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 15 november 2016

secretaris voorzitter

Naar boven