Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2035/GB, 12 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2035/GB

Betreft: [Klager] datum: 12 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 december 2015 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zoetermeer.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij heeft een verzoek ingediend tot deelname aan een p.p. Het Multidisciplinair Overleg (MDO) van de locatie Zoetermeer heeft positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan
een
p.p., evenals de reclassering en de politie. Hoewel klager na een algemeen verlof op 10 mei 2016 positief scoorde op het gebruik van benzodiazepine, heeft ook de vrijhedencommissie positief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Verwezen wordt
naar RSJ 9 juli 2015, 15/1042/GB, waaruit volgt dat een op zichzelf staande positieve score niet hoeft te leiden tot afwijzing van detentiefasering. Bovendien beschikt klager over huisvesting, nu hij kan inwonen bij zijn broer en diens vriendin.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Na terugkeer van zijn tweede algemeen verlof scoorde klager op 10 mei 2016 positief op het gebruik van benzodiazepine. Ook het herhalingsonderzoek was
positief.
Klager is hiervoor op 24 mei 2016 disciplinair gestraft. Met de afwijzende beslissing op klagers verzoek tot deelname aan een p.p. heeft de selectiefunctionaris conform het drugsontmoedigingsbeleid gehandeld. Ingevolge voornoemd beleid dient
detentiefasering aangehouden te worden bij gebruik van softdrugs, waaronder benzodiazepine.
3.3. Ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. zijn de volgende adviezen uitgebracht. De reclassering meent dat klager voldoet aan alle eisen die aan een p.p. worden gesteld en adviseert derhalve positief ten aanzien van klagers
verzoek. Ook de politie en het MDO hebben een positief advies gegeven. De vrijhedencommissie van de locatie Zoetermeer adviseert – ondanks klagers positieve score op benzodiazepine – eveneens positief. Dit advies is gebaseerd op RSJ 9 juli 2015,
15/1045/GB, waar de vrijhedencommissie in leest dat een op zichzelf staande positieve score niet hoeft te leiden tot afwijzing van fasering.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Klager heeft op 10 mei 2016, na terugkeer van een algemeen verlof, positief gescoord op het gebruik van benzodiazepine. Een door klager verzocht herhalingsonderzoek bevestigde deze uitslag. Op 24 mei 2016 is hij hiervoor disciplinair gestraft
tot vijf dagen opsluiting in een strafcel met cameratoezicht.

4.3. Uit het reclasseringsrapport en het selectieadvies van de directeur van de locatie Zoetermeer komt naar voren dat klager in de inrichting goed functioneert, een positieve houding heeft, voldoet aan de gestelde eisen, sociaal is en goed in de
groep ligt. Klager is gemotiveerd om aan het werk te gaan, zijn schulden aan te pakken en begeleiding en behandeling te aanvaarden. Klagers voorgenomen verblijfplaats bij zijn broer en diens vriendin is geschikt voor toepassing van elektronisch
toezicht. De beroepscommissie constateert evenwel dat het reclasseringsrapport dateert van 1 april 2016. Met de positieve score op de urinecontrole van 10 mei 2016 is hierin derhalve geen rekening gehouden.

4.4. De beroepscommissie overweegt als volgt. Uitgangspunt van het drugsontmoedigingsbeleid is – voor zover hier van belang – dat drugsgebruik immer verboden is en gesanctioneerd zal worden, dat sanctionering persoonsgericht geschiedt en dat
gedetineerden worden gestimuleerd hun verslaving aan te pakken. Ingevolge voornoemd beleid wordt een gedetineerde die positief scoort op het gebruik van softdrugs in beginsel gedegradeerd naar het basisprogramma met als gevolg dat fasering en
gedragsinterventies uitblijven. Met de afwijzing van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. heeft de selectiefunctionaris gehandeld conform het drugsontmoedigingsbeleid. Naar het oordeel van de beroepscommissie is heden niet gebleken van
omstandigheden op grond waarvan de selectiefunctionaris van dit beleid had moeten afwijken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve niet als onredelijk en onbillijk kan worden aangemerkt. Het
beroep zal ongegrond worden verklaard.

4.5. Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat zij er van uitgaat dat de selectiefunctionaris klager – indien hij zijn positieve houding en functioneren blijft voortzetten en positieve scores op het gebruik van drugs voorts uitblijven –op
korte termijn alsnog zal selecteren voor deelname aan een p.p.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 12 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven