nummer: 02/1603/GA
betreft: [klager] datum: 13 januari 2003
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 augustus 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda,
gericht tegen een uitspraak d.d. 24 juli 2002 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Het beroep is behandeld ter zitting van de beroepscommissie van 20 december 2002, gehouden in de p.i. Vught te Vught.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De directeur van het h.v.b. heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verwijdering van de televisie van de cel van klager bij gelegenheid van de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in de eigen cel, terwijl dat niet stond vermeld in debeschikking, houdende de strafoplegging.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en de bestreden beslissing vernietigd voor wat betreft de omschrijving daarvan.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur noch klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht.
3. De beoordeling
In artikel 8.2 van de Huisregels van de penitentiaire inrichtingen Breda, waartoe het h.v.b. De Boschpoort behoort, staat vermeld dat bij het opleggen van een disciplinaire straf van afzondering (de beroepscommissie verstaat datbedoeld is opsluiting) op eigen cel de tv wordt verwijderd. De beslissing tot verwijdering van de televisie behoeft daarom niet afzonderlijk te worden vermeld in de beslissing waarbij de disciplinaire straf wordt opgelegd. Hetberoep is derhalve gegrond. Nu de beslissing van de directeur, rekening houdende met alle in aanmerking komende belangen, niet in strijd is met een wettelijk voorschrift noch onredelijk of onbillijk moet worden geacht, moet beklagalsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. H.B. Greven, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 13 januari 2003
secretaris voorzitter