Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1278/GB, 24 augustus 2017, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                         

Nummer:    17/1278/GB

Betreft:       […]                                                                               datum: 24 augustus 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.H.L.C.M. Kuijpers, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 maart 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
 

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.
 

2. De feiten

Klager is sedert 4 juli 2016 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zwolle Zuid 1. Op 16 maart 2017 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
 

3. De standpunten

3.1 Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wenst geplaatst te worden in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel dan wel op de wachtlijst van de p.i. Krimpen aan den IJssel of een andere gevangenis in de regio Rotterdam. Capaciteit kan geen reden zijn om geen gehoor te geven aan klagers verzoek. De plaats van vestiging is leidend bij de plaatsing van gedetineerden. Klager heeft een pasgeboren kind en zijn vrouw heeft geen rijbewijs, zodat de omgang met zijn vrouw en kind door de plaatsing in Lelystad sterk bemoeilijkt wordt.

3.2  De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Indien geen plaats is in het arrondissement van vestiging, dient een gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst te worden. Er was geen plaats beschikbaar in de regio Rotterdam en de p.i. Lelystad bevindt zich in een aanpalend arrondissement. Uit de bezoekgegevens blijkt dat klager ook in Lelystad bezoek ontvangt, waaronder van zijn vrouw en kind.

 

4. De beoordeling

De gevangenis van de p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
 

Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

 

Ingevolge artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden gedetineerden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst. Indien in het arrondissement van vestiging geen gevangenis is aangewezen of geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. De selectiefunctionaris stelt dat in de gevangenissen in de regio Rotterdam vanwege capaciteitsproblemen op korte termijn geen plaats beschikbaar was. Als gevolg daarvan is klager in de gevangenis van de p.i. Lelystad – gelegen in een aanpalend arrondissement van het arrondissement Rotterdam – geplaatst.

 

De beroepscommissie merkt allereerst op dat het streven naar optimale capaciteitsbenutting niet redengevend is om af te wijken van de Regeling. Het beleid van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is – hoewel begrijpelijk –immers van lagere orde dan een formele ministeriële regeling. Afwijking van de Regelingwegens capaciteitsproblemen, zonder de gedetineerde op de wachtlijst te plaatsen, kan en mag daarom niet zonder enige belangenafweging en onderbouwing van de redelijkheid om van die wachtlijst af te zien. De enkele omstandigheid dat klager in de onderhavige zaak op een wachtlijst geplaatst zou moeten worden, is dan ook onvoldoende om te besluiten klager niet in het arrondissement van vestiging te plaatsen.

 

De beroepscommissie stelt voorts vast dat enige concrete onderbouwing van de door de selectiefunctionaris aangevoerde capaciteitsproblemen in de gevangenissen in de regio Rotterdam ontbreekt en van een belangenafweging is evenmin gebleken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing kan vanwege een motiveringsgebrek dan ook niet in stand blijven. De bestreden beslissing zal derhalve worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal, gelet op de einddatum van klagers detentie, die is vastgesteld op 29 augustus 2017, niet worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet ongedaan kunnen worden gemaakt, ziet de beroepscommissie aanleiding klager een tegemoetkoming van € 25,= per maand toe te kennen voor de periode dat hij op grond van een beslissing waaraan een motiveringsgebrek kleeft in de gevangenis van de p.i. Lelystad heeft verbleven.
 

 

 

De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 125,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 24 augustus 2017

                        

                                                                   

                 secretaris                                                      voorzitter

Naar boven