Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3570/TA, 21 maart 2016, beroep
Uitspraakdatum:21-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3570/TA

betreft: [klager] datum: 21 maart 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraak van 22 oktober 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, betreffende het verplichten van klager om boodschappen te doen tijdens zijn verlof,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Namens het hoofd van de inrichting is aangevoerd dat het beroepschrift niet voldoet aan het bepaalde in artikel 67, eerste lid, Bvt, omdat klager het beroepschrift niet met redenen heeft omkleed.

De beroepscommissie overweegt dat de Bvt weliswaar voorschrijft dat de gronden voor het beroep moeten worden aangevoerd, maar verbindt aan het ontbreken ervan geen niet-ontvankelijkheid als het gaat om door een klager (zelf) ingesteld beroep. Volgens
vaste rechtspraak van de GA-beroepscommissie, onder meer RSJ 29 juni 2011, 11/293/GA, welke vaste rechtspraak door de onderhavige beroepscommissie is gevolgd in RSJ 2 maart 2016, 15/3636/TA, blijft de niet-ontvankelijkheid beperkt tot de gevallen
waarin
een advocaat of een directeur, ondanks een verzoek de gronden voor het beroep alsnog te geven, dit niet doet bij door hem ingestelde beroepen. Klager heeft zelf beroep ingesteld en wordt niet bijgestaan door een advocaat. De beroepscommissie zal klager
in het beroep ontvangen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven