Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2314/GB, 29 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2314/GB

Betreft: [klager] datum: 29 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.A. Nooijen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 7 september 2015 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zoetermeer te Den Haag ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 24 januari 2014 gedetineerd. Hij verbleef vanaf 5 januari 2015 in het kader van de extramurale fase van de ISD-maatregel – onder begeleiding – in zijn eigen woning. Op 27 maart 2015 is besloten klager in het kader van een time-out
terug
te plaatsen naar de intramurale fase voor de duur van veertien dagen. Op 30 maart 2015 is hij vervolgens geplaatst in de ISD-gevangenisunit van de locatie Zoetermeer. Op 10 april 2015 is besloten dat deze terugplaatsing definitief is. Klager verblijft
nu – volgens ingewonnen informatie – in de intramurale fase. De einddatum van klagers detentie is gesteld op 6 juni 2016.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager stelt dat het door hem ingediende bezwaar ten onrechte ongegrond is verklaard. De selectiefunctionaris is er ten onrechte van uitgegaan dat ten tijde van
de beslissing tot een time-out van veertien dagen, de positieve urinecontrole nog niet bekend was. Klager merkt op dat voorbij is gegaan aan de kern van het bezwaar, aangezien – op grond van dezelfde feiten en omstandigheden – de ene
selectiefunctionaris besluit dat een passende reactie veertien dagen time-out is, terwijl een andere selectiefunctionaris twee weken later besluit dat klager definitief dient te worden teruggeplaatst in de intramurale fase. Klager merkt ten aanzien van
de diefstal van de bril op dat de reclassering het niet ziet als een terugval, maar als een incident. Het incident is met klager besproken, er is een leermoment van gemaakt en de bril is op initiatief van klager alsnog betaald. Ter bevestiging is het
voortgangsverslag van klagers toezichthouder overgelegd. Wat betreft de positieve urinecontrole merkt klager op dat de positieve waarde laag en twijfelachtig is. Klager is in een ruimte geweest waar cocaïne werd gerookt. Het inademen van deze dampen
verklaart vermoedelijk de lage positieve waarde. Klager woonde boven zijn ouders en zorgde voor hen. Tevens zag klager een keer per week zijn psychiater en zijn begeleider en had hij werk bij de kringloop, wat klager goed af ging.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De selectiefunctionaris stelt dat beide beslissingen in stand kunnen blijven. De eerste beslissing is gemaakt naar aanleiding van verschillende
incidenten die hadden plaatsgevonden. Dit maakte een langer verblijf in de extramurale fase onwenselijk en aangezien er snel moest worden geadviseerd en besloten, werd aan klager een time-out van veertien dagen opgelegd. Uit nader overleg, waarbij
meerdere deskundigen aanwezig waren, bleek dat er onvoldoende vertrouwen was in het voortzetten van de extramurale fase. Geconcludeerd werd dat voor klager een intensievere begeleiding noodzakelijk is en dat er geen vertrouwen meer is in de
voortzetting
van de extramurale fase. Bij een tweede beslissing werd derhalve besloten klager definitief terug te plaatsen in de intramurale fase. De selectiefunctionaris bevestigt dat reeds bij de eerste beslissing bekend was dat sprake was van een positieve
urinecontrole op het gebruik van harddrugs, maar dat het nader overleg aanleiding gaf voor een andere beslissing.

4. De beoordeling
Ingevolge artikel 44l, derde lid, onder c en d, van de Penitentiaire maatregel (Pm) wordt aan de plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase, behoudens nader door de directeur of het college van burgemeester en wethouders te stellen bijzondere
voorwaarden, in ieder geval de algemene voorwaarde gesteld dat de gedetineerde zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en zich onthoudt van het gebruik van middelen die vermeld staan op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Pm kan de selectiefunctionaris, indien een gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het ISD-programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te voldoen aan de daaraan
verbonden voorwaarden, op grondslag van een advies van de directeur de gedetineerde terugplaatsen in de inrichting.

Bij de beslissing van 27 maart 2015 is besloten klager voor een time-out van veertien dagen terug te plaatsen naar de locatie Zoetermeer, vanwege ‘het niet houden aan de voorwaarden van het traject’. In de beslissing op bezwaar van 13 juli 2015 stelt
de
selectiefunctionaris dat de beslissing tot een time-out zou zijn ingegeven door ‘het niet corresponderen van houding en gedrag met hetgeen wat verwacht wordt in de extramurale fase’. In verband met een positieve urinecontrole, een contra-indicatie voor
de extramurale fase, heeft de selectiefunctionaris bij beslissing van 10 april 2015 besloten klager definitief terug te plaatsen. In het verweerschrift van de selectiefunctionaris op het beroepschrift wordt vervolgens gesteld dat er meer aan de hand
was. Bovendien is de selectiefunctionaris teruggekomen op hetgeen hij in bezwaar heeft vermeld. De positieve urinecontrole was reeds bij de beslissing tot een time-out bekend.
Blijkens het voortgangsverslag over de maand maart 2015 van klagers toezichthouder van de GGZ Palier, beoogde de reclassering met de time-out een ‘signaal af te geven dat hij geen risico kan nemen en alle gebruikerscontacten moet vermijden’. De
reclassering beoogde na de time-out van veertien dagen een hervatting van de extramurale fase. Klager zou op de goede weg zijn. De positieve urinecontrole is door de reclassering gezien als een incident en niet als een terugval.

Uit het vorenstaande constateert de beroepscommissie dat de selectiefunctionaris tegenstrijdige overwegingen hanteert voor de terugplaatsing. Bovendien is geen acht geslagen op de visie van de reclassering. Voorts ontbeert de time-out – zonder nadere
aanduiding – een juridische grondslag. Gelet op het voorgaande, vormt het geheel een tekortschietende onderbouwing voor de terugplaatsing. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet derhalve bij afweging
van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te
nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 29 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven