Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0792/GB, 28 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/0792/GB

Betreft: [klager] datum: 28 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Gaasbeek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 maart 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 7 mei 2015 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 juli 2013 gedetineerd. Hij verbleef vanaf 2 januari 2015 in het kader van de extramurale fase van de ISD-maatregel in het Domushuis Startpunt te Hoorn. Op 3 februari 2015 is hij overgeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de p.i.
Almere. De einddatum van klagers detentie is gesteld op 3 juli 2015.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Volgens klager klopt het verhaal niet, want de gebeurtenissen die tot klagers terugplaatsing naar de p.i. hebben geleid vonden volgens hem al begin januari plaats. Klager dronk toen wel alcohol en hij blowde ook. Klager heeft tijdens een gesprek met
zijn mentor voorgedaan hoe hij iemand met messen zou neersteken. De mentor is daarvan geschrokken en dat was niet klagers bedoeling. Klager heeft per ongeluk een jas van een medewerker meegenomen.
In het Domushuis verbleef een man die erg racistisch was en klager heeft een hakenkruis op de kamerdeur van deze medebewoner getekend. Deze man is daar erg boos over geworden en de daaropvolgende ruzie is uit de hand gelopen. De directeur heeft klager
op 3 februari 2015 teruggeplaatst naar de p.i. Almere. Ingevolge artikel 44m Penitentiaire maatregel (Pm) is de directeur echter daartoe niet bevoegd en pas op 12 februari 2015 is deze overplaatsing bevestigd door de selectiefunctionaris. In de stukken
ontbreekt het advies van het Domushuis. In overleg met het Domushuis was ook een andere oplossing denkbaar, bijvoorbeeld het uit elkaar plaatsen van beide mannen. Uit de uitspraak 11/4353/GB van 5 maart 2012 blijkt dat slechts in zeer uitzonderlijke
gevallen een plaatsing mag plaatsvinden zonder dat daar een beslissing van de selectiefunctionaris aan ten grondslag ligt. De selectiefunctionaris moet in zijn beslissing motiveren waarom een versnelde terugplaatsing noodzakelijk was en dit is niet
gebeurd. Voorts heeft de directeur, conform artikel 44m, tweede lid, van de Penitentiaire Maatregel (Pm), geen advies ingewonnen van het college van burgemeester en wethouders en de trajectcoördinator. Er heeft derhalve geen zorgvuldige
belangenafweging
kunnen plaatsvinden. In juli 2015 loopt klagers ISD-maatregel af en er is nog niets geregeld. De rechtbank heeft bepaald dat klagers traject moet worden voortgezet. Tijdens klagers ISD-traject heeft eerder een zelfde soort incident plaatsgevonden en de
raadsman verwijst naar de uitspraak 14/3045/GB van 28 oktober 2014. In die uitspraak is klagers beroep gegrond verklaard en klager is vervolgens in het PPC te Amsterdam geplaatst. Indien het beroep gegrond wordt verklaard wordt verzocht de
selectiefunctionaris op te dragen een nieuwe beslissing te nemen.
Klager wil na zijn detentie gaan wonen in Hoorn, maar hij heeft nog geen woonruimte. Voorheen woonde klager in Haarlem.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De directeur van de p.i. Almere is verantwoordelijk voor de uitvoering van de ISD-maatregel en hij heeft, gezien de dreigende situatie in het Domushuis, klager direct geplaatst in de p.i. Almere. De selectiefunctionaris heeft gebruik gemaakt van het
selectieadvies van de directeur van de p.i. Almere van 11 februari 2015 en het voortgangsverslag van GGZ Palier Alkmaar van 5 februari 2015. Daaruit blijkt dat een langer verblijf van klager in het Domushuis niet meer verantwoord was. Er was geen reden
om aan te nemen dat deze informatie onjuist of onvoldoende zou zijn. De selectiefunctionaris achtte zich voldoende geïnformeerd om te beslissen tot terugplaatsing van klager naar de p.i. Almere. In de reactie op het bezwaarschrift is de
selectiefunctionaris uitvoerig ingegaan op de gebeurtenissen rondom klagers verblijf in het Domushuis en de ontstane dreigende situatie. De medewerkers van het Domushuis konden de veiligheid van de bewoners niet langer waarborgen.

4. De beoordeling
Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel kan de selectiefunctionaris, indien een gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het ISD-programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te
voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden, op grondslag van een advies van de directeur de gedetineerde terugplaatsen in de inrichting. Het vorenstaande sluit echter niet uit dat in zeer bijzondere gevallen een terugplaatsing van een gedetineerde
kan
plaatsvinden zonder dat daaraan een beslissing van de selectiefunctionaris ten grondslag ligt. Klager is op 3 februari 2015 door de directeur vanuit het Domushuis te Hoorn teruggeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de p.i. Almere. De
selectiefunctionaris heeft pas op 12 februari 2015 ten aanzien van deze overplaatsing een beslissing genomen. In die beslissing is niet gemotiveerd waarom in dit geval versneld tot overplaatsing is overgegaan. De beroepscommissie is dan ook van oordeel
dat de bestreden beslissing niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen nu niet wordt aangegeven waarom eerst na ruim één week na klagers overplaatsing door de selectiefunctionaris een beslissing wordt genomen en de gegeven motivering geen inzicht
geeft waarom hier sprake was van een zeer bijzonder geval.

Het beroep zal gegrond worden verklaard. Nu klager in vrijheid is volstaat de beroepscommissie met vernietiging van de bestreden beslissing.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 28 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven