Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3045/GB, 28 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3045/GB

Betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Gaasbeek, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 augustus 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door een kantoorgenoot van zijn raadsman, mr. M. Baadoudi, op 7 oktober 2014 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem terug te plaatsen naar de ISD-gevangenisunit van de locatie De Tafelbergweg te Amsterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 juli 2013 gedetineerd. Hij verbleef op de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) Roosenburg te Den Dolder. Op 25 juli 2014 is klager overgeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de locatie De Tafelbergweg.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
Vanwege een vermoedelijke bedreiging was klager al eerder teruggeplaatst uit de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) Roosenburg te Den Dolder. Op 3 juli 2014 is klager weer in de FPK geplaatst. Op 25 juli 2014 is klager wederom teruggeplaatst in de
locatie De Tafelbergweg. Bij de terugplaatsing van klager is een onjuiste procedure gevolgd. De directeur heeft in eerste instantie de beslissing tot terugplaatsing genomen, terwijl niet de directeur maar de selectiefunctionaris bevoegd was te
beslissen. De selectiefunctionaris heeft vervolgens op 7 augustus 2014 beslist tot terugplaatsing van klager. In de primaire beslissing, noch in de beslissing op bezwaar is gemotiveerd waarom de selectiefunctionaris pas dertien dagen na de
terugplaatsing de beslissing heeft genomen. Verwezen wordt naar de uitspraak van de beroepscommissie van 5 maart 2012, nr. 11/4353/GB. Volgens klager was geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden die een versnelde terugplaatsing noodzakelijk
maakten. Voorts geeft de selectiefunctionaris aan dat de beslissing is gebaseerd op het advies van de directeur van de locatie De Tafelbergweg, terwijl het advies van de directeur onvolledig is. Op grond van artikel 44m, tweede lid, van de
Penitentiaire
maatregel (Pm) dient de directeur alvorens hij overgaat tot het adviseren van de selectiefunctionaris, advies in te winnen van de trajectcoördinator en het college van burgemeester en wethouders. Uit het advies van de directeur blijkt niet dat dit is
gebeurd. Dat klager op 25 juli 2014 is teruggeplaatst, heeft te maken met zijn cannabisgebruik. Klager heeft nooit aangegeven dat hij niet meer wilde meewerken aan zijn behandeling. In het dossier bevindt zich geen schriftelijk verslag van de FPA
waaruit zou blijken dat klager zijn behandeling zou willen beëindigen of dat de behandeling zou zijn vastgelopen. Verder is er onvoldoende rekening gehouden met klagers omstandigheden. Klager is al vanaf zijn twaalfde verslaafd aan cannabis en hij is
zeer chaotisch. Klager heeft zelf meermalen bij zijn behandelaars aangegeven dat hij graag zou willen stoppen met het gebruik van cannabis, maar dat stoppen zonder eerst af te bouwen en zonder de juiste hulpverlening niet zal lukken. Klager verzoekt om
toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Naar aanleiding van een eerdere terugplaatsing op 18 april 2014, wegens blowen en het bedreigen van een medewerker, heeft klager een contract
getekend dat hij niet meer zal blowen en de medewerker niet meer zal bedreigen. Vervolgens is hij weer teruggeplaatst in de FPA. Op 21 mei 2014 heeft klager zich aan zijn verblijf in de FPA onttrokken en op 25 mei 2014 is hij weer teruggeplaatst in de
FPA. Na wederom een onttrekking is klager op 15 juni 2014 opnieuw teruggeplaatst in de FPA. In de FPA hebben zich meerdere incidenten voorgedaan, zoals veelvuldig blowen, ongeoorloofd afwezig zijn en het bij terugkomst positief scoren op het gebruik
van
alcohol en drugs. Dit heeft er kennelijk toe geleid dat men tot de conclusie is gekomen dat de behandeling is vast gelopen. In de laatste week van juli 2014 heeft de directeur van de locatie De Tafelbergweg het bericht gekregen dat klager blijft blowen
en dat hij te kennen heeft gegeven niet langer in de FPA te willen blijven. Op basis hiervan is besloten klager terug te plaatsten naar de locatie De Tafelbergweg en daarmee klagers behandeling in de FPA te beëindigen. Hierover is telefonisch overleg
geweest. Het is gebruikelijk dat bij een time-out of definitieve terugplaatsing vanuit de extramurale fase vooraf telefonisch overleg plaatsvindt. Indien de kliniek aangeeft de behandeling te willen beëindigen, dient de betreffende gedetineerde zo
spoedig mogelijk teruggeplaatst te worden. Een dergelijke terugplaatsing wordt altijd achteraf pas bekrachtigd met een beslissing. De selectiefunctionaris ziet geen reden waarom niet kan worden uitgegaan van de informatie van de directeur van de
locatie
De Tafelbergweg. Zou het al zo zijn dat klager niet heeft aangegeven de behandeling te willen stoppen, dan zou zijn gedrag alsnog voldoende aanleiding vormen voor het stoppen van de behandeling.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 44m, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) kan de selectiefunctionaris, indien een gedetineerde niet of niet meer in staat of bereid is deel te nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting dan
wel te voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden, op grond van een advies van de directeur de gedetineerde terugplaatsen in de inrichting. Het voorgaande sluit echter niet uit dat in zeer bijzondere gevallen een plaatsing van een gedetineerde
plaatsvindt zonder dat aan die plaatsing een beslissing van de selectiefunctionaris ten grondslag ligt. In een dergelijk geval zal in de kort na de plaatsing te geven beslissing van de selectiefunctionaris die plaatsing bevestigd moeten worden waarbij
gemotiveerd zal moeten worden waarom de bijzonderheden van het geval vereisten dat versneld tot plaatsing is overgegaan.

4.2. Klager is op 25 juli 2014 vanuit de FPA Roosenburg te Den Dolder overgeplaatst naar de ISD-gevangenisunit van de locatie De Tafelbergweg. Aan deze overplaatsing kleeft een aantal formele bezwaren. Zo heeft de selectiefunctionaris pas twee weken
later, op 7 augustus 2014, ten aanzien van deze overplaatsing een beslissing genomen. Dat de selectiefunctionaris in de reactie op het beroep aangeeft dat een dergelijke terugplaatsing altijd pas achteraf wordt bekrachtigd, doet hier niet aan af. In de
beslissing van de selectiefunctionaris is niet gemotiveerd waarom versneld tot overplaatsing is overgegaan. Dit wordt evenmin gemotiveerd in de beslissing op bezwaar van 20 augustus 2014. Ook ontbreekt de in artikel 44m, tweede lid, van de Pm
voorgeschreven advisering, met name van de trajectcoördinator. Voor wat betreft de onderbouwing van de beslissing merkt de beroepscommissie op dat weliswaar in het selectieadvies van de directeur van de locatie De Tafelbergweg is vermeld dat het
bericht
is binnen gekomen dat klager ondanks meerdere waarschuwingen blijft blowen en dat hij te kennen heeft gegeven niet bij de FPA te willen blijven en men vastloopt in de behandeling, maar er geen stukken van de FPA zijn overgelegd waaruit dit blijkt.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de bestreden beslissing, gelet op het voorgaande, als onredelijk en onbillijk dient te worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven