nummer: 15/872/TA
betreft: [klager] datum: 27 juli 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 6 maart 2015 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juli 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], senior jurist.
Klagers raadsvrouw mr. J.J. Serrarens heeft meegedeeld dat zij was verhinderd ter zitting aanwezig te zijn.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft:
a. de wijziging van het beleid van de inrichting betreffende spelcomputers waardoor deze alleen nog via de firma Strijbosch aangeschaft kunnen worden,
b. de beslissing tot weigering van herinvoering van een uitgevoerde Playstation 4 (PS 4).
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in het beroepschrift het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is ontvankelijk in zijn beklag omdat de op klager toegepaste algemeen geldende regel dat een nieuwe spelcomputer uitsluitend bij de firma Strijbosch mag worden gekocht in strijd is met hoger recht, met name het recht op eigendom ex artikel 1
Eerste Protocol EVRM en het uitgangspunt van minimale beperkingen ex artikel 2 Bvt. Uit de huisregels en de vigerende praktijk blijkt dat patiënten geen pc, maar wel een spelcomputer op de kamer mogen hebben. Het met de huisregels nagestreefde doel –
het voorkomen van oneigenlijk gebruik van spelcomputers – kan ook en evengoed bereikt worden door een voor patiënten minder belastende regel, namelijk dat spelcomputers vóór invoer worden gecontroleerd en verzegeld door de firma Strijbosch.
De weigering van herinvoering van de door klager uitgevoerde PS 4 is onredelijk. Hij kan zijn spelcomputer nu niet meer gebruiken en moet voor invoer een nieuwe aanschaffen bij de firma Strijbosch die daar duurder is dan in andere winkels. Klager wil
zijn spelcomputer wel door de firma Strijbosch laten onderzoeken en verzegelen.
Klager heeft ter zitting – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd.
Hij heeft van de patiëntenraad vernomen dat op 1 januari 2015 het nieuwe beleid betreffende spelcomputers zou gaan gelden. Hij had voor invoer van zijn PS 4 daarom de tijd tot 1 januari 2015. Klager heeft tijdig verzocht om invoer, die hem dan ook ten
onrechte geweigerd op de grond dat het nieuwe beleid volgens de inrichting op 1 augustus 2014 zou zijn ingegaan. Bovendien heeft hij in augustus 2014 toestemming gekregen voor invoer van zijn PS 4 – klager overlegt het bewijs daarvan – en heeft hij
deze
ingevoerd op 11 september 2014. Het was gebleken dat hem dat eerder op onjuiste grondslag van nieuw beleid was geweigerd. Deze PS 4 heeft hij op 14 september 2014 weer uitgevoerd om zijn neefjes daarmee te laten spelen. Hij wil deze weer opnieuw
invoeren, opdat zijn neefjes tijdens bezoek aan hem met de PS 4 kunnen spelen omdat zij zich anders vervelen en bijvoorbeeld de afdeling op rennen. Zelf gebruikt klager de PS 4 niet meer. Hij heeft voorgesteld de PS 4 alleen tijdens het bezoek van zijn
neefjes op zijn kamer te mogen houden en daarna weer in te leveren, maar hij heeft daarvoor maar één keer toestemming gekregen. In Vught, waar problemen waren met pc’s, heeft men klagers idee om de firma Strijbosch in te schakelen bij controle, onklaar
maken van de internetmogelijkheid en het verzegelen van pc’s overgenomen, maar mag men apparaten kopen waar men wil. Het is niet juist de firma Strijbosch voor de aanschaf een monopoliepositie te geven, zoals de inrichting nu doet.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 25 juli 2014 zijn de patiënten van de inrichting ingelicht over het gewijzigde beleid betreffende spelcomputers en afspeelapparatuur van beeld en geluid. Dit beleid is op 1 augustus 2014 ingegaan en niet op 1 januari 2015, een datum die foutief door
de patiëntenraad is genoemd. Er is tot wijziging van het beleid besloten omdat een grote hoeveelheid apparatuur in de inrichting aanwezig is en het voor sociotherapeuten zeer lastig is te controleren of het steeds gaat om toegestane apparatuur, waarmee
geen verbinding met internet gemaakt kan worden. Het is tegenwoordig mogelijk wereldwijd met andere personen te spelen via spelcomputers en er kunnen ook data op spelcomputers opgeslagen worden. Daarom is er voor gekozen controle van aanwezige
apparatuur en aanschaf van nieuwe apparatuur via de firma Strijbosch te laten verlopen. De medewerkers van deze firma hebben kennis van alle apparatuur en kunnen garanderen dat de controle goed wordt uitgevoerd en voldoet aan de eisen. Het gewijzigde
beleid is een noodzakelijk kwaad en betreft een algemene regeling die niet in strijd is met hogere wet- en regelgeving. Verwezen wordt in dit verband naar RSJ 7 augustus 2014, 14/1388/TA. Nieuwe patiënten en patiënten vanuit andere inrichtingen hebben
zes weken de tijd om hun apparaten voor eigen rekening te laten controleren en verzegelen door de firma Strijbosch, omdat zij niet eerder in de gelegenheid zijn geweest dat te doen, in tegenstelling tot de al in de inrichting verblijvende patiënten.
Klagers zorgmanager had een fout gemaakt door het aankomende beleid van 1 augustus 2014 al toe te passen op klagers aanvraag van vóór die datum om invoer van een smart tv en PS 4. Daarom heeft klager in augustus 2014 alsnog toestemming tot invoer
gekregen. Hij heeft zelf zijn PS 4 op 14 september 2014 weer uitgevoerd. Volgens rapportage van een gesprek van klager met een sociotherapeut daarover op 13 september 2014 had klager als reden opgegeven dat hij klaar was met al het gedoe rondom zijn
PS
4. Klager was van het nieuwe beleid van 1 augustus 2014 op de hoogte en heeft door uitvoer op 14 september 2014 zelf zijn eigendomsrecht beperkt. Daarnaast wordt verwezen naar RSJ 2 april 2015, 14/4632/GA, waarin is geoordeeld dat door wijziging van
algemeen beleid geen sprake is van een jegens de gedetineerde genomen beslissing waartegen beklag openstaat en verder dat geen sprake is van beroving van het eigendomsrecht, maar van ontzegging van het tijdelijk gebruik ervan. Klagers PS 4 is in de
inrichting. Op een later moment in de behandeling, bijvoorbeeld bij verblijf op een resocialisatieafdeling, kan hij in principe weer over zijn PS 4 beschikken. Zolang klager op een gesloten afdeling verblijft, kan hij toestemming aan de zorgmanager
vragen om alleen tijdens bezoek van zijn neefjes de PS 4 op zijn kamer te mogen houden.
3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Hierbij is in aanmerking genomen dat een wijziging van het (spelcomputer)beleid geen beslissing betreft in de
zin van artikel 56 van de Bvt waartegen beklag openstaat. De wijziging van het beleid is opgenomen in de huisregels van de afdeling die per 1 augustus 2014 gelden voor alle patiënten op een gesloten afdeling van de inrichting en is niet in strijd met
een hogere regeling. Er is geen sprake van een schending van het in artikel 1 van het eerste protocol van het EVRM neergelegde recht op het ongestoorde genot van eigendom en dat aan niemand zijn eigendom zal worden ontnomen. Het EVRM staat een inbreuk
op voornoemd recht toe in het algemeen belang en onder voorwaarden voorzien in de wet en in de algemene beginselen van internationaal recht. In dit geval is de beperking van klagers eigendomsrecht voorzien bij wet, namelijk artikel 44, tweede lid, van
de Bvt. Uit hoofdstuk 2.6 (rechten en beperkingen daarvan) van de memorie van toelichting bij de Bvt komt naar voren dat het hoofd van de inrichting, met inachtneming van het in artikel 2, tweede lid, van de Bvt neergelegde beginsel van minimale
beperkingen, de nodige vrijheid wordt gelaten de geëigende maatregelen te nemen. De tussenkomst van de wetgever is in die gevallen niet vereist. Het hoofd van de inrichting is derhalve bevoegd op het niveau van de huisregels het eigendomsrecht van
spelcomputers te beperken. Deze beperking dient, gelet op de beweegredenen van het hoofd van de inrichting, een algemeen belang, namelijk de eveneens in artikel 44, tweede lid van de Bvt genoemde gronden. Aannemelijk is dat het veel inspanningen van de
inrichting vergt spelcomputers te controleren op ongeoorloofde toegang tot het internet. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan van de inrichting niet worden gevergd dat zij voortdurend moet controleren of ongeoorloofde toegang tot internet
daadwerkelijk mogelijk is. Gelet hierop is de orde en veiligheid in de inrichting er mee gediend, dat verder bezit van al aanwezige spelcomputers in de eigen verblijfsruimte alleen is toegestaan als deze zijn gecontroleerd en verzegeld door de firma
Strijbosch en dat daarnaast alleen invoer van bij de firma Strijbosch gekochte spelcomputers is toegestaan. De omstandigheid dat deze firma mogelijk hogere prijzen hanteert dan andere winkels kan daaraan niet afdoen nu deze firma de inrichting kan
garanderen dat haar apparaten voldoen aan de eisen die de inrichting uit veiligheidsoverwegingen daaraan stelt.
Vast staat dat klager op 11 september 2014 zijn PS 4 in eigen beheer heeft gekregen, omdat hij daartoe vóór invoering op 1 augustus 2014 van het gewijzigde beleid had verzocht, alsmede dat klager zelf heeft besloten deze op 14 september 2014 weer uit
te
voeren en dat hij op 30 november 2014 heeft verzocht deze PS 4 weer in te voeren. Bij brief van 25 juli 2014 van het hoofd van de inrichting is aan alle patiënten meegedeeld dat het op 1 juli 2014 vastgestelde, gewijzigde beleid ten aanzien van onder
meer spelcomputers per 1 augustus 2014 ingaat. Derhalve was klager daarvan op de hoogte of had hij daarvan op de hoogte kunnen zijn. De weigering van invoer is een beslissing die volgens deze algemene regeling is genomen en kan, nu deze algemene
regeling niet in strijd is met hogere wet- en regelgeving, niet worden aangemerkt als een beslissing waartegen op grond van artikel 56 Bvt beklag openstaat.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. Drs. L.C. Mulder en prof. Dr. B.C.M. Raes, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 juli 2015.
secretaris voorzitter