Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0985/GB, 18 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/985/GB

Betreft: [klager] datum: 18 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Hartman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 maart 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 12 januari 2015 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Krimpen aan den Ijssel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Volgens klager is er sprake van bijzondere omstandigheden nu hij een zeer jonge dochter heeft, voor wie het belangrijk is om frequent contact met haar vader te onderhouden. Klagers buitenlandse
vriendin heeft geen werk, weinig contacten in Nederland en beschikt niet over een rijbewijs. Zij spreekt daarbij slecht Nederlands. Daar zij woonachtig is in Amsterdam is het gelet op het bovenstaande praktisch onmogelijk klager te bezoeken. Het
voornoemde contact kan op geen andere wijze plaatsvinden dan door klager dichterbij Amsterdam te plaatsen. Klager heeft ondanks zijn detentie recht op familieleven, zoals in internationale verdragen verankerd is. Klager verzoekt derhalve om aan zijn
belangen in deze tegemoet te komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is ingesloten voor het arrondissementsparket Den Haag. De plaatsing in Krimpen aan den Ijssel heeft mede te maken met medeverdachten. Het Openbaar
Ministerie (OM) heeft niet verzocht om overplaatsing. Een verzoek tot overplaatsing buiten het parket van insluiting wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden ingewilligd. In klagers geval is er geen sprake van bijzondere omstandigheden. De
afstand
tussen Amsterdam en Krimpen aan den Ijssel is niet zodanig dat alleen vanwege die omstandigheid bezoek onmogelijk zou zijn. Detentie brengt nu eenmaal met zich mee dat het contact met relaties moeilijker verloopt. Dat het reizen met een jong kind
lastiger is, is begrijpelijk, echter niet onmogelijk.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat preventief gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
kan er een uitzondering worden gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige.

4.3. Klager is ingesloten voor het arrondissementparket Den Haag, maar verblijft nabij dit arrondissement in het aanpalende arrondissement Rotterdam in de p.i. Krimpen aan den Ijssel. Klager verzoekt te worden overgeplaatst naar het h.v.b. van de
p.i. Amsterdam Over-Amstel, welke inrichting ook in een aanpalend arrondissement van Den Haag gelegen is. Onduidelijk is welke bezwaren er bestaan tegen overplaatsing van klager van het ene naar het andere aanpalende arrondissement van Den Haag. Uit
het
selectieadvies van 9 maart 2015 blijkt bovendien dat klager verstoken blijft van bezoek, doordat het gelet op de reisafstand voor zijn gezin praktisch onmogelijk is klager te bezoeken. Daarbij adviseert het OM positief en heeft het Multi Disciplinair
Overleg bij de p.i. Krimpen aan den Ijssel een positief advies uitgebracht op humanitaire gronden. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat er sprake is van bijzondere omstandigheden en dat de selectiefunctionaris niet had kunnen volstaan met de
motivering zoals beschreven in 3.2. De bestreden beslissing is derhalve onvoldoende gemotiveerd en zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een
termijn
van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen,
voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 18 juni 2015

secretaris voorzitter

Naar boven