Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1667/TA, 10 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1667/TA

betreft: [klager] datum: 10 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 mei 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 september 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker en [...], locatiemanager.
Klagers raadsman, mr. B.H.J. van Rhijn, heeft ter zitting telefonisch bericht dat hij niet op tijd op de zitting aanwezig kan zijn en heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie heeft besloten het verzoek van
klagers raadsman om aanhouding af te wijzen. Er zal een verslag van het besprokene worden opgesteld en klager en zijn raadsman zullen in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren. Bij brief van 29 september 2014 is een reactie van klager en zijn
raadsman ontvangen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de (wijze van) nachtelijke controles.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager stelt dat er vier tot zes keer per nacht controles plaatsvinden. Dit gebeurt al sinds zijn plaatsing in de inrichting in 2012. Klager kan niet goed slapen als er teveel licht in zijn kamer is. Hij zet soms zijn badkamerdeur open, omdat het licht
in de gang dan niet in zijn kamer kan schijnen. Ook gaat hij wel eens helemaal onder de dekens liggen. Volgens klager wordt er altijd met een zaklantaarn in zijn gezicht geschenen en het licht is verblindend. Door deze nachtelijke controles kan klager
niet goed slapen. Ook andere patiënten ondervinden hier last van en klager heeft een lijst met handtekeningen van medepatiënten bijgevoegd. In andere tbs-klinieken zijn geen nachtelijke controles en klager is van mening dat het voor zijn veiligheid
niet
noodzakelijk is. De inrichting weigert om een intercom op de cellen te plaatsen. Op klagers afdeling is alleen een belletje waarmee je personeel kan oproepen. Op elke afdeling moet elke keer een andere patiënt nachtwacht of brandwacht lopen. Klager
heeft vaker over deze nachtcontroles geklaagd en hij is toen door de beklagcommissie niet-ontvankelijk verklaard. Dit is de eerste keer dat hij van een dergelijke klacht in beroep gaat. Klager is niet gehoord door de beklagrechter en hij is niet in de
gelegenheid gesteld bewijsstukken te overhandigen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In de inrichting geldt als algemene regel dat elke verpleegde vier maal per nacht wordt gecontroleerd om te kijken hoe het met hem gaat. De patiënten weten dat ze
’s nachts zichtbaar moeten zijn en dat er anders met een lantaarn wordt geschenen om vast te stellen dat ze nog in hun kamer aanwezig zijn. Klager heeft vaak zijn badkamerdeur open staan en hangt daar een jas overheen. Hij is dan niet meer zichtbaar
bij
de nachtelijke controles. Er wordt slechts met zeer zwak licht geschenen en de meeste verpleegden worden daar niet wakker van.

3. De beoordeling
Wat er zij van de door klager gestelde gebreken bij de behandeling door de beklagcommissie, in beroep geldt dat het beklag in volle omvang opnieuw wordt onderzocht en beoordeeld door de beroepscommissie.

Uit de stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat de nachtelijke controles ten aanzien van alle in de inrichting verblijvende verpleegden wordt toegepast. Het betreft derhalve een algemene regel die niet in strijd is met hogere wet- of
regelgeving. Er is geen sprake van een beslissing van het hoofd van de inrichting als bedoeld in artikel 56, eerste lid of tweede lid, Bvt. Voorts is niet aannemelijk geworden dat klagers gezondheid door de nachtelijke controles schade oploopt.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 10 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven