Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/2127/GA, 28 oktober 2014, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/2127/GA

betreft: [klager] datum: 28 oktober 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, respectievelijk
[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 mei 2014 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming van € 195,= is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep dan wel het beroep nader toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 195, = toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de eerste (initiële) plaatsing van klager in het basisprogramma bij de invoering van het beleidsprogramma “Dagprogramma,
beveiliging en toezicht op maat”.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. De directeur acht het terecht dat aan klager een tegemoetkoming is toegekend, maar hij acht de toegekende tegemoetkoming niet proportioneel.

Klager heeft aangevoerd dat hij ten gevolge van de beslissing van de directeur in heel veel regimaire mogelijkheden tekort is gekomen en dat hij daardoor ook de mogelijkheid van detentiefasering is misgelopen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich, nu het om de eerste (initiële) plaatsing gaat en gelet op de uitspraak van de beroepscommissie van 13 oktober 2014, 14/1188/GA (eindbeslissing), niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep van de directeur
zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een lagere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 50,=. Uit het voorgaande volgt dat klagers beroep ongegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 oktober 2014

secretaris voorzitter

Naar boven