Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/1275/GA, 25 juli 2014, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/1275/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 april 2014 van de beklagcommissie bij penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 juni 2014, gehouden in de p.i. De Schie, is klager gehoord. De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen. Klager heeft ter zitting van
de
beroepscommissie aan de orde gesteld dat hij vanuit Exodus zelf de reiskosten ad € 32,= voor de zitting heeft moeten bekostigen, hetgeen gelet op zijn inkomsten een forse uitgave is.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers DVD-speler.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft – zakelijk weergegeven - in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft samen met een medewerkster van het bad de dvd-speler gezien en in een doos gestopt. Klager mocht de dvd-speler niet
op zijn cel voorhanden hebben. Klager heeft de dvd-speler nodig voor zijn studie filosofie.
Klager had ook twee schaakspelen. Klager verblijft al negen weken in Exodus en heeft zijn spullen nog steeds niet ontvangen. Klager heeft de sony dvd-speler ongeveer tweeënhalf jaar geleden aangeschaft. De handgeschreven goederenlijst van augustus 2013
is de uitvoerlijst. De uitgetypte lijst is de invoerlijst.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie gaat voorbij aan het verweer van de directeur dat bij het invullen van de invoerlijst een vergissing is gemaakt, doordat een ‘DVD speler’ is aangekruist in plaats van ‘Schaakspel’, een vakje lager. Klager heeft twee schaakspellen in
zijn bezit, op het formulier staat slechts één schaakspel aangekruist. Klager heeft voor de beklagcommissie onweersproken gesteld, dat hij later de doos met de dvd-speler samen met de badmeester heeft kunnen controleren. Bovendien moet klager er vanuit
kunnen gaan dat de registratie van zijn eigendommen in de inrichting op een correcte wijze geschiedt. Voor een gedetineerde vormt de invoerlijst vaak de enige mogelijkheid om aan te tonen dat bepaalde goederen zijn ingevoerd.
De beroepscommissie is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting tot de overtuiging gekomen dat klager in het bezit is geweest van een dvd-speler en dat deze tijdens zijn verblijf in de inrichting – naar moet worden aangenomen - is
verdwenen dan wel vermist geraakt. De directeur wordt hiervoor verantwoordelijk gehouden.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming. De
tegemoetkoming is primair bedoeld voor het door klager geleden ongemak. De beroepscommissie ziet evenwel aanleiding bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming ook schadevergoedingsaspecten te betrekken. De beroepscommissie zal deze bepalen op

100,= en betrekt daarbij de reiskosten die klager heeft moeten maken voor het bijwonen van de zitting van de beroepscommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, U.P. Burke en prof. dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 25 juli 2014

secretaris voorzitter

Naar boven