Nummer: 14/1515/GB
Betreft: [klager] datum: 16 juli 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.T. van Berge Henegouwen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 25 april 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 28 juli 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Sittard. Op 14 maart 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is op 14 maart 2014 vanuit de locatie Sittard overgeplaatst naar de p.i. Vught vanwege het niet kunnen garanderen van zijn veiligheid als gevolg van een conflictsituatie met
medegedetineerden. Deze overplaatsing is slechts gebaseerd op een citaat waarvan de afkomst onbekend is. Verder zijn er geen redenen aangedragen waaruit blijkt dat klager gevaar loopt en zijn veiligheid niet langer gegarandeerd kan worden in de locatie
Sittard. Hieruit kan worden afgeleid dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Uit eerdere uitspraken van de beroepscommissie in zaken waarbij de veiligheid van een gedetineerde in het geding is, is het de gebruikelijke gang van zaken dat juist de
agressor wordt overgeplaatst. Klager verwijst daartoe naar de uitspraak van de beroepscommissie met kenmerk 14/0005/GB d.d. 5 maart 2014. Volgens klager valt niet in te zien waarom overplaatsing naar de p.i. Roermond niet mogelijk zou zijn vanwege een
eerder conflict. Nu klager namelijk – ten tijde van zijn verblijf aldaar – zelf om een overplaatsing heeft verzocht en er geen sprake is geweest van een conflict. Dit blijkt ook niet uit het selectieadvies. Klagers bezoek is beter in de gelegenheid hem
te bezoeken wanneer hij in de p.i. Roermond zijn detentie ondergaat in plaats van in de p.i. Vught. Door overplaatsing naar de p.i. Vught wordt mogelijk artikel 8 van het EVRM geschonden, waaruit klagers recht op family life voortvloeit.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is recent betrokken geweest bij een vechtpartij met medegedetineerden. Naar aanleiding hiervan zijn er geluiden uit de afdeling gekomen dat de medegedetineerden
van klager hem een lesje willen leren dat zou uitmonden in een slachtpartij. Om niet willekeurig mogelijke daders weg te plaatsen en daarbij het risico te lopen dat juist de agressors achterblijven, heeft de directeur ervoor gekozen om klager in een
andere inrichting te laten onderbrengen. De selectiefunctionaris wijst er hierbij op dat ook, blijkens het bezwaarschrift van klager, hij aangeeft meerdere klappen te hebben gehad en niet te hebben uitgedeeld. Voor de selectiefunctionaris wordt daarmee
duidelijk dat klager door medegedetineerden wordt gezocht. Als gevolg hiervan kan de veiligheid van klager in de locatie Sittard niet langer gegarandeerd worden. Nu niet duidelijk is vanuit welke gedetineerden de dreiging uitgaat en de directeur van de
locatie Sittard de verantwoordelijkheid voor klagers veiligheid heeft, is besloten klager over te plaatsen. Voor wat betreft de p.i. Roermond volgt uit het selectieadvies dat klager heeft aangegeven niet meer met de aldaar werkzame gedragsdeskundige te
willen spreken en niet voor zichzelf in te staan als deze hem bezoekt. Om deze reden is klager thans naar de p.i. Vught overgeplaatst.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De selectiefunctionaris heeft beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis van de p.i. Vught naar aanleiding van een verzoek van de directeur van de gevangenis van de locatie Sittard, omdat klagers veiligheid er niet meer
gegarandeerd
kan worden. De beroepscommissie is van oordeel dat voldoende vast is komen te staan dat klagers veiligheid niet gegarandeerd kan worden in de locatie Sittard. Ook tegen plaatsing in de p.i. Roermond bestaat een voldoende contra-indicatie. Voorts zijn
bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Van een bijzondere situatie is geen sprake en het beroep op mogelijke strijd met artikel 8 EVRM is onvoldoende onderbouwd.
De
op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking genomen belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van I.J.M.W. van der Sanden, secretaris, op 16 juli 2014.
secretaris voorzitter