Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0005/GB, 5 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/5/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.R. Rigter, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 januari 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 januari 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 5 december 2013 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Almere, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het door klager ingediende bezwaarschrift is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. In het bezwaarschrift heeft klager zijn betrokkenheid bij het geweldsincident uitdrukkelijk betwist en hier had gereageerd op kunnen worden door de
selectiefunctionaris. Klager persisteert bij het feit dat zijn betrokkenheid bij het geweldsincident niet in redelijkheid kan worden vastgesteld en dat het selectieadvies van de locatie Zuyder Bos van 29 november 2013 onvoldoende onderbouwing biedt
voor
zijn betrokkenheid. Onduidelijk is of het vermeende slachtoffer aangegeven heeft dat klager geweld jegens hem heeft gebruikt. Het slachtoffer heeft aangifte gedaan bij de politie, maar klager is, naar aanleiding van deze aangifte, niet door de politie
gehoord. Het slachtoffer heeft een belastende verklaring afgelegd bij de directie van de locatie Zuyder Bos. Naast deze verklaring van het slachtoffer is er geen ander belastend bewijsmateriaal dat duidt op klagers betrokkenheid bij het incident. De
aan
klager in het belang van het onderzoek naar het incident opgelegde ordemaatregel is niet gevolgd door een strafmaatregel. Dit is een indicatie dat de directie niet is gebleken van enige verwijtbare betrokkenheid bij het geweld tegen een
medegedetineerde
door klager. Het onderzoek van de locatie Zuyder Bos had moeten worden afgewacht voordat klager overgeplaatst werd. De selectiefunctionaris had zelf moeten onderzoeken of er voldoende redenen aanwezig waren om klager over te plaatsen. Klager verzoekt
om
een tegemoetkoming en om teruggeplaatst te worden in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos dan wel een andere gevangenis van zijn keuze.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft een medegedetineerde aangevallen en geschopt. De betreffende medegedetineerde heeft hier een gebroken been aan overgehouden. Door zijn gedrag heeft klager de orde, rust en veiligheid in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos verstoord.
Klagers bezwaarschrift is niet-ontvankelijk verklaard omdat klager niet inhoudelijk heeft gereageerd. Klager heeft enkel gesteld niets gedaan te hebben. De beklagprocedure is een interne procedure tussen klager en de directeur. Klagers overplaatsing
staat daar los van.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Almere is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift. De beroepscommissie constateert dat klager wel degelijk inhoudelijke argumenten heeft aangevoerd en kan de selectiefunctionaris in de aangevoerde redenen
voor de niet-ontvankelijkheid van het door klager ingediende bezwaarschrift dan ook niet volgen. Gelet op het voorgaande heeft de selectiefunctionaris klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaarschrift. De beroepscommissie zal de
beslissing op het bezwaarschrift daarom vernietigen. De selectiefunctionaris zal niet worden opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen, maar de beroepscommissie zal dat uit proceseconomische overwegingen zelf als enige en laatste instantie doen.

4.4. Uit het selectieadvies van de locatie Zuyder Bos van 29 november 2013 blijkt dat aan klager een ordemaatregel opgelegd is zodat er onderzoek gedaan kon worden naar een geweldsincident waar klager mogelijk bij betrokken was. Het slachtoffer van
het geweldsincident heeft tegenover de directie van de locatie Zuyder Bos verklaard dat klager betrokken is geweest bij het geweldsincident. Voor de orde, rust en veiligheid in de inrichting achtte de directeur het wenselijk klager over te plaatsen
naar
een andere inrichting. De veiligheid van klagers medegedetineerden kon niet langer worden gegarandeerd waardoor een spoedige overplaatsing naar een andere inrichting geboden was. Gelet op het voorgaande heeft de selectiefunctionaris in redelijkheid
kunnen beslissen klager over te plaatsen naar de gevangenis van de p.i. Almere en het door klager ingestelde beklag niet af te wachten. De beroepscommissie verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar en verklaart de beslissing op het
bezwaarschrift ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de bestreden beslissing, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar en verklaart de beslissing op het bezwaarschrift ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.E.H. Nijp, secretaris, op 5 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven