nummer: 14/851/STA
betreft: [klager] datum: 19 maart 2014
De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...]verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder de inrichting te noemen.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting, inhoudende de weigering om verzoekers
post aan hem uit te reiken.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 12 maart 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 18 maart 2014.
1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht.
Op 12 maart 2014 kwam er brief voor verzoeker van de Open Universiteit. De inrichting heeft geweigerd de brief aan hem uit te reiken op grond van racistische waanvoorstellingen van de inrichting en zonder enig wettelijk gevaar.
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren.
Anders dan verzoeker stelt is geen sprake van een weigering tot uitreiking van de post. Op 12 maart 2014 heeft de groepsleiding verzoeker bericht dat er post voor hem is en hem gevraagd de brief in hun bijzijn te openen. Verzoeker heeft de brief
teruggesmeten in de richting van de groepsleiding en hij is vervolgens weggelopen. Zoals bekend wordt op verzoekers post toezicht uitgeoefend.
2. De beoordeling
Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting blijkt dat het hoofd van de inrichting geen beslissing heeft genomen tot weigering verzoekers post aan hem uit te reiken. Op verzoeker is een maatregel van toepassing, die inhoudt dat toezicht wordt
uitgeoefend op de inhoud van brieven of andere poststukken afkomstig van of bestemd voor verzoeker, welke maatregel nog steeds voortduurt. Op 12 maart 2014 is verzoeker verzocht de aan hem gerichte brief van de Open Universiteit in het bijzijn van de
groepsleiding te openen.
Verzoeker kan om die reden niet in zijn schorsingsverzoek worden ontvangen.
Voorts stelt de voorzitter vast dat de beslissing van het hoofd van de inrichting betreffende het voortduren van toezicht op post, telefoon en bezoek reeds onderwerp is geweest in eerdere schorsingsprocedures met nummer 14/633/STA van 6 maart 2014 en
14/766/STA van 12 maart 2014.
3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 19 maart 2014
secretaris voorzitter