Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0633/STA, 6 maart 2014, schorsing
Uitspraakdatum:06-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/633/STA

betreft: [klager] datum: 6 maart 2014

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder de inrichting te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van het hoofd van de inrichting, inhoudende het uitoefenen van toezicht
op de post en telefoon alsmede de inbeslagname van verzoekers apparatuur, waaronder een playstation en een Xbox.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 27 februari 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van het hoofd van voornoemde inrichting van 4 en 5 maart 2014.

1. De standpunten
Verzoeker heeft zijn verzoek als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft nog steeds geen uitspraak gedaan op verzoekers klacht van 10 januari 2014. Ondanks de maximale termijn van vier weken gaat de inrichting door met het uitoefenen van toezicht op
verzoekers contacten met de buitenwereld. De oorspronkelijke maatregel is van 10 januari 2014. Ook duurt het onderzoek van verzoekers apparatuur al bijna twee maanden. Het is duidelijk dat de inrichting probeert zo veel mogelijk schade aan verzoeker
toe
te brengen. Verzoeker is ontstemd over de houding van de inrichting. Hij wil dat de schade die hem wordt aangedaan wordt vergoed. Verzoeker wijst naar de memorie van toelichting bij de Bvt waaruit blijkt dat toezicht pas is gelegitimeerd als uit
bepaalde feiten en omstandigheden de noodzaak hiervoor blijkt. De rechten van verpleegden zijn al dusdanig beperkt, dat zorgvuldig dient te worden omgesprongen met mogelijke beperkingen.

Uit de inlichtingen van het hoofd van de inrichting komt het volgende naar voren. Verzoeker verzoekt om schorsing van de beslissingen die reeds onderwerp waren in de schorsingsuitspraak met nummer 14/52/STA. Verzoeker heeft op 8 januari 2014 ’s-nachts
een medewerkster van de inrichting benaderd op een datingsite. Verzoeker erkent dit en geeft tevens aan dat hij niet specifiek op zoek is geweest naar medewerksters van de inrichting. Hij beheert niet zelf zijn profiel op de datingsite, maar laat dat
door een ander doen. Verzoeker wil niet bekendmaken door wie. Het is patiënten in de inrichting niet toegestaan om zich zonder toestemming van de inrichting op het internet te begeven. Aangezien niet is uitgesloten dat verzoeker zelf en dus vanuit de
inrichting via internet contact heeft gezocht met de buitenwereld, is een aantal voorwerpen waaronder een playstation en een X-box in beslag genomen. Verzoeker mag deze voorwerpen niet meer op zijn kamer plaatsen, omdat deze een gevaar kunnen opleveren
voor de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de patiënt voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen. Gelet op het indexdelict van verzoeker en het feit dat aangifte is gedaan van stalking via de mail
tijdens het verblijf van verzoeker in de Pompekliniek, is het zowel voor de orde of de veiligheid in de inrichting als ter voorkoming van strafbare feiten noodzakelijk dat er zicht is op de aard van de contacten die verzoeker onderhoudt. Om die reden
wordt sinds 10 januari 2014 toezicht uitgeoefend op verzoekers post en telefoon. Van deze beslissing is aan verzoeker een schriftelijke mededeling uitgereikt. De beslissing tot toezicht op post en telefoon is na vier weken stilzwijgend verlengd.
Verzoeker heeft daarvan geen mondelinge of schriftelijke mededeling ontvangen. Verzoeker vraagt geen bezoek aan.

2. De beoordeling
De voorzitter begrijpt het schorsingsverzoek van verzoeker aldus, dat hij klaagt over het voortduren van de per 10 januari 2014 opgelegde toezichtsmaatregelen, te weten het toezicht op verzoekers post en telefoon, alsmede de voortdurende inbeslagname
van zijn apparatuur, waaronder een playstation en een Xbox.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een beslissing van het hoofd van de inrichting slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de
orde is daarom slechts de vraag of de beslissing tot het voortduren van het uitoefenen van toezicht op verzoekers post en telefoon, alsmede het voortduren van de inbeslagname van verzoekers apparatuur, waaronder een playstation en Xbox zodanig
onredelijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van die beslissing van het hoofd van de inrichting. Naar het oordeel van de voorzitter is dat, mede gelet op de inlichtingen van het hoofd van de inrichting, niet het
geval. De voorzitter neemt hierbij in aanmerking dat verzoeker onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over de wijze waarop hij toegang tot internet heeft verkregen en de betreffende medewerkster heeft benaderd. Tegen deze achtergrond kan van het
hoofd van de inrichting niet worden verlangd dat de toezichtsmaatregelen worden opgeheven en verzoeker weer wordt toegestaan de inbeslaggenomen apparatuur op zijn kamer te houden. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 6 maart 2014

secretaris voorzitter

Naar boven