Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3468/TA, 6 maart 2014, beroep
Uitspraakdatum:06-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3468/TA

betreft: [klager] datum: 6 maart 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 11 oktober 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC de Pompestichting te Nijmegen verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de bejegening door personeel.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De klacht is door de beklagrechter op juiste gronden niet-ontvankelijk verklaard en het beroep dient ongegrond te worden verklaard.

3. De beoordeling
De bejegening door personeelsleden kan niet worden aangemerkt als een beslissing van het hoofd van de inrichting, waartegen op grond van het bepaalde in artikel 56 Bvt beklag openstaat.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 6 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven