Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3535/GA, 7 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:07-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3535/GA

betreft: [klager] datum: 7 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 oktober 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 december 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. T.J.A. Winnubst, gehoord.
De directeur van locatie Roermond heeft bij brief van 16 december 2013 schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de wijze waarop urinecontroles in de locatie Roermond plaatsvinden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de wijze waarop urinecontroles plaatsvinden in de locatie Roermond niet conform de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen is.

De directeur heeft verwezen naar het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Tevens heeft de directeur verwezen naar de uitspraak van de beroepscommissie van 27 november 2013, nr. 13/2458/GA.

3. De beoordeling
Het beklag betreft in het algemeen de wijze waarop urinecontroles in de locatie Roermond plaatsvinden en anders dan enkele gelijktijdig in beroep behandelde klaagschriften geen concrete controle van de urine van klager. Het beklag betreft derhalve geen
door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal dan ook de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn
beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 7 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven