Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2256/TA, 11 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:11-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2256/TA

betreft: [klager] datum: 11 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 juli 2013 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC 2Landen te Utrecht, betreffende a. de weigering om klager te laten luchten op 22, 27, 30 mei en 2 en 5 juni 2013, b. het afzeggen door de medische dienst van een
afspraak bij de inrichtingsarts, c. de beslissingen van 16 mei 2013 en 12 juni 2013 tot oplegging/verlenging van afdelingsarrest en d. de weigering om klager op 31 mei 2013 en 4 en 10 juni 2013 om 22.00 uur zijn medicatie te verstrekken,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager met betrekking tot b. en d. niet-ontvankelijk verklaard in het beklag en het overige beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. R. Shahbazi om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klager heeft verzocht om het beroep ter zitting te behandelen, opdat hij het beroep nader kan toelichten. De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst klagers verzoek af.

Door klagers raadsman zijn voor het eerst in beroep nog andere klachten dan vermeld onder a. t/m d. aangevoerd over het optreden van de medische dienst dan klager in het beklag aan de orde heeft gesteld. Nu deze klachten geen onderdeel uitmaken van het
beklag, waarbij wordt opgemerkt dat op grond van de Bvt tegen het handelen door of namens de inrichtingsarts geen rechtsmiddel openstaat, kan de beroepscommissie klager niet in deze klachten ontvangen.

Ten aanzien van de onder a genoemde klachten overweegt de beroepscommissie dat de beslissingen om klager niet in de gelegenheid te stellen om te luchten voortvloeit uit klagers verzuim om de vastgestelde dagelijkse luchttijd na te leven. Voor de
overige
klachten kan, hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Niet is gebleken dat een aan klager toekomend recht zou zijn geschonden. Het beroep zal
ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter. Zij verklaart klager ten aanzien van de voor het eerst in beroep aangevoerde klachten tegen het optreden van de medische dienst niet-ontvankelijk in het
beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven