Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1788/GA, 26 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1788/GA

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 mei 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Berg te Arnhem

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 juli 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager gehoord. De plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Berg, [...], heeft bij brief van 19 juli 2013 laten weten
verhinderd te zijn ter zitting van de beroepscommissie te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens een positieve uitslag op het gebruik van softdrugs bij de urinecontrole van 10 maart 2013.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Bij binnenkomst van klager in de inrichting is een urinecontrole afgenomen. Klagers THC-waarde was toen hoog. Een maand later is weer een urinecontrole
afgenomen. Klagers THC-waarde was toen behoorlijk afgenomen. Maar volgens de directeur waren de waarden onvoldoende gedaald en derhalve meent de directeur dat er sprake is van bijgebruik. Dit klopt niet. Algemene berekeningen over de mogelijkheid van
bijgebruik zijn niet onverkort van toepassing op klager(s lichaam). Klager heeft sinds binnenkomst in de inrichting geen drugs meer gebruikt. Klager heeft vanaf het moment van binnenkomst in de inrichting zeven weken ‘in alle beperkingen’ gezeten. Hij
heeft geen contact gehad met medegedetineerden en weinig lichaamsbeweging gehad. Het is onmogelijk dat klager in beperkingen drugs heeft gebruikt. Bovendien is klager in de eerste weken van zijn detentie acht kilo afgevallen. THC hoopt zich op in het
lichaamsvet en bij gewichtsverlies komt veel THC vrij. Klager heeft voor zijn detentie gedurende tien jaren veel en regelmatig geblowd. In detentie is hij van de ene op de andere dag gestopt.

De directeur persisteert in beroep bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt en verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie met kenmerk 12/3975/GA.

3. De beoordeling
Op 15 februari 2013 is bij klager een ‘inkomstenurinecontrole’ afgenomen. Uit de uitslag van deze urinecontrole blijkt dat klager een THC-waarde had van 2971 ng/ml tegenover een kreatininewaarde van 26 mmol/l. De THC-kreatinineratio – de verhouding
tussen de THC-waarde en de kreatininewaarde – bedroeg blijkens het uitslagenformulier 116. Op
10 maart 2013 is wederom een urinecontrole bij klager afgenomen. Uit de uitslag van deze urinecontrole blijkt dat klager een THC-waarde van 135 ng/ml had tegenover een kreatininewaarde van 16 mmol/l, hetgeen resulteert in een THC-kreatinineratio van
8,43.

De beroepscommissie gaat bij haar beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden, die door klager ter zitting zijn aangevoerd en waarvan de juistheid niet door de directeur is betwist. De bij de urinecontrole van 10 maart 2013 gemeten
THC-waarde is ten opzichte van de urinecontrole van 15 februari 2013 sterk gedaald. Klager heeft gedurende de eerste zeven weken van zijn detentie ‘in alle beperkingen’ gezeten en heeft geen contact gehad met medegedetineerden. Tijdens de eerste weken
van zijn detentie is klager acht kilo afgevallen. Voorafgaande aan zijn detentie heeft hij gedurende meerdere jaren intensief en regelmatig softdrugs gebruikt.

De beroepscommissie is van oordeel dat de uitslag van de urinecontrole van 10 maart 2013 niet zonder meer de conclusie rechtvaardigt dat klager na de urinecontrole van 15 februari 2013 cannabis heeft gebruikt. De urinecontrole van 10 maart 2013 is
binnen vier weken na het begin van klagers detentie afgenomen. Op dat moment was klager nog onderworpen aan verregaande vrijheidsbeperkende maatregelen, met als gevolg dat hij in die periode (nagenoeg) geen contact heeft gehad met medegedetineerden.
Klager heeft aangegeven gedurende tien jaren veel en regelmatig cannabis te hebben gebruikt. Het hoge THC-gehalte in zijn urine bij binnenkomst in de p.i. wijst daar ook op. De daling van de THC-waarde is vervolgens aanzienlijk. THC nestelt zich in
lichaamsvet en komt bij gewichtsverlies – klager heeft in een paar weken tijd acht kilo verloren – versneld vrij.
Tegen deze specifieke achtergrond acht de beroepscommissie het onvoldoende vaststaan dat klager tijdens zijn detentie softdrugs heeft (bij)gebruikt. De bestreden beslissing van de directeur dient derhalve te worden aangemerkt als onredelijk en
onbillijk. Het beroep zal gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, ziet de
beroepscommissie aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming van € 22,50 toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 22,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 26 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven