Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1651/GB, 6 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1651/GB

Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een gevangenis in de regio Den Haag/Zoetermeer, de regio Utrecht of de regio Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 17 augustus 2006 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 28 maart 2013 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om overplaatsing naar een inrichting in de regio
Den Haag/Zoetermeer, waar zijn (klein)kinderen woonachtig zijn, de regio Utrecht, waar zijn moeder woonachtig is, of de regio Amsterdam, waar de zittingen zullen plaatsvinden en waar zijn raadslieden gevestigd zijn. De selectiefunctionaris acht de
reden
van het verzoek legitiem. Klager ontvangt in de locatie Ooyerhoek Zutphen minder bezoek dan in de locatie De Schie. De selectiefunctionaris heeft het verzoek echter toch afgewezen, omdat klager niet samengeplaatst kan worden met zijn mededaders,
waardoor een overplaatsing naar de regio Utrecht/Amsterdam niet tot de mogelijkheden behoort. Uit de bestreden beslissing blijkt niet dat de selectiefunctionaris de mogelijkheden voor overplaatsing naar de regio
Den Haag/Zoetermeer heeft betrokken bij de beslissing. Hierdoor is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen omdat hij informatie heeft verstrekt over de betrokkenheid van een personeelslid en een gedetineerde bij de invoer van contrabande. De directeur van de locatie De Schie heeft
aangegeven dat klager zelf een personeelslid heeft benaderd met informatie over de invoer van contrabande en de mogelijke betrokkenheid van een personeelslid daarbij. Naar aanleiding van deze melding is in de locatie De Schie een onderzoek ingesteld
waarbij verschillende gedetineerden zijn gehoord. Één van deze gedetineerden is vervolgens verhaal gaan halen bij klager. Op grond hiervan heeft de directeur van de locatie De Schie gemeend dat de veiligheid van klager niet langer gegarandeerd kon
worden.
Klager heeft vervolgens om bezoektechnische redenen verzocht om overplaatsing naar een inrichting in de regio Utrecht/Amsterdam. De selectiefunctionaris staat positief tegenover dit overplaatsingverzoek. Het verzoek kan echter niet toegewezen worden,
omdat klager niet in dezelfde inrichting als zijn medeverdachten geplaatst mag worden. Ook terugplaatsing naar de locatie De Schie behoort niet tot de mogelijkheden, omdat klager niet samengeplaatst mag worden met een gedetineerde die daar verblijft.

4. De beoordeling
Uit het beroepschrift en uit het selectieadvies blijkt dat klager heeft verzocht om overplaatsing naar een gevangenis in de regio Den Haag/Zoetermeer, de regio Utrecht of de regio Amsterdam. Nu de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing en in
haar reactie op het beroepschrift slechts is ingegaan op klagers verzoek om overplaatsing naar een inrichting in de regio Amsterdam en de regio Utrecht, is de beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Het beroep zal
derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 6 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven