Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1548/SGA, 17 mei 2013, schorsing
Uitspraakdatum:17-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 13/1548/SGA
Betreft : [klager] datum: 17 mei 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Krimpen aan den IJssel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde p.i., inhoudende de uitsluiting van klager van bezoek zonder toezicht voor een
periode van twee maanden, vanwege een hem opgelegde disciplinaire straf die niet drugsgerelateerd is.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 12 mei 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 14 mei 2013.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Door verzoeker is het schorsingsverzoek schriftelijk toegelicht.

De directeur heeft zijn standpunt ten aanzien van het schorsingsverzoek schriftelijk kenbaar gemaakt.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. De voorzitter overweegt hieromtrent het volgende.

Gelet op artikel 60, eerste lid, van de Pbw staat geen beklag open tegen een algemene voor iedere gedetineerde in de inrichting geldende regel, tenzij deze in strijd is met hogere regelgeving. Verzoeker klaagt over de bepaling in onderdeel 3.8.1.2 van
de huisregels van de inrichting waarin onder meer is bepaald dat gedetineerden twee maanden geen aanspraak kunnen maken op bezoek zonder toezicht, indien de gedetineerde een sanctie, die niet drugs gerelateerd is, is opgelegd. Verzoeker verwijst naar
de
uitspraak van de beklagcommissie van 3 april 2013 (nummer: IJ-2012-001394 en IJ-2012-001407) waarin de beklagcommissie oordeelt dat de betreffende regel in strijd is met de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen. Het beklag is gegrond
verklaard en de directeur is opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Het door de directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel hiertegen ingestelde beroep is bij de Raad in behandeling onder nummer 13/1173/GA en zal naar verwachting binnenkort ter
zitting van de beroepscommissie worden behandeld. De directeur heeft niet om schorsing van de tenuitvoerlegging van voormelde uitspraak van de beklagcommissie verzocht. Gelet hierop dient naar het voorlopig oordeel van de voorzitter ook voor de
beoordeling van onderhavig schorsingsverzoek te worden uitgegaan van strijdigheid van onderdeel 3.8.1.2 van de huisregels met de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 17 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven