Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0718/GB, 22 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/718/GB

Betreft: [klager] datum: 22 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 februari 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) locatie Maastricht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 maart 2011 gedetineerd. Hij verbleef op de Extra Zorg Voorziening (EZV) van de Penitentiaire Inrichtingen (p.i.) Breda. Op 29 januari 2013 is hij overgeplaatst naar het PPC locatie Maastricht, een inrichting voor bijzondere opvang
als bedoeld in artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Volgens klager hoort hij niet in een PPC te verblijven. Er is een groot complot dat hem naar het PPC wilde overplaatsen. Klager beweert nooit met een psycholoog of een psychiater te hebben
gesproken.
Het advies van de psycholoog is dan ook op leugens gebaseerd. Deze gedwongen overplaatsing is in strijd met de mensenrechten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De directeur van de p.i. Breda heeft een voorstel tot plaatsing in een PPC uitgebracht. Uit zijn advies blijkt dat klager meer zorg nodig heeft dan men kan bieden in
een
inrichting met een regime van algehele gemeenschap. De gedragsdeskundige adviseerde om klager naar het PPC locatie Maastricht over te plaatsen.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC locatie Maastricht is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van het bepaalde in art. 20c van de Regeling komen voor plaatsing in een PPC die gedetineerden in aanmerking, ten aanzien van wie in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek,
verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd of ten aanzien van wie in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist. In de toelichting bij dit artikel is bepaald dat
de
directeur van de inrichting waar de gedetineerde op dat moment verblijft aan de selectiefunctionaris advies uitbrengt over de behoefte aan forensische zorg. Dit advies wordt gegeven op basis van screening en indicatiestelling door het psycho-medisch
overleg van de inrichting of het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.

4.3. Nu in de onderhavige zaak zowel de inhoud en resultaten van voormelde screening als een indicatiestelling bij de stukken ontbreken, kan niet worden beoordeeld of de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris op goede gronden is genomen.
Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek van de selectiefunctionaris. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe
beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van C.M.E. Taverne, secretaris, op 22 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven