Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0286/GA, 8 april 2013, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/286/GA

betreft: [klager] datum: 8 april 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 28 januari 2013 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager, alsmede zijn raadsman, mr. J. van Wijk, in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagcommissie heeft overwogen dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd, omdat een enkele verwijzing naar
niet bijgevoegde adviezen van politie en het Openbaar Ministerie (OM) en het zonder nadere motivering mededelen dat er geen geschikt verlofadres is, niet voldoende is. Klager was echter wel op de hoogte van de redenen van de politie om het verlofadres
niet goed te keuren. Er zijn diverse gesprekken hierover met hem gevoerd. Het veiligheidshuis heeft hem zelfs een andere woning aangeboden, zodat hij ongestoord verlof zou kunnen genieten, maar hij wilde dit niet. Rondom klagers woonadres heerst veel
onrust. Klager weet dit. Klager weet ook dat de Advocaat-Generaal negatief zal blijven adviseren ten aanzien van verlof op zijn woonadres. Dat het advies van de politie niet is opgenomen in de bestreden beslissing is een schoonheidsfout.

Namens klager is daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft klagers raadsman aangegeven dat hij niet eerder dan ter zitting van de beklagcommissie bekend was met (de inhoud van) de brief van de politie.

3. De beoordeling
Klagers verzoek om algemeen verlof is bij beslissing van 21 december 2012 afgewezen. Aan die beslissing is ten grondslag gelegd dat “zowel het OM als de politie nog steeds onderbouwd negatief adviseren, waarbij de politie aangeeft dat zij ook dit door
u
opgegeven verlofadres, niet geschikt achten voor een ongestoord verlof. Gezien de motivatie die zij geven heb ik geen vertrouwen in een goed verloop van het verlof.”.

Op grond van artikel 4, aanhef en onder j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting wordt verlof geweigerd, indien een aanvaardbaar verlofadres ontbreekt. De beroepscommissie stelt voorop dat de aanvaardbaarheid van het verlofadres wordt
bepaald door de woning, in relatie tot de omgeving, en de bewoners. Uit het ter zitting bij de beklagcommissie overgelegde advies van de politie van 11 juli 2012 blijkt dat het door klager opgegeven verlofadres (klagers woonadres) niet is goedgekeurd
wegens een aantal incidenten. Zo is er in februari 2012 schade ontstaan aan een ruit van de woning, omdat vermoedelijk met een luchtbuks is geschoten op de ruit, zijn er door onbekende personen stenen gegooid naar de woning en is klagers auto bekrast.
Verder is het de politie bekend dat buurtbewoners te kennen hebben gegeven dat het beter is dat klager niet terugkeert naar zijn woning.
Hoewel de onderbouwing van het advies van de politie niet is genoemd in de bestreden beslissing, is dit advies ter zitting van de beklagcommissie alsnog overgelegd en heeft klager hierop kunnen reageren. Nu een aanvaardbaar verlofadres een voorwaarde
is
voor verlofverlening en het door klager opgegeven verlofadres niet is goedgekeurd in verband met verschillende incidenten die op het adres hebben plaatsgevonden, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur tot afwijzing van
het
verzoek om algemeen verlof, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk is aan te merken. Dit betekent dat het beroep van de directeur gegrond is. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en
het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 8 april 2013

secretaris voorzitter

Naar boven