Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2301/GA, 16 september 2013, beroep
Uitspraakdatum:16-09-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2301/GA

betreft: [klager] datum: 16 september 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 juni 2013 van de beklagcommissie bij de locatie De Torentijd te Middelburg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie De Torentijd in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. A.J. Sol, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van de directeur van 21 maart 2013 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beroepscommissie heeft in haar uitspraken (waaronder 13/0286/GA) beslist dat de aanvaardbaarheid van het verlofadres afhankelijk is van de woning,
de omgeving en de bewoners. De beklagcommissie heeft niet aan deze eisen getoetst. Artikel 4 onder j van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) is in casu een onjuiste afwijzingsgrond. Het verlofadres is slechts als
onaanvaardbaar beoordeeld, omdat de politie heeft meegedeeld dat het adres in het BVH-systeem voorkwam en dat de bewoner bij de politie bekend was. Op het adres woont een tante van klager. Zij heeft in het verleden aangifte gedaan omdat zij slachtoffer
was van een strafbaar feit. Het enkele gegeven dat de bewoner en het adres in het systeem van de politie voorkomen, is in dit geval onvoldoende om een verlofadres als onaanvaardbaar te kwalificeren. Het advies van de politie voldoet niet aan de daartoe
te stellen voorwaarden en om die reden had niet op basis van dit advies afwijzend mogen worden beslist.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klagers tweede verzoek om algemeen verlof is bij beslissing van 21 maart 2013 afgewezen op grond van artikel 4, aanhef en onder j, van de Regeling. Op grond van dit artikel wordt verlof geweigerd, indien een aanvaardbaar verlofadres ontbreekt. De
beroepscommissie stelt voorop dat de aanvaardbaarheid van het verlofadres wordt bepaald door de woning, in relatie tot de omgeving, en de bewoners. Indien de directeur van oordeel is dat er sprake is van een onaanvaardbaar verlofadres, dient hij dit
voldoende feitelijk te onderbouwen. De directeur heeft zijn beslissing gebaseerd op het negatieve advies van de politie van 18 maart 2013. In dit advies van de politie staat dat de bewoners van het verlofadres kunnen worden gelinkt aan mutaties en
strafbare feiten die in het politiesysteem staan geregistreerd. De beroepscommissie is van oordeel dat deze enkele mededeling zonder nadere concretisering/onderbouwing, niet als grondslag kan dienen voor de afwijzing van de aanvraag. Hierbij neemt zij
in aanmerking dat klager in beroep heeft verklaard dat zijn tante op het verlofadres woont en dat zij, omdat zij ooit aangifte heeft gedaan, in het politiesysteem staat geregistreerd. De beslissing van de directeur is onder deze omstandigheden derhalve
onvoldoende feitelijk onderbouwd. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Daarnaast zal de beslissing waarover is geklaagd worden
vernietigd en zal de directeur worden opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie zal klager geen tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie kent klager geen tegemoetkoming
toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van der Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van M. van Aalst, secretaris, op 16 september 2013

secretaris voorzitter

Naar boven