Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1499/GA, 30 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1499/GA

betreft: [klager] datum: 30 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 mei 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
De beklagrechter heeft aan klager geen tegemoetkoming toegekend met betrekking tot de gegrondverklaring van klagers beklag inhoudende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van vier dagen wegens weigering mee
te werken aan plaatsing in een meerpersoonscel en voor nader onderzoek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De klacht had materieel gegrond verklaard moeten worden en aan klager had een tegemoetkoming toegekend dienen te worden. Voorafgaand aan het opleggen
van
de ordemaatregel had het onderzoek naar een contra-indicatie voor plaatsing op een meerperscooncel moeten worden uitgevoerd, gelet op de uitspraak van de beroepscommissie van 9 mei 2011, nr. 11/1336/SGA. Voorts had aan klager bij niet meewerken aan
plaatsing op een meerpersoonscel in plaats van een ordemaatregel een disciplinaire straf opgelegd moeten worden, gelet op de uitspraken van de beroepscommissie van 8 augustus 2011, nr. 11/0728/GA en 6 maart 2010, nr. 09/0570/SGA. Het onderzoek is niet
voortvarend gedaan. Uit een telefoongesprek naar het b.s.d. van de inrichting van herkomst of uit raadpleging van klagers penitentiair dossier had de contra-indicatie kunnen blijken. Klager verzoekt om een tegemoetkoming van € 10,=.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat de directeur, ingegeven door de weigering van klager mee te werken aan plaatsing in een meermanscel, tot oplegging van de onderhavige ordemaatregel heeft besloten, opdat kon worden uitgezocht of er inderdaad bij
klager, zoals deze stelde, sprake was van een contra-indicatie voor plaatsing op een meermanscel. Naar het oordeel van de beroepscommissie is evenwel niet gebleken dat dit onderzoek niet voorafgaand aan de plaatsing heeft kunnen geschieden. Het
opleggen
van de ordemaatregel moet dan ook als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve vernietigt de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag gegrond. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer
ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover het beklag inhoudelijk ongegrond is verklaard en verklaart het beklag alsnog geheel gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
P.A.M. Peters, secretaris, op 30 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven