Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3403/JB, 11 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:11-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3403/JB

Betreft: [klager] datum: 11 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van mr. M.E.J. de Hart, namens

[...], geboren op [1995], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 oktober 2011 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 februari 2012, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) De Heuvelrug, locatie Eikenstein te Zeist zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.E.J. de Hart, en de selectiefunctionaris
[...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager om te worden overgeplaatst naar De Catamaran te Eindhoven afgewezen.

2. De feiten
Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 5 juli 2011 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.) opgelegd. De tenuitvoerlegging van de maatregel is begonnen op 20 juli 2011.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
In het vonnis van 5 juli 2011 wordt overwogen dat klager geplaatst dient te worden in De Catamaran vanwege de behandeling van zijn ASS-problematiek. Klager is in de afgelopen drie jaar meermalen middels een ondertoezichtstelling en machtigingen
uithuisplaatsing in de verschillende instellingen van gesloten jeugdzorg geplaatst. Bij al deze plaatsingen is het nooit tot behandeling gekomen. Klager hoopte dat hij behandeld zou worden na oplegging van de p.i.j.-maatregel, maar volgens hem vindt
nog
geen behandeling plaats. Hij heeft recht op behandeling in de GGZ. Klager wil graag voor zijn boosheid behandeld worden. Volgens klager duren de behandeling en de therapieën in de j.j.i. Den Hey-Acker te lang. De p.i.j-maatregel duurt nu al vijf
maanden
en pas kortgeleden is de delictanalyse gestart. Klager wil geplaatst worden in een instelling waar men precies weet hoe hij behandeld moet worden. Klager is van mening dat er meer gepraat moet worden over zijn problematiek en hij denkt dat dat in De
Catamaran het geval zal zijn. Klager gebruikt medicijnen, waaronder Abilifly en Melatonine. Klager vindt zijn groep van vijf jeugdigen wel goed. Volgens de raadsvrouw is er in de j.j.i. Den Hey-Acker geen psychiater aanwezig. Een j.j.i. is voor klager
gecontraïndiceerd vanwege de onrust en drukte die daar is. Klager is geplaatst in Den Hey-Acker omdat er daar net een zedengroep is gestart. De raadsvrouw verwijst naar het tweede perspectiefplan van klager van december 2011. De Catamaran heeft
aangegeven dat zolang de strafzaak niet was afgerond, klager daar niet geplaatst kon worden. Bij brief van 2 december 2011 heeft Den Hey-Acker aan de raadsvrouw aangegeven wanneer jongeren voor plaatsing in De Catamaran in aanmerking komen. Zij zal
deze
brief aan de RSJ sturen.

De selectiefunctionaris heeft inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Uit de volgorde van het bepaalde in artikel 77s, vijfde lid, WvSr volgt dat in eerste instantie wordt bekeken of de jeugdige op basis van zijn problematiek in aanmerking komt voor behandeling in een j.j.i. Indien op basis van de gedragsrapportage wordt
vermoed dat het aanbod in de j.j.i. ’s onvoldoende passend is en voor een succesvolle behandeling specialistische expertise vereist is die binnen de j.j.i. niet geleverd kan worden, kan de selectiefunctionaris besluiten om de jeugdige elders te
plaatsen. In de selectieprocedure is Den Hey-Acker om advies gevraagd en op 26 augustus 2011 geeft Den Hey-Acker aan dat men geen contra-indicatie ziet voor plaatsing van klager. Klager behoort tot de doelgroep Ernstige Seksuele Problematiek (ESP) en
Den Hey-Acker kan hem een behandeltraject bieden.
De selectiefunctionaris gaat ervan uit dat er een psychiater werkzaam is in Den Hey-Acker. Klager verblijft thans op de zedengroep en dit is een kleine groep van vijf jeugdigen. De selectiefunctionaris gaat er vanuit dat er voldoende disciplines zijn
voor de behandeling van klagers ASS-problematiek.
Desgevraagd deelt de selectiefunctionaris mede dat hij niet weet wat de functie is van C.P., die vanuit Den Hey-Acker heeft geadviseerd over klagers plaatsing. Hij zal dit nagaan.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
De rechtbank heeft geadviseerd tot plaatsing van klager in De Catamaran te Eindhoven.

Uit de pro justitia rapportage van H.M v.d. M.v.S, kinder- en jeugdpsychiater en M. v. H, GZ-psycholoog van respectievelijk 26 april 2011 en 12 mei 2011 komt naar voren dat klager lijdt aan een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), PDD-nos, type McDD:
‘Klager is gebaat bij een zeer prikkelarme omgeving zoals die doorgaans meer geboden wordt binnen de GGZ dan binnen Justitie. De voorkeur gaat uit naar de GGZ-afdeling Catamaran boven de Individuele Trajectafdeling vanwege de noodzaak via
psycho-educatie de kernproblematiek (ASS) te behandelen (-)’.
In het per e-mail gegeven advies van 26 augustus 2011 geeft de j.j.i. Den Hey-Acker aan dat ‘de inrichting geen enkele contra-indicatie ziet voor opname op de ESP-groepen. Klager past qua problematiek prima binnen deze doelgroep’. Nadere onderbouwing
wordt niet gegeven; zo blijkt uit de e-mail niet wat de functie is van diegene die dit advies heeft opgesteld. De beroepscommissie is van oordeel dat de door de j.j.i. gebruikte formulering ‘geen contra-indicatie (-) past binnen de doelgroep’ een in
het negatief geformuleerde aanwijzing is die geen garantie biedt voor adequate behandeling. Uit de formulering van de j.j.i. én de (zeer summiere) toelichting van de selectiefunctionaris ter zitting is bovendien onvoldoende duidelijk geworden dat er
voldoende psychiatrische kennis en ervaring in de j.j.i. Den Hey-Acker aanwezig is om de complexe problematiek van klager te behandelen en zijn meervoudige medicatie te begeleiden.

Gezien het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris onvoldoende heeft onderbouwd dat Den Hey-Acker een behandeling gericht op klagers ASS- problematiek kan bieden.
Dit betekent dat de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd is en dat het beroep gegrond zal worden verklaard. De beroepscommissie zal de selectiefunctionaris opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen twee
weken na ontvangst daarvan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris.

Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J Calkoen-Nauta, voorzitter, prof.dr.T.A.H. Doreleijers en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, bijgestaan door mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 11 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven