Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4475/GB, 4 april 2012, beroep
Uitspraakdatum:04-04-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4475/GB

Betreft: [klager] datum: 4 april 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.P.J.C. Heuvelmans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 12 oktober 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is een ontkennende verdachte. Daarom is het niet mogelijk om een inschatting te maken van het recidiverisico en het risico op het onttrekken aan voorwaarden, waardoor er geen interventies in het kader van het programma Terugdringen Recidive (TR)
kunnen worden geïndiceerd (11/4366/GB). Het niet meewerken aan het programma TR kan niet aan klager worden tegengeworpen (11/3209/GV). De advocaat-generaal (AG) heeft geen kennis van klagers strafzaak. Dat er sprake zou zijn van recidivegevaar kan dus
niet vastgesteld worden. Het is tevens onduidelijk hoe er een confrontatie met de slachtoffers zou kunnen plaatsvinden. De aangevers van het delict hebben klager niet herkend en de slachtoffers wonen in een andere plaats dan klager. Klager is
aangesteld
als afdelingsreiniger, hetgeen bewijst dat hij goed kan omgaan met meer verantwoordelijkheid en vrijheid. Klager gedraagt zich in de inrichting naar behoren. Klager is nog nooit veroordeeld en staat bekend als een modelgedetineerde. Dit betekent dat
zijn recidiverisico als laag kan worden ingeschat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager wenst onvoldoende mee te werken aan het programma TR. De AG gaat in zijn advies kennelijk in op het gevaar voor recidive. De selectiefunctionaris kan hier niets inhoudelijks over zeggen, maar het recidivegevaar dient onderzocht te worden om te
kunnen adviseren over het verlenen van vrijheden. Klager wenst hier niet aan mee te werken en beroept zich op zijn zwijgrecht. Het recidiverisico kan hierdoor niet worden ingeschat.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en
maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. Klager is op 29 april 2011 in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. Het Gerechtshof ’s-Gravenhage heeft klager op 24 februari 2012 een gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd. Hierdoor is klagers v.i.-datum verschoven
van 11 juni 2013 naar 9 februari 2014. Gelet op artikel 3, tweede lid onder b, van de Regeling komt klager alleen al op basis van zijn strafrestant niet in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van E.E.M. Kapel, secretaris, op 4 april 2012

secretaris voorzitter

Naar boven