Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/4454/GB, 23 februari 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-02-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/4454/GB

Betreft: [klager] datum: 23 februari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.C.J. Lina, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 december 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Maashegge of de z.b.b.i. van de locatie Roermond, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 18 juli 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beslissing van de selectiefunctionaris is onjuist en niet gebaseerd op de juiste gronden. Er is immers een openstaande zaak, maar daarmee staat niet vast dat aan klager in deze zaak een
vrijheidsstraf zal worden opgelegd. Ook al wordt de zaak behandeld in het eerste kwartaal van 2012, dan staat daarmee evenmin vast dat in het eerste kwartaal van 2012 ook een onherroepelijk vonnis wordt gewezen. Daarnaast is al op 19 september 2011
door
de officier van justitie aan klagers raadsman schriftelijk bericht dat de openstaande zaak wat betreft de officier van justitie geen beletsel hoeft te vormen voor klagers detentiefasering. Volgens klager kan het toch niet zo zijn dat de
selectiefunctionaris op eigen gronden beslist en het standpunt van de officier van justitie negeert.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Gezien de nog openstaande strafzaak van klager, kan hij op dit moment niet faseren naar een z.b.b.i. De behandeling van de openstaande strafzaak zal plaatsvinden in het eerste kwartaal van 2012. Dit is nog voor de einddatum van klagers detentie.
Hierdoor kan de einddatum volgens de selectiefunctionaris niet worden vastgesteld. Gelet op het ontbreken van een einddatum komt klager, conform de regelgeving, niet in aanmerking voor verdere detentiefasering. Het advies van de officier van justitie
wordt in dit geval niet overgenomen en is in dit geval ondergeschikt aan de geldende regelgeving.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico
vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan, geen veroordelingen tot betaling van een geldboete of geldbedrag van meer dan € 226,= hebben openstaan, een
strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 2000,176) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rol speelt. Indicator
bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve hechtenis, incidenteel verlof,
strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de
persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De beroepscommissie heeft eerder, in haar uitspraak van 9 december 2008 met nummer 08/2481/GB, overwogen dat de beslissing dat een gedetineerde nog niet in aanmerking komt voor detentiefasering indien sprake is van een openstaande strafzaak
niet
onredelijk of onbillijk is. De beroepscommissie heeft in die zaak verder overwogen dat dat slechts anders zou zijn indien - achteraf oordelend - de einddatum van klagers detentie wel bekend zou zijn en niet zodanig ver in de toekomst zou zijn gelegen
dat dit een detentiefasering thans in de weg staat.

4.4. Uit de stukken blijkt dat de einddatum van klagers detentie is gesteld op 5 april 2012. De officier van justitie heeft aan klagers raadsman bericht dat de openstaande zaak geen beletsel hoeft te vormen voor klagers detentiefasering. Voorts ligt
de einddatum van klagers detentie niet zodanig ver in de toekomst dat dit een detentiefasering thans in de weg staat. Bovendien is uit informatie van de rechtbank Roermond gebleken dat in de openstaande strafzaak van klager op 31 januari 2012 uitspraak
is gedaan. De dagvaarding is nietig verklaard. Nu verder uit de stukken in het dossier blijkt dat klager zich in de inrichting goed heeft gedragen en hij steeds tijdig is teruggekeerd van verloven, moet de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een
nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 februari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven