Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/3347/GB, 10 januari 2012, beroep
Uitspraakdatum:10-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/3347/GB

Betreft: [klager] datum: 10 januari 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T. Kemper, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 oktober 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 22 maart 2010 gedetineerd. Hij verbleef op de afdeling extra zorgvoorziening (EZV) van de locatie Zuid te Arnhem. Op 31 oktober 2010 is hij overgeplaatst naar het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichting
Vught. Sinds 14 juni 2011 verbleef klager in het Justitieel Medisch Centrum (JMC) te Den Haag. Op 12 oktober 2011 is klager uit dit centrum ontslagen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft volgens klager ten onrechte aan de bestreden beslissing ten grondslag gelegd dat hij niet bereid zou zijn mee te werken. Het is totaal onduidelijk wat hiermee is
bedoeld. Klager is te allen tijde bereid om mee te werken aan interventies in het kader van Terugdringen Recicidive (TR). De omstandigheid dat er geen interventies zijn opgenomen in het TR-plan is niet aan hem te wijten. Dat de trajectbegeleider, zoals
in het TR-plan staat vermeld, zich door de vele tegenstrijdigheden en complexiteit van de zaak heeft onthouden van advies met betrekking tot detentiefasering of verlof van klager, is evenmin aan klager te wijten. Bovendien is onduidelijk op welke
tegenstrijdigheden de trajectbegeleider doelt. Ook de complexiteit van de zaak, hetgeen een beoordeling van de trajectbegeleider zelf is, kan niet aan klager worden tegengeworpen. De trajectbegeleider heeft aangegeven dat nog niet wordt overgegaan tot
het opstellen van interventies omdat eerst de uitspraak in hoger beroep wordt afgewacht. Op 3 mei 2011 is uitspraak gedaan, maar een nieuw onderzoek in het kader van TR is uitgebleven. Ten slotte stelt de selectiefunctionaris volgens klager ten
onrechte
dat hij eerst op 12 januari 2012 in aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i. Hierbij wordt ten onrechte geen rekening gehouden met de periode die klager in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Volgens klager kwam hij derhalve reeds op 18 oktober
2011
in aanmerking voor plaatsing in een b.b.i.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
In het selectieadvies van de locatie Zuid is negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot overplaatsing naar een b.b.i omdat klager niet bereid is ergens aan mee te werken en er geen interventies zijn opgenomen in het TR-plan. Klager is
inmiddels ontslagen uit het JMC, zodat in zoverre geen sprake meer is van een contra-indicatie voor plaatsing in een b.b.i. De fictieve einddatum van klagers detentie is gesteld op 20 juli 2013. Dit betekent dat klager vanaf 20 januari 2012 in
aanmerking komt voor overplaatsing naar een b.b.i. De selectiefunctionaris verwacht voor die tijd een selectieadvies met betrekking tot klagers detentiefasering en overplaatsing naar een b.b.i.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris het standpunt van klager dat hij vanwege de periode die hij in voorlopige hechtenis heeft gezeten reeds op 18 oktober 2011 in aanmerking kwam voor overplaatsing naar een b.b.i, niet gemotiveerd heeft weersproken. Tevens is hierbij
in aanmerking genomen dat niet aan klager kan worden verweten dat er geen interventies zijn opgenomen in het TR-plan. Bovendien is na uitspraak in hoger beroep een nieuw onderzoek in het kader van TR uitgebleven. Nu het recidiverisico als laag
gemiddeld
wordt ingeschat en klager is ontslagen uit het JMC is in zoverre evenmin sprake van een contra-indicatie voor overplaatsing naar een b.b.i. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een
nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven