Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2013/GB, 5 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:05-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2013/GB

Betreft: [klager] datum: 5 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 juni 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 12 oktober 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 20 juni 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam waar een regime van algehele
gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De motivering van de ongegrondverklaring is onjuist. De selectiefunctionaris heeft het over relatief intensief privé contact. Het is niet duidelijk waar dit uit blijkt. Klager verwijst naar zijn
motivering in zijn bezwaarschrift. Klagers eerste voorkeur ging uit naar een plaatsing in de p.i. Dordrecht. Klager wil het beroep mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Alles overziende kan het niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt om klager te selecteren voor het regime van algehele gemeenschap van de locatie De Schie te
Rotterdam. Voor de argumentatie wordt verwezen naar de beschikking van 27 juni 2011. Voorts kan worden toegevoegd dat een personeelslid van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht in het verleden werkzaam is geweest bij de vader van klager en ook
thuis kwam bij de familie van klager. Zij heeft aangegeven het niet prettig te vinden indien klager wordt geplaatst in de p.i. Dordrecht.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft aangegeven het beroep mondeling te willen toelichten. Er zijn geen gronden aangedragen voor deze mondelinge toelichting en het verzoek zal daarom worden afgewezen. Op basis van de in beroep overgelegde stukken acht de
beroepscommissie zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen.

4.2. De locatie De Schie te Rotterdam is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.3. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris bij het nemen van zijn beslissing rekening dient te houden met, naast de persoonlijke belangen van klager, (onder meer) het algemene belang van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de detentie. Dat algemene belang moet, gelet op
de
bezwaren tegen een plaatsing in de p.i. Dordrecht wegens bekendheid met een personeelslid, naar het oordeel van de beroepscommissie in dit geval zwaarder wegen dan de door klager aangevoerde persoonlijke belangen. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van A. Verwest, secretaris, op 5 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven