Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1995/GA, 31 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:31-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1995/GA

betreft: [klager] datum: 31 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem, locatie Arnhem-Zuid,

gericht tegen een uitspraak van 2 juli 2010 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 september 2010, gehouden in de p.i. Hoogeveen, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Arnhem-Zuid heeft telefonisch laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat het klager niet wordt toegestaan zijn eigen televisie in te voeren.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht. Hij verwijst naar de circulaire 8 oktober 2009, kenmerk 5623586/DJI/09, betreffende de wijziging en aanvulling circulaire
5508700/07/DJI/standaardisering fondsen waaruit blijkt dat gedetineerden 3 euro per week betalen voor een combinatie van een tv en een aansluiting. Ook als men een eigen tv zou invoeren moet er 3 euro per week voor de aansluiting worden betaald.
Volgens
de directeur heeft klager dus niets teveel betaald en is de tegemoetkoming dan ook ten onrechte toegekend. De directeur kan de invoer van een eigen tv toestaan. In p.i. Arnhem is daar niet voor gekozen en is in alle verblijfsruimtes een flatscreen tv
aan de muur bevestigd. In die zin maakt de tv deel uit van de van rijkswege verzorgde inventaris en bepaalt artikel 4.5.1.1. van de huisregels dat het de gedetineerde niet is toegestaan voorwerpen van dezelfde soort als de voorwerpen die deel uitmaken
van de van rijkswege verzorgde inventaris onder zijn berusting te houden op zijn verblijfsruimte.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager wil zijn eigen tv invoeren. Hij mocht dat in eerdere inrichtingen ook, maar nu niet. Daarbij hoefde hij elders niet te betalen voor de
aansluiting.
Hij vindt dan ook dat hij ten onrechte huurbedragen heeft moeten betalen in de p.i. Arnhem.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich op basis van de stukken, waaronder de door de directeur Gevangeniswezen desgevraagd toegezonden informatie over de betekenis van de eerder genoemde circulaire, welke informatie naar partijen is gezonden, en het verhandelde
ter zitting voldoende voorgelicht over de zaak en wijst het verzoek van de directeur om aanhouding van de behandeling derhalve af.

De beroepscommissie stelt vast dat in geschil is (a) of klager zijn eigen tv mag invoeren in de p.i. Arnhem (locatie Arnhem-Zuid) en (b) of klager 3 euro per week dient te betalen voor de door de inrichting standaard in de verblijfsruimte aangebrachte
tv en/of tv-aansluiting.

De beroepscommissie stelt verder vast dat de situatie in de onderhavige inrichting aldus is, dat in elke verblijfsruimte door de inrichting standaard een flatscreen tv aan de muur is aangebracht. In de huisregels van de inrichting is onder artikel
4.5.1.2. (dat handelt over de op de verblijfsruimte toegestane voorwerpen) niet de tv opgenomen. De gedetineerde kan wel een verzoek indienen bij het afdelingshoofd om een eigen tv in zijn verblijfsruimte te mogen hebben. In de p.i. Arnhem, locatie
Arnhem-Zuid, zo begrijpt de beroepscommissie, worden die verzoeken afgewezen vanwege het feit dat er al een - door de inrichting verstrekte - tv aanwezig is.

De beroepscommissie is allereerst van oordeel dat een tv niet kan worden aangemerkt als een voorwerp dat deel uitmaakt van de van rijkswege verzorgde inventaris nu dit voorwerp niet zonder tegenprestatie door het Rijk wordt verstrekt, maar tegen
betaling van geld wordt gehuurd. Uit de tekst van de circulaire standaardisering fondsen (5508700/07/DJI), gewijzigd per 8 oktober 2009, alsmede uit de toelichting daarop door de directeur Gevangeniswezen leidt de beroepscommissie af dat er door de
gedetineerde niet alleen voor de aansluiting wordt betaald, maar ook voor de huur van de tv. De beroepscommissie is van oordeel dat sprake is van een voorwerp als bedoeld in huisregel 4.5.1.2 terzake waarvan het verzoek kan worden gedaan om deze onder
zijn berusting te houden.

De vraag is vervolgens of de directeur in redelijkheid negatief kon beslissen op het verzoek van klager tot het onder zijn berusting in zijn verblijfsruimte mogen hebben van zijn eigen tv. Naar het oordeel van de beroepscommissie kon de directeur
daartoe in redelijkheid beslissen. Daarbij is van belang dat er standaard een tv aan de muur van elke verblijfsruimte is bevestigd en dat de noodzaak tot invoering van een eigen tv daarom niet aanwezig is. Die noodzaak kan evenmin gevonden worden in
eventuele negatieve financiële gevolgen van de standaard aanwezigheid van de door de inrichting in elke verblijfsruimte aangebrachte tv. Immers, uit voormelde circulaire en toelichting van de directeur Gevangeniswezen leidt de beroepscommissie af dat
een gedetineerde, ook als hij een eigen tv invoert, 3 euro per week moet betalen voor de tv-aansluiting.

Anders gezegd: door de standaard aanwezigheid van de door de inrichting verstrekte tv komt de gedetineerde niet in een financieel nadeliger positie dan wanneer hij wel een eigen tv op zijn verblijfsruimte zou mogen hebben. Dat in een aantal
inrichtingen
(waaronder de inrichting waar klager voor zijn plaatsing in de p.i. Arnhem heeft verbleven) niet een juiste uitvoering wordt gegeven aan de in de circulaire vermelde regels (door geen kosten voor de aansluiting in rekening te brengen als een
gedetineerde een eigen tv invoert) doet hier niet aan af. Klager kan daar geen rechten aan ontlenen.

Dit leidt ertoe dat het beroep gegrond zal worden verklaard, dat de beslissing van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag alsnog ongegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, J. Schagen en dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris op 31 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven