Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven gespecialiseerde zorg Wlz 2025 - BR/REG-25133
Vaststellingsdatum:09-07-2024Geldigheid:01-01-2025 t/m Versie:vergelijk Status: Toekomstig geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Grondslag

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

Wlz-uitvoerder:

de rechtspersoon die geen zorgverzekeraar is en die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wet langdurige zorg (Wlz) heeft aangemeld voor de uitvoering van de Wlz, daaronder begrepen de met toepassing van artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz door de Minister van VWS aangewezen uitvoerder.

zorgaanbieder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, onder 1°, van de Wmg.

expertisecentrum:

een (onderdeel van een) zorgaanbieder die gespecialiseerde zorg levert waarbij sprake is van een zekere concentratie van cliënten met vergelijkbare kenmerken. Hierbij kan in de praktijk onderscheid gemaakt worden tussen Doelgroepenexpertisecentra (DEC's) en Regionale expertisecentra (REC's).

doelgroep:

cliënten die in een instelling verblijven met een aanspraak op gespecialiseerde zorg in verband met de ziekte van Huntington, het syndroom van Korsakov, een langdurige bewustzijnsstoornis, dementie met zeer ernstig probleemgedrag die gericht is op verbetering van het probleemgedrag of een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel c, onder 9, 10, 11, 12 en 13 van de Regeling langdurige zorg (Rlz).

Artikel 2 Doel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om prestatiebeschrijvingen en tarieven vast te stellen voor gespecialiseerde zorg in verband met het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington, een langdurige bewustzijnsstoornis (LBS), dementie met zeer ernstig probleemgedrag die gericht is op verbetering van het probleemgedrag (D-zep), of een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening (GP+).

Artikel 3 Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wlz die wordt geleverd door zorgaanbieders.

Artikel 4 Prijspeil

De loon- en materiële kosten van de beleidsregelwaarde bevatten de definitieve percentages 2024 en de voorschotpercentages 2025. De nhc bevat de jaarijkse index van 2,5% en de nic bevat de index voor de materiële kosten.

Artikel 5 Beleidsregelwaarden voor tariefvaststelling

1. Tarieven

De NZa stelt de tarieven in een tariefbeschikking vast op de bedragen zoals vermeld in artikel 6 (beleidsregelwaarden).

De tarieven die de NZa vaststelt op basis van deze beleidsregel zijn maximumtarieven. Een maximumtarief is een tarief dat ten hoogste in rekening mag worden gebracht. Bij het maken van productieafspraken kunnen de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor en de zorgaanbieder lagere tarieven afspreken.

2. Aanvaardbare kosten

De gehonoreerde productieafspraak met betrekking tot de prestaties en beleidsregelwaarden zoals vermeld in deze beleidsregel maken onderdeel uit van de aanvaardbare kosten.

3. Opbouw beleidsregelwaarden

De onderbouwing van de rekenmethode die gehanteerd wordt door de NZa om tot de intramurale beleidsregelwaarden te komen, is hieronder uiteengezet:

  • De beleidsregelwaarden zijn gebaseerd op de inzichten en kosten van zorgaanbieders die een expertisecentrum zijn of willen worden;

  • Deze zorgaanbieders hebben het document Toetsingskader criteria Commissie Expertisecentra langdurige zorg (CElz) vertaald naar implementatieplannen waaraan de zorgverlening moet voldoen. Hierbij heeft men per doelgroep een gezamenlijke zienswijze ontwikkeld op de te leveren zorg en gekeken wat mogelijk is;

  • Vervolgens zijn de belangrijkste kostendrijvers benoemd en mutaties hierop in kaart gebracht zoals:

    • vov-personeel op de groep en hun deskundigheid (alle doelgroepen);

    • De inzet van behandelpersoneel en hun deskundigheid (alle doelgroepen);

    • Inventaris en kapitaallasten.

  • Loonkosten vov-personeel en behandelaren:

    • De gewenste functies (vov 1 t/m 6 en behandelaren) zijn gekoppeld aan FWG- salarisschalen en periodieken. De periodieken staan doorgaans voor de ervaringsjaren van medewerkers. Het zorgpersoneel is niet in de hoogste trede (100%) geplaatst, maar veelal wel hoger dan 75%;

    • De te presteren tijd ten opzichte van de prestatie (voor gespecialiseerde zorg met verblijf direct en indirect cliëntgebonden tijd/bruto tijd). Als basis is veelal het rapport HHM Eindrapportage Onderzoek parameterwaarden Zorgzwaartepakketten - Nederlandse Zorgautoriteit (overheid.nl) van oktober 2013 genomen voor wat betreft de tijdsbesteding van behandelaren en vov/DB personeel (pagina 5 t/m 8). Vervolgens is de afwijking in kaart gebracht waarbij rekening is gehouden met:

      • (extra) opleidingstijd, scholingstijd, intervisietijd van het personeel in dienst (alle doelgroepen) zodat zorgverleners vakbekwaamheid kunnen opbouwen;

      • de bijdrage van het personeel aan het becommentariëren van concept stukken/plannen van het kenniscentrum (feitelijk schrijven stukken wordt bekostigd door het kenniscentrum) en het samenwerken met hbo en academische onderzoeksorganisaties (wetenschappelijk toegepast of fundamenteel onderzoek en onderwijs verlenen is geen onderdeel van het tarief);

      • het ziekteverzuim is aangepast op basis van de informatie van het CBS over ziekteverzuim voor categorie 87, vv, ghz en ggz gedurende de laatste vier kwartalen. Er is maximaal een ziekteverzuim van 9% toegepast;

      • enige voor- en of nazorg bij opname en ontslag van cliënten (alle doelgroepen).

    • De opslag overhead is gebaseerd op de Benchmark Care van Berenschot die uitging van de jaarrekening 2019. Als uitgangspunt is het 1e kwartiel genomen: vv 15,3%, ghz 14,5% en ggz 19,4% van de totale kosten. Als sprake is van sector-overstijgende grondslagen/zzp's is er een gemiddelde gehanteerd;

    • Bij de doelgroep LBS is rekening gehouden bij beide prestaties met een bedrag per dag per cliënt voor het inschakelen van een mobiel expertteam omdat deze (ingehuurde) zorg via onderlinge dienstverlening wordt bekostigd;

    • Voor de doelgroepen Huntington, Korsakov en GP+ is uitgegaan van een bezetting van 97% (met in achtneming van de geldende regels rondom declaratie bij aan- en afwezigheid van de cliënt). De bezettingsgraad in een DEC bij de doelgroep LBS is als gevolg van de onvoorspelbare uitkomst van vroege intensieve neurorevalidatie 85% en de bezettingsgraad van een REC is 95% als gevolg van de zeer beperkte doelgroep en het gewenste zorglandschap. Voor de doelgroep D-zep is voor beide prestaties een bezettingsgraad van 88% toegepast omdat cliënten maximaal 1 jaar, maar in de praktijk vaak korter aanwezig zijn.

  • Inventaris en kapitaallasten:

    • De NHC en NIC bedragen zijn overgenomen van de zzp prestaties inclusief behandeling. Alleen bij de DEC prestatie voor LBS is de NIC opgehoogd voor specifieke voorzieningen zoals beschreven in de prestatiebeschrijving (innowalk, totosysteem etc.);

    • Om dezelfde redenen als hierboven vermeld bij de loonkosten is in sommige gevallen afgeweken van het bezettingspercentage vermeld in de beleidsregel normatieve huisvestigingscomponent en normatieve inventariscomponent geestelijke gezondheidszorg, forensische zorg en langdurige zorg;

    • In de volgende tabel wordt per afzonderlijke prestatie aangegeven van welke zzp prestatie de NHC en NIC component zijn overgenomen, een eventuele aanpassing van het basisbedrag en het bezettingspercentage dat bij de berekening is toegepast.

Doelgroep

DEC

REC

NHC

NIC

Bezetting

%

NHC

NIC

Bezetting

%

Korsakov

VV7

VV7

97

VV7

VV7

97

Huntington

VV8

VV8

97

VV8

VV8

97

LBS

VV8

VV8 + extra

85

VV8

VV8

95

GP+

VV7

VV7

97

VV7

VV7

97

D-zep

VV7

VV7

88

VV7

VV7

88

  • Voor de opbouw van de beleidsregelwaarden in loon, materieel, nic en nhc wordt verwezen naar bijlage 1.

Artikel 6 Beleidsregelwaarden

De in artikel 5 beschreven beleidsregelwaarden voor tariefvaststelling zijn:

Prestatie

Prestatie-code

Totaalwaarde per dag

Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in DEC

EX003

€ 519,72

Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in REC

EX004

€ 498,63

Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in DEC

EX005

€ 672,87

Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in REC

EX006

€ 659,80

Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in DEC

EX007

€ 1.185,56

Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in REC

EX008

€ 791,76

Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in DEC

EX009

€ 540,44

Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in REC

EX010

€ 496,53

Artikel 7 Prestatiebeschrijvingen

De NZa stelt de navolgende prestatiebeschrijvingen per doelgroep vast. Deze prestaties zijn alleen van toepassing indien is voldaan aan de voorwaarden als weergegeven in de onderstaande overzichten.

1. Syndroom van Korsakov

a. Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in DEC

Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in DEC (EX003)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met het syndroom van Korsakov en een Wlz-indicatiebesluit.

De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit meestal aangewezen op zorgprofiel vv5, vv7, ggz4 of ggz5. Daarbij is sprake van ernstige regieproblematiek en co-morbiditeit op neuropsychiatrisch en/of somatisch gebied.

De doelgroep onderscheidt zich op de volgende punten van de doelgroepen zoals beschreven in de hierboven genoemde profielen:

  • De cliënten hebben op grond van de chronische aandoening syndroom van Korsakov intensieve begeleiding en behandeling nodig in combinatie met zeer intensieve verzorging en verpleging in een beschermende woonomgeving;

  • De cliënten functioneren sociaal nauwelijks zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig, vanwege de combinatie van ernstige neuro-psychiatrische, cognitieve en intersociale stoornissen. Ook is er vaak sprake van comorbiditeit op het gebied van somatische aandoeningen zoals carcinomen, hart/vaat problemen en ernstige COPD;

  • Daarvoor hebben zij ten aanzien van hun sociale redzaamheid volledige en intensieve begeleiding nodig en is overname van taken is noodzakelijk. Er bestaat een sterke behoefte aan het bieden van dagstructurering. De begeleiding is zowel individueel als groepsgericht;

  • Er is een sterke beperking op uitvoerend functioneren (organisatie en planningsvermogen) in combinatie met een zeer beperkt inlevingsvermogen (sociale cognitie is zeer beperkt) waardoor zelfstandig sociaal contact gestoord verloopt wat kan leiden tot agressiviteit in sociaal contact;

  • De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht, sturing en begeleiding nodig, omdat er sprake is van meerdere beperkingen tegelijk;

  • De cliënten hebben ten aanzien van ADL intensieve begeleiding nodig waarbij er vanuit de cliënt niet kan worden aangeven welke ADL ondersteuningsbehoefte, door een ernstige beperking van het zelfinzicht en zelfoverschatting in combinatie met fantastische confabulatie met amnesie. Door de veel voorkomende combinatie met ernstige lichamelijke aandoeningen kan ADL ook waar nodig geheel of gedeeltelijk overgenomen moeten worden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit binnenshuis hulp en/of ondersteuning nodig. Ten aanzien van mobiliteit buitenshuis is overname van zorg nodig (er is een begeleider nodig). Dit door de sterk gestoorde oriëntatie en navigatie in plaats (en tijd);

  • Verpleging is nodig op het gebied van observatie, signalering en verzorging ten gevolge van de somatische en ook sociale en gedragsstoornissen. Hierop worden in afstemming met het multidisciplinaire team de noodzakelijke verpleegkundige interventies uitgevoerd. De cliënten vragen van de verpleging continu grote alertheid omdat het actief inroepen van hulp en het adequaat reageren op bijvoorbeeld pijnprikkels niet normaal verloopt. Ook is er bij deze cliënten sprake van verschillende vormen van intensieve gedragsproblematiek, waardoor in situaties continu hulp, toezicht of sturing nodig is. Het corrigeren en activeren van gedrag is moeilijk doordat cliënten niet of een zeer beperkt inzicht hebben in de eigen beperkingen en ziekte/aandoening. Cliënten hebben geen of weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactieproblemen Ze kunnen daardoor in een groep niet sociaal en onvoorspelbaar gedrag vertonen.

Opname in een DEC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernteam. Hierbij zal de SO in het zorgdossier verklaren dat de specifieke cliëntkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden

  • Het gaat om de levering van gespecialiseerde zorg. Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 29,2 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 1: 5%;

    • niveau 2: 14%;

    • niveau 3: 57%;

    • niveau 4: 10%;

    • niveau 5: 11%;

    • overig personeel: 3%;

  • De inzet van behandelaren is per week gemiddeld circa 2,8 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • paramedisch personeel: 67%;

    • GZ-psycholoog: 18%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 15%;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 80 plaatsen, 97-100% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

b. Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in REC

Gespecialiseerde zorg syndroom van Korsakov geleverd in REC (EX004)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met het syndroom van Korsakov en een Wlz-indicatiebesluit.

De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit meestal aangewezen op zorgprofiel vv5, vv7, ggz4 of ggz5. Daarbij is sprake van ernstige regieproblematiek en co-morbiditeit op neuropsychiatrisch en/of somatisch gebied.

De doelgroep onderscheidt zich op de volgende punten van de doelgroepen zoals beschreven in het profiel behorende bij vv5, vv7, ggz4 of ggz5:

  • De cliënten hebben op grond van de chronische aandoening syndroom van Korsakov intensieve begeleiding en behandeling nodig in combinatie met zeer intensieve verzorging en verpleging in een beschermende woonomgeving;

  • De cliënten functioneren sociaal nauwelijks zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig, vanwege de combinatie van ernstige neuro-psychiatrische, cognitieve en intersociale stoornissen. Ook is er vaak sprake van comorbiditeit op het gebied van somatische aandoeningen zoals carcinomen, hart/vaat problemen en ernstige COPD;

  • Daarvoor hebben zij ten aanzien van hun sociale redzaamheid volledige en intensieve begeleiding nodig en is overname van taken is noodzakelijk. Er bestaat een sterke behoefte aan het bieden van dagstructurering. De begeleiding is zowel individueel als groepsgericht;

  • Er is een sterke beperking op uitvoerend functioneren (organisatie en planningsvermogen) in combinatie met een zeer beperkt inlevingsvermogen (sociale cognitie is zeer beperkt) waardoor zelfstandig sociaal contact gestoord verloopt, wat kan leiden tot agressiviteit in sociaal contact;

  • De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht, sturing en begeleiding nodig, omdat er sprake is van meerdere beperkingen tegelijk;

  • De cliënten hebben ten aanzien van ADL intensieve begeleiding nodig waarbij er vanuit de cliënt niet kan worden aangeven welke ADL ondersteuningsbehoefte, door een ernstige beperking van het zelfinzicht en zelfoverschatting in combinatie met fantastische confabulatie met amnesie. Door de veel voorkomende combinatie met ernstige lichamelijke aandoeningen kan ADL ook waar nodig geheel of gedeeltelijk overgenomen moeten worden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit binnenshuis hulp en/of ondersteuning nodig. Ten aanzien van mobiliteit buitenshuis is overname van zorg nodig (er is een begeleider nodig). Dit door de sterk gestoorde oriëntatie en navigatie in plaats (en tijd);

  • Verpleging is nodig op het gebied van observatie, signalering en verzorging ten gevolge van de somatische en ook sociale en gedragsstoornissen. Hierop worden in afstemming met het multidisciplinaire team de noodzakelijke verpleegkundige interventies uitgevoerd. De cliënten vragen van de verpleging continu grote alertheid omdat het actief inroepen van hulp en het adequaat reageren op bijvoorbeeld pijnprikkels niet normaal verloopt. Ook is er bij deze cliënten sprake van verschillende vormen van intensieve gedragsproblematiek, waardoor in situaties continu hulp, toezicht of sturing nodig is. Het corrigeren en activeren van gedrag is moeilijk doordat cliënten niet of een zeer beperkt inzicht hebben in de eigen beperkingen en ziekte/aandoening. Cliënten hebben geen of weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactieproblemen Ze kunnen daardoor in een groep niet sociaal en onvoorspelbaar gedrag vertonen;

  • De aard van het begeleidingsdoel heeft meestal betrekking op stabilisatie, begeleiding bij geleidelijke achteruitgang.

Opname in een REC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernteam. Hierbij zal de SO in het zorgdossier verklaren dat de specifieke cliëntkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van gespecialiseerde zorg. Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 27,1 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 1: 5%;

    • niveau 2: 17%;

    • niveau 3: 58%;

    • niveau 4: 12%;

    • niveau 5: 4%;

    • overig personeel: 4%;

  • De inzet van behandelaren is per cliënt per week gemiddeld circa 2,7 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • paramedisch personeel: 64%;

    • GZ-psycholoog: 19%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 17%;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 40 plaatsen, 97-100% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

2. Huntington

a. Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in DEC

Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in DEC (EX005)

Grondslag en doelgroep

Cliënten waarbij de ziekte van Huntington is gediagnosticeerd en die beschikken over een Wlz-indicatiebesluit. De diagnose ziekte van Huntington is vastgesteld door een neuroloog of op basis van een genetische diagnose door een klinisch geneticus. De cliënten zijn meestal krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging (vv8).

Opname van een cliënt in een instelling die verblijf en behandeling biedt is aan de orde indien:

  • De klinische manifestatie van de ziekte de cliënt belemmert in zelfzorg, het zelfstandig organiseren van de dag of er is sprake van het ontwikkelen van andere gezondheidsrisico's (op lichamelijke en psychiatrisch gebied);

  • De klinische manifestatie van de ziekte een gezonde gezinsdynamiek onderdrukt en de ondersteuning van het systeem ontoereikend is om cliënt te ondersteunen op het gebied van zelfzorg, dagbesteding, het voorkomen van andere gezondheidsrisico's of het voorkomen van een verstoorde gezinsdynamiek (ontwikkeling kind);

  • Opname is aan de orde als thuisbehandeling, begeleiding en/of zorg niet meer mogelijk is door een achteruitgang die door mantelzorgers niet opgevangen kan worden (ook uitputting van mantelzorgers of uitval van de mantelzorger kan de reden zijn). Ook kan de ziekte plots verergeren waardoor thuis de behandeling, begeleiding en zorg niet meer lukt. Dit kan bijvoorbeeld een val zijn met ernstig letsel of een psychose of depressie. Voor dergelijke problematiek kan behandeling nodig zijn om weer tot een vorm van herstel te komen. Vaak levert de patiënt zoveel functies in door de plotseling verandering dat terugkeer naar huis zeer moeizaam is.

Opname in een DEC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernteam Huntington. Een cliënt, waarbij een noodzaak is tot afzondering vanwege verbale en handelende agressie kan bijna altijd behandeld, begeleid en verzorgd worden in een DEC, maar niet (exclusiecriteria):

  • indien 24-uurs afzondering noodzakelijk is om een veilige woon- en werkomgeving te creëren, dan wel een continue 2-op-1 begeleiding in verband met ernstige gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek; of

  • - indien ernstige verslavingsproblematiek waarbij niet de ziekte van Huntington, maar de verslaving en de daaruit voortvloeiende problematiek op de voorgrond staat.

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van gespecialiseerde intensieve zorg en behandeling en het bieden van de last resort functie. Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 33,5 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 1: 0%;

    • niveau 2: 18%;

    • niveau 3: 43%;

    • niveau 4: 34%;

    • niveau 5 en 6: 5%;

  • De gemiddelde inzet van behandelaren is per week per cliënt circa 5 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • paramedisch personeel: 52%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 29%;

    • GZ-psycholoog: 14%;

    • overig personeel 5%;

  • De last resort functie brengt met zich mee dat voor de cliënten waarbij geen doorverwijzing mogelijk is er meer aandacht is voor de gedragscomponent en de personele inzet enigszins hoger is;

  • De aanbieder werkt intensief (meer dan REC) samen met het kenniscentrum, hbo en academische organisaties op het vlak van onderwijs, onderzoek en kennis delen;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten.

  • De last resort functie brengt met zich mee dat voor de cliënten waarbij geen doorverwijzing mogelijk is er meer aandacht is voor de gedragscomponent en de personele inzet enigszins hoger is;

  • De aanbieder werkt intensief (meer dan REC) samen met het kenniscentrum, hbo en academische organisaties op het vlak van onderwijs, onderzoek en kennis delen;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 40 plaatsen, bezetting 97-100%) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

b. Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in REC

Gespecialiseerde zorg Huntington geleverd in REC (EX006)

Grondslag en doelgroep

Cliënten waarbij de ziekte van Huntington is gediagnosticeerd en beschikken over een Wlz-indicatiebesluit. De diagnose ziekte van Huntington is vastgesteld door een neuroloog of op basis van een genetische diagnose door een klinisch geneticus. De cliënten zijn meestal krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging (vv8).

Opname van een cliënt in een instelling die verblijf en behandeling biedt is aan de orde indien:

  • De klinische manifestatie van de ziekte de cliënt belemmert in zelfzorg, het zelfstandig organiseren van de dag of er is sprake van het ontwikkelen van andere gezondheidsrisico's (op lichamelijke en psychiatrisch gebied);

  • De klinische manifestatie van de ziekte een gezonde gezinsdynamiek onderdrukt en de ondersteuning van het systeem ontoereikend is om cliënt te ondersteunen op het gebied van zelfzorg, dagbesteding, het voorkomen van andere gezondheidsrisico's of het voorkomen van een verstoorde gezinsdynamiek (ontwikkeling kind);

  • Opname is aan de orde als thuisbehandeling, begeleiding en/of zorg niet meer mogelijk is door een achteruitgang die door mantelzorgers niet opgevangen kan worden (ook uitputting van mantelzorgers of uitval van de mantelzorger kan de reden zijn). Ook kan de ziekte plots verergeren waardoor thuis de behandeling, begeleiding en zorg niet meer lukt. Dit kan bijvoorbeeld een val zijn met ernstig letsel of een psychose of depressie. Voor dergelijke problematiek kan behandeling nodig zijn om weer tot een vorm van herstel te komen. Vaak levert de cliënt zoveel functies in door de plotselinge verandering dat terugkeer naar huis zeer moeizaam is.

Opname in een REC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernteam Huntington. Een cliënt, waarbij een noodzaak is tot afzondering vanwege verbale en handelende agressie kan bijna altijd behandeld, begeleid en verzorgd worden in een REC, maar niet (exclusiecriteria):

  • indien 24-uurs afzondering noodzakelijk is om een veilige woon- en werkomgeving te creëren, dan wel een continue 2-op-1 begeleiding in verband met ernstige gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek; of

  • indien ernstige verslavingsproblematiek waarbij niet de ziekte van Huntington, maar de verslaving en de daaruit voortvloeiende problematiek op de voorgrond staat.

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van gespecialiseerde intensieve zorg en behandeling. Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 33,5 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 2: 18%;

    • niveau 3: 43%;

    • niveau 4: 34%;

    • niveau 5 en 6: 5%;

  • De inzet van behandelaren is per cliënt per week gemiddeld circa 5 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • specialist ouderengeneeskunde: 29%;

    • GZ-psycholoog: 14%;

    • paramedisch personeel: 52%;

    • overig personeel: 5%;

  • Het zorgpersoneel beschikt over specifieke deskundigheid in de beschreven doelgroep;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroepspecifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • Werkt samen met het kenniscentrum, hbo en academische organisaties op het vlak van onderwijs, onderzoek en kennis delen;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • - In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 10 plaatsen, bezetting 97-100%) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

3. LBS

a. Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in DEC

Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in DEC (EX007)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met een langdurige bewustzijnsstoornis en een Wlz-indicatiebesluit.

De cliënten zijn meestal krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging (vv8).

LBS is onder te verdelen in twee diagnostische entiteiten:

  1. Niet-responsief Waaksyndroom (NWS);

  2. Minimaal bewuste toestand (ook in de Nederlandstalige literatuur doorgaans afgekort als MCS, Minimally Conscious State).

Ad 1: Cliënten in NWS openen spontaan hun ogen en ademen zelfstandig. Ze bewegen, maken soms geluid en zijn wel wakker maar niet bewust ('awake but not aware'). Hun gedrag is echter puur reflexmatig: strekreacties op harde geluiden, grijpreflexen, smakken en knarsetanden, en een starende blik. De diagnostische criteria van NWS zijn als volgt (Multisociety Task Force on PVS, 1994):

  • Aanwezigheid van gedragsmatig slaap-waakritme;

  • Geen tekenen van zelfbewustzijn of besef van de omgeving;

  • Uitsluitend reflexmatige reacties op stimuli;

  • Geen tekenen van interactie met de omgeving of taalbegrip;

  • (Deels) intacte autonome functies:

  • Incontinentie voor urine en faeces.

Ad 2: Bij cliënten in MCS wordt gedrag gezien dat onderscheiden kan worden van reflexen. In deze toestand zijn er minimale, maar duidelijke tekenen van zelfbewustzijn en/of bewustzijn van de omgeving aanwezig, zoals het met de ogen volgen van een visuele stimulus, lokaliseren van een pijnprikkel, en soms zelfs bewijs van taalbegrip. Volgens de internationaal geldende diagnostische criteria is er sprake van MCS als er sprake is van één of meer van de volgende criteria (Giacino et al 2002):

  • Het opvolgen van simpele opdrachten;

  • Reacties met ja of nee op vragen, in vorm van gebaren of woorden (ongeacht hun nauwkeurigheid);

  • Verstaanbare verbale expressie;

  • Doelgericht gedrag, zoals het tonen van emoties, vocaliseren; reiken naar voorwerpen passend bij de vorm en afstand van het object en het volgen en fixeren met de ogen.

NWS en MCS dienen te worden vastgesteld met behulp van een specifieke gedragsobservatieschaal, de Coma Recovery Scale-revised (CRS-R).

Langdurige intensieve neurorevalidatie (LIN) wordt geboden aan cliënten die na vroege intensieve neurorevalidatie (VIN, aangeboden door een revalidatiecentrum) nog niet bij bewustzijn zijn.

Prestatie en voorwaarden:

Het gaat om de levering van intensieve behandeling en langdurige intensieve neurorevalidatie. Hierbij is sprake van:

  • De gemiddelde vov inzet per week per cliënt is circa 63 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld:

    • niveau 1: 0%

    • niveau 2: 9%,

    • niveau 3: 31%

    • niveau 4: 55%

    • niveau 5: 5%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 22,4 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • fysiotherapeut: 19%;

    • ergotherapeut: 18%;

    • logopedist: 18%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 14%;

    • muziektherapeut: 7%;

    • welzijnswerkers: 7%;

    • overige behandelaren: 17%;

  • Voorzien is in de inzet van een mobiel expertteam LBS, bijvoorbeeld ten behoeve van de poortwachtersfunctie en bij medisch ethische vraagstukken;

  • Specifieke voorzieningen zoals bijvoorbeeld oogbesturingscomputers, innowalk, totosysteem, myrosysteem zijn aanwezig;

  • De prestatie langdurige intensieve neurorevalidatie duurt tot maximaal 2 jaar na het ontstaan van het hersenletsel, zolang een cliënt zich blijft herstellen;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 4 plaatsen, 85% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

b. Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in REC

Gespecialiseerde zorg LBS geleverd in REC (EX008)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met een langdurige bewustzijnsstoornis en een Wlz-indicatiebesluit.

LBS is onder te verdelen in twee diagnostische entiteiten:

  1. Niet-responsief Waaksyndroom (NWS)

  2. Minimaal bewuste toestand (ook in de Nederlandstalige literatuur doorgaans afgekort als MCS, Minimally Conscious State).

Ad 1: Cliënten in NWS openen spontaan hun ogen en ademen zelfstandig. Ze bewegen, maken soms geluid en zijn wel wakker maar niet bewust ('awake but not aware'). Hun gedrag is echter puur reflexmatig: strekreacties op harde geluiden, grijpreflexen, smakken en knarsetanden, en een starende blik. De diagnostische criteria van NWS zijn als volgt (Multisociety Task Force on PVS, 1994):

  • Aanwezigheid van gedragsmatig slaap-waakritme;

  • Geen tekenen van zelfbewustzijn of besef van de omgeving;

  • Uitsluitend reflexmatige reacties op stimuli;

  • Geen tekenen van interactie met de omgeving of taalbegrip;

  • (Deels) intacte autonome functies;

  • Incontinentie voor urine en faeces.

Ad 2: Bij cliënten in MCS wordt gedrag gezien dat onderscheiden kan worden van reflexen. In deze toestand zijn er minimale, maar duidelijke tekenen van zelfbewustzijn en/of bewustzijn van de omgeving aanwezig, zoals het met de ogen volgen van een visuele stimulus, lokaliseren van een pijnprikkel, en soms zelfs bewijs van taalbegrip. Volgens de internationaal geldende diagnostische criteria is er sprake van MCS als er sprake is van één of meer van de volgende criteria (Giacino et al 2002):

  • Het opvolgen van simpele opdrachten;

  • Reacties met ja of nee op vragen, in vorm van gebaren of woorden (ongeacht hun nauwkeurigheid);

  • Verstaanbare verbale expressie;

  • Doelgericht gedrag, zoals het tonen van emoties, vocaliseren; reiken naar voorwerpen passend bij de vorm en afstand van het object en het volgen en fixeren met de ogen.

NWS en MCS dienen te worden vastgesteld met behulp van een specifieke gedragsobservatieschaal, de Coma Recovery Scale-revised (CRS-R). Doorgaans betreft het cliënten waarbij eerst een Vroeg Intensief Neurorevalidatietraject (VIN) en Langdurig Intensief Neurorevalidatie (LIN) traject heeft plaatsgevonden.

De cliënten zijn meestal krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging (vv8) of Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging (lg7).

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van gespecialiseerde zorg en behandeling. Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 63 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 1: 0%

    • niveau 2: 9%,

    • niveau 3: 31%,

    • niveau 4: 55%,

    • niveau 5: 5%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 5,6 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • fysiotherapeut: 19%;

    • ergotherapeut: 18%;

    • logopedist: 18%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 14%;

    • muziektherapeut: 7%;

    • welzijnswerker: 7%;

    • overige behandelaren: 17%;

  • Voorzien is in de inzet van een mobiel expertteam LBS bijvoorbeeld t.b.v. bijvoorbeeld de poortwachtersfunctie en bij medisch ethische vraagstukken;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 2 plaatsen, 95% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

4. GP+

a. Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in DEC

Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in DEC (EX009)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening en een Wlz-indicatiebesluit.

De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit meestal aangewezen op een zorgprofiel van de sector VV of van de sector GGZ-wonen.

De zorg wordt geboden aan de cliënt:

  • Waarbij de gerontopsychiatrische aandoening chronisch is;

  • Waarbij tevens sprake is van daaruit voortvloeiende ernstige psychiatrisch gerelateerde gedragsproblemen;

  • Waarbij tevens sprake is van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen;

  • Waarbij tevens sprake is van problemen op ten minste één van de volgende drie domeinen:

    1. cognitie;

    2. (i)ADL en/of;

    3. Sociaal functioneren;

  • Waarbij de psychiatrische problematiek op de voorgrond staat en interacteert met de andere voorgenoemde problemen;

  • Waarbij sprake is van een beperkt ziekte-inzicht en sprake is van regieverlies;

  • Waarbij een langdurig beroep op intramurale zorg met een specifiek sociotherapeutisch leefklimaat noodzakelijk is om ernstige ontsporingen te voorkomen.

  • Die geen actieve verslavingsproblematiek vertoont die de andere problemen kan overheersen en de psychiatrische ontregeling niet dermate ernstig of gevaarlijk voor het leefmilieu dat intensieve ggz-zorg geïndiceerd is.

Om voor opname in aanmerking te komen is dient de psychiatrische aandoening door een specialist ouderengeneeskunde of psychiater gediagnosticeerd of bevestigd te zijn. Door een multidisciplinair team is vastgesteld dat naast de psychiatrische aandoening tevens sprake is van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen en gedragsproblemen in combinatie met problemen op cognitie, (i)ADL of sociaal functioneren. De specialist ouderengeneeskunde of psychiater zal in het zorgdossier verklaren dat de hiervoor beschreven clientkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden:

Het gaat om de levering van geïntegreerde zorg in een voor de doelgroep specifiek therapeutisch klimaat. Verblijf op een gespecialiseerde GP+ afdeling met een gespecialiseerd team is noodzakelijk om disbalans te vermijden.

Hierbij is sprake van:

  • De gemiddelde vov inzet per week per cliënt is circa 30 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld:

    • niveau 1: 5%

    • niveau 2: 13%,

    • niveau 3: 59%

    • niveau 4: 15%

    • niveau 5: 4%

    • overig: 4%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 2,6 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • paramedisch: 62%;

    • GZ-psycholoog: 28%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 10%;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 60 plaatsen, 97-100% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

  • De last resortfunctie van een DEC vraagt om stepped care aanpak met daarbij een andere inzet en expertise van alle betrokken disciplines en randvoorwaardelijkheden. Om de goede zorg te kunnen bieden is structurele, hoogfrequente afstemming nodig tussen de DEC's, de RECs en DECs, ketenpartners en binnen de eigen organisaties. Deze afstemming is nodig op alle niveaus van de organisaties en vraagt om extra multidisciplinaire capaciteit.

b. Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in REC

Gespecialiseerde zorg GP+ geleverd in REC (EX0010)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met een zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening en een Wlz-indicatiebesluit.

De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit meestal aangewezen op een zorgprofiel van de sector Verpleging en verzorging of van de sector GGZ-wonen.

De zorg wordt geboden aan de cliënt:

  • Waarbij de gerontopsychiatrische aandoening chronisch is;

  • Waarbij tevens sprake is van daaruit voortvloeiende ernstige psychiatrisch gerelateerde gedragsproblemen;

  • Waarbij tevens sprake is van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen;

  • Waarbij tevens sprake is van problemen op ten minste één van de volgende drie domeinen:

    • cognitie;

    • (i)ADL en/of;

    • Sociaal functioneren;

  • Waarbij de psychiatrische problematiek op de voorgrond staat en interacteert met de andere voorgenoemde problemen;

  • Waarbij sprake is van een beperkt ziekte-inzicht en sprake is van regieverlies;

  • Waarbij een langdurig beroep op intramurale zorg met een specifiek sociotherapeutisch leefklimaat noodzakelijk is om ernstige ontsporingen te voorkomen.

  • Die geen actieve verslavingsproblematiek vertoont die de andere problemen kan overheersen en de psychiatrische ontregeling niet dermate ernstig of gevaarlijk voor het leefmilieu dat intensieve ggz-zorg geïndiceerd is.

Om voor opname in aanmerking te komen is dient de psychiatrische aandoening door een specialist ouderengeneeskunde of psychiater gediagnosticeerd of bevestigd te zijn. Door een multidisciplinair team is vastgesteld dat naast de psychiatrische aandoening tevens sprake is van chronische lichamelijke gezondheidsproblemen en gedragsproblemen in combinatie met problemen op cognitie, (i)ADL of sociaal functioneren. De specialist ouderengeneeskunde of psychiater zal in het zorgdossier verklaren dat de hiervoor beschreven cliëntkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van geïntegreerde zorg in een voor de doelgroep specifiek therapeutisch klimaat. Verblijf op een gespecialiseerde GP+ afdeling met een gespecialiseerd team is noodzakelijk om disbalans te vermijden.

Hierbij is sprake van:

  • De gemiddelde vov inzet per week per cliënt is circa 27 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld:

    • niveau 1: 8%

    • niveau 2: 16%,

    • niveau 3: 56%

    • niveau 4: 12%

    • niveau 5: 5%

    • overig: 3%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 2,6 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • paramedisch: 65%;

    • GZ-psycholoog: 19%;

    • specialist ouderengeneeskunde: 16%;

  • De overgrote meerderheid (exclusief leerlingen/instroom) van de zorgmedewerkers beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het wonen, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg omvat tevens enige voor- en nazorg bij opname en ontslag van cliënten;

  • De zorg wordt geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 30 plaatsen, 97-100% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep.

5. D-zep

a. Gespecialiseerde zorg D-zep geleverd in DEC

Gespecialiseerde zorg D-zep geleverd in een DEC (EX011)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met dementie en zeer ernstig probleemgedrag en een Wlz-indicatiebesluit. De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV 7 met gespecialiseerde intensieve zorg waarbij de nadruk op behandeling en begeleiding ligt.

Cliënten zijn door een specialist ouderengeneeskunde of een klinisch geriater verbonden aan het DEC gediagnosticeerd met dementie én is er sprake van een gedragsstoornis die zich uit in zeer ernstig en frequent of langdurig problemgedrag dat niet verklaard wordt door een andere aandoening. Het probleemgedrag vormt een direct gevaar voor de veiligheid van de cliënt of zijn omgeving.

De zorg en behandeling wordt geboden aan cliënten waarbij alle mogelijkheden van reguliere zorg volgens de geldende richtlijnen van de beroepsgroepen zijn uitgeput. Tijdelijk intensieve gespecialiseerde behandeling en benadering in een in de doelgroep gespecialiseerde behandelsetting is noodzakelijk om de gedragsstoornis te behandelen, waarna verblijf en behandeling in een niet in D-zep gespecialiseerde Wlz-instelling kan plaatsvinden.

De doelgroep onderscheidt zich op de volgende punten van de doelgroepen zoals beschreven in het hierboven genoemde profiel VV7:

  • Cliënten hebben veelal een overgevoeligheid voor prikkels: zij hebben behoefte aan optimale individuele prikkelregulering in een veilige en voorspelbare omgeving;

  • Er is vaak sprake van bijkomende psychopathologie;

  • De cliënt is zelf niet in staat zijn gedrag te reguleren en heeft hiervoor volledige en intensieve begeleiding nodig, met een sterke behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. De begeleiding is primair individueel gericht. Naarmate het probleemgedrag vermindert, kan de begeleiding meer groepsgericht worden, ter voorbereiding op terug- of overplaatsing naar een passende niet in D-zep gespecialiseerde plaats waar verblijf en behandeling wordt geboden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van ADL intensieve begeleiding nodig door de combinatie van dementie met het zeer ernstige probleemgedrag. Waar nodig kan ADL geheel of gedeeltelijk overgenomen moeten worden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit intramuraal hulp en/of ondersteuning nodig. Van mobiliteit buitenshuis is meestal geen sprake vanwege de overgevoeligheid voor prikkels en de grote behoefte aan voorspelbaarheid en structuur, factoren die in de buitenwereld onvoldoende te reguleren zijn;

  • Tijdelijke intensieve gespecialiseerde behandeling en benadering door een multidisciplinair D-zep behandelteam is noodzakelijk om de multiproblematiek grondig in kaart te brengen en een individueel signalerings-, benaderings- en behandelplan op te kunnen opstellen. Dit vraagt om specifieke medische en gedragswetenschappelijke expertise. Verpleging is nodig op het gebied van observatie, signalering en begeleiding en verzorging ten gevolge van de cognitieve stoornis en de gedragsstoornis. In zeer nauwe afstemming met het multidisciplinaire team worden de noodzakelijke verpleegkundige interventies uitgevoerd. De cliënten vragen van de verpleging continu toezicht en grote alertheid om in een vroeg stadium te signaleren dat de spanning bij de cliënt oploopt en deze te kunnen de-escaleren, met toepassing van het benaderingsplan.

Opname in een DEC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernbehandelteam. Hierbij zal de SO in het zorgdossier verklaren dat de hierboven beschreven specifieke cliëntkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden:

Het gaat om de levering van gespecialiseerde zorg en behandeling waarbij de problematiek in kaart wordt gebracht resulterend in een signalerings-, benaderings- en behandelplan en het probleemgedrag stabiliseert en verbetert.

Hierbij is sprake van:

  • De gemiddelde vov inzet per week per cliënt is circa 42 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld:

    • niveau 1: 2%;

    • niveau 2: 17%;

    • niveau 3: 31%;

    • niveau 4: 31%;

    • niveau 5&6: 11%;

    • overig: 8%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 3,6 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • Specialist ouderengeneeskunde, psychiater en geriater: 38%;

    • Gedragswetenschapper, (GZ-)psycholoog: 29%;

    • Paramedisch personeel: 24%

    • Overig (bijvoorbeeld vaktherapeut, maatschappelijk werk,verpleegkundig specialist): 9%;

  • De prestatie duurt tot maximaal 1 jaar na opname in een expertisecentrum, zolang een persoon zich blijft herstellen/verbeteren;

  • Minimaal 80% van de zorgmedewerkers (exclusief leerlingen/instroom) beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het tijdelijk verblijf, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg en behandeling omvatten tevens voorzorg en nazorg bij opname en ontslag van cliënten. Hierbij vindt kennisoverdracht plaats over de benadering van de D-zep cliënt: het team in de Wlz-verblijfsetting met behandeling krijgt concrete handvatten om het behandel, signalerings- en benaderingsplan voort te zetten. Doel van deze overdracht is het voorkomen van een terugval in de gedragsstoornis en het vergroten van kennis en deskundigheid bij reguliere Wlz-woonsetting met behandeling;

  • De zorg en behandeling worden geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 18 bedden 88% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep;

  • Het DEC heeft een gespecialiseerde landelijke last resortfunctie. D-zep cliënten die opgenomen zijn in een DEC vanuit haar last resortfunctie hebben een verhoogde complexiteit van het probleemgedrag die vraagt om een gespecialiseerd multidisciplinair behandelteam dat ten opzichte van een REC is uitgebreid met een ouderenpsychiater met veel kennis van en ervaring met cliënten met D-zep. Daarbij heeft het verplegend personeel ten opzichte van een REC meer kennis en een groter aantal ervaringsjaren nodig om het probleemgedrag te kunnen stabiliseren en verbeteren;

  • Door haar landelijke rol in D-zep onderzoeken, beschikt het DEC over de nieuwste inzichten in behandeling en zorg van D-zep cliënten en draagt deze over aan de REC's, zodat zij nog beter toegerust raken om te werken aan stabilisatie en verbetering van het probleemgedrag bij D-zepcliënten.

b. Gespecialiseerde zorg D-zep geleverd in REC

Gespecialiseerde zorg D-zep geleverd in een REC (EX012)

Grondslag en doelgroep

Cliënten met dementie en zeer ernstig probleemgedrag en een Wlz-indicatiebesluit. De cliënten zijn krachtens het indicatiebesluit aangewezen op zorgprofiel VV 7 met gespecialiseerde intensieve zorg waarbij de nadruk op behandeling en begeleiding ligt.

Cliënten zijn door een specialist ouderengeneeskunde of een klinisch geriater verbonden aan het DEC gediagnosticeerd met dementie én is er sprake van een gedragsstoornis die zich uit in zeer ernstig en frequent of langdurig problemgedrag dat niet verklaard wordt door een andere aandoening. Het probleemgedrag vormt een direct gevaar voor de veiligheid van de cliënt of zijn omgeving.

De zorg en behandeling worden geboden aan cliënten waarbij alle mogelijkheden van reguliere zorg volgens de geldende richtlijnen van de beroepsgroepen zijn uitgeput. Tijdelijk intensieve gespecialiseerde behandeling en benadering in een in de doelgroep gespecialiseerde behandelstetting zijn noodzakelijk om de gedragsstoornis te behandelen, waarna verblijf en behandeling binnen een niet in D-zep gespecialiseerde Wlz-instelling kan plaatsvinden.

De doelgroep onderscheidt zich op de volgende punten van de doelgroepen zoals beschreven in de hierboven genoemde profielen:

  • Cliënten hebben veelal een overgevoeligheid voor prikkels: zij hebben behoefte aan optimale individuele prikkelregulering in een veilige en voorspelbare omgeving;

  • Er is vaak sprake van bijkomende psychopathologie;

  • De cliënt is zelf niet in staat zijn gedrag te reguleren en heeft hiervoor volledige en intensieve begeleiding nodig, met een sterke behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. De begeleiding is primair individueel gericht. Naarmate het probleemgedrag vermindert, kan de begeleiding meer groepsgericht worden, ter voorbereiding op terug- of overplaatsing naar een passende niet in D-zep gespecialiseerde plaats waar verblijf en behandeling wordt geboden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van ADL intensieve begeleiding nodig door de combinatie van dementie met het zeer ernstige probleemgedrag. Waar nodig kan ADL geheel of gedeeltelijk overgenomen moeten worden;

  • De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit intramuraal hulp en/of ondersteuning nodig. Van mobiliteit buitenshuis is meestal geen sprake vanwege de overgevoeligheid voor prikkels en de grote behoefte aan voorspelbaarheid en structuur, factoren die in de buitenwereld onvoldoende te reguleren zijn;

  • Tijdelijke intensieve gespecialiseerde behandeling en benadering door een multidisciplinair D-zep behandelteam is noodzakelijk om de multiproblematiek grondig in kaart te brengen en een individueel signalerings-, benaderings- en behandelplan op te kunnen opstellen. Dit vraagt om specifieke medische en gedragswetenschappelijke expertise. Verpleging is nodig op het gebied van observatie, signalering en begeleiding en verzorging ten gevolge van de cognitieve stoornis en de gedragsstoornis. In zeer nauwe afstemming met het multidisciplinaire team worden de noodzakelijke verpleegkundige interventies uitgevoerd. De cliënten vragen van de verpleging continu toezicht en grote alertheid om in een vroeg stadium te signaleren dat de spanning bij de cliënt oploopt en deze te kunnen de-escaleren, met toepassing van het benaderingsplan;

Opname in een REC wordt vastgesteld door leden van het multidisciplinaire gespecialiseerd kernbehandelteam. Hierbij zal de SO in het zorgdossier verklaren dat de specifieke cliëntkenmerken aansluiten bij de te leveren zorg.

Prestatie en voorwaarden

Het gaat om de levering van gespecialiseerde zorg en behandeling waarbij de problematiek in kaart wordt gebracht resulterend in een signalerings-, benaderings- en behandelplan en het probleemgedrag stabiliseert en verbetert.

Hierbij is sprake van:

  • De vov inzet per week per cliënt is gemiddeld circa 42 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette vov personeel is gemiddeld circa:

    • niveau 1: 2%;

    • niveau 2: 17%;

    • niveau 3: 31%;

    • niveau 4: 31%;

    • niveau 5&6: 11%;

    • overig: 8%;

  • De inzet van behandelaren is per week per cliënt gemiddeld circa 3,6 direct en indirect cliëntgebonden uren;

  • De verdeling van het ingezette behandelpersoneel bedraagt gemiddeld circa:

    • Specialist ouderengeneeskunde, psychiater en geriater: 38%;

    • Gedragswetenschapper, (GZ-)psycholoog: 29%;

    • Paramedisch personeel: 24%

    • Overig (bijvoorbeeldvaktherapeut, maatschappelijk werk, verpleegkundig specialist ): 9%;

  • Minimaal 80% van de zorgmedewerkers (exclusief leerlingen/instroom) beschikt over doelgroep specifieke kennis, vaardigheden en ervaringsjaren met de doelgroep;

  • Het tijdelijk verblijf, de vov-zorg, dagbesteding, specifieke behandeling en algemeen medische zorg inclusief de aanvullende zorgvormen (geneesmiddelen, hulpmiddelen, kleding, tandarts) worden integraal aangeboden en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden;

  • De zorg en behandeling omvatten tevens voorzorg en nazorg bij opname en ontslag van cliënten. Hierbij vindt kennisoverdracht plaats over de benadering van de D-zep cliënt waarbij het team in de niet gespecialiseerde verblijfsetting concrete handvatten krijgt om het behandel, signalerings- en benaderingsplan voort te zetten. Doel van deze overdracht is het voorkomen van een terugval in de gedragsstoornis en het vergroten van kennis en deskundigheid bij reguliere Wlz-woonsetting met behandeling;

  • De zorg en behandeling worden geleverd in een expertisecentrum;

  • In het expertisecentrum is sprake van concentratie van cliënten op één locatie (minimaal 8 bedden, 88% bezetting) zodat medewerkers ervaring en expertise onderhouden en ontwikkelen en het leefmilieu aansluit bij de doelgroep;

  • De prestatie duurt tot maximaal 1 jaar na opname in een expertisecentrum, zolang een persoon zich blijft herstellen/verbeteren.

Artikel 8 Prestaties en toeslagen

De prestaties gespecialiseerde zorg kunnen alleen in combinatie met de toeslagen genoemd in de Beleidsregel zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis Wlz of de Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz worden gedeclareerd indien de toeslagen geen relatie hebben tot de aandoening van de doelgroep.

Artikel 9 Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief gespecialiseerde zorg Wlz 2024, met kenmerk BR/REG-24126a, ingetrokken.

Artikel 10 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief gespecialiseerde zorg Wlz 2024, met kenmerk BR/REG-24126a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Inwerkingtreding/Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Ingevolge artikel 5, aanhef en onderdeel e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel prestatie¬beschrijvingen en tarieven gespecialiseerde zorg Wlz 2025.

TOELICHTING

Wijzigingen ten opzichte van de vorige beleidsregel (BR/REG-24126a):

Verbreding doelgroep

Gespecialiseerde zorg kan vanaf 2025 voor vijf doelgroepen i.p.v. drie doelgroepen worden gedeclareerd omdat de Regeling langdurige zorg is gewijzigd.

Verduidelijking prestatie en tarief

Met ingang van 2025 is sprake van vier nieuwe prestaties met bijpassende maximumtarieven die voorzien in de bekostiging van de gespecialiseerde zorg.

Algemeen

Gespecialiseerde zorg kan vanaf 2025 voor vijf doelgroepen worden gedeclareerd. De Regeling langdurige zorg is in de eerste helft van 2024 aangepast, zodat cliënten behorende tot de doelgroep zeer ernstige gerontopsychiatrische aandoening (GP+) en de doelgroep dementie met zeer ernstig probleemgedrag (D-zep) in aanmerking kunnen komen voor gespecialiseerde zorg in combinatie met verblijf. Eerder was deze regeling al aangepast voor cliënten met het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington en een langdurige bewustzijnsstoornis (LBS).

Er zijn voor de nieuwe doelgroepen nieuwe prestaties met bijpassende maximumtarieven ontwikkeld die voorzien in de bekostiging van de gespecialiseerde zorg. Zowel de doelgroep als de te leveren prestatie zijn specifiek beschreven en het integrale tarief is meer afgestemd op de door expertisecentra beschreven zorgverlening. Daarbij zijn de prestaties onderscheidend in of de gespecialiseerde zorg wordt geleverd in een REC of in een DEC.

Eerder verliep de bekostiging van de gespecialiseerde zorgverlening o.a. via een (groeps-) zzp-meerzorgregeling. Er was sprake van één prestatie en één tarief waar alle doelgroepen in konden worden gepast. Deze verbijzondering naar specifieke prestaties heeft als doel om de uitvoerbaarheid van de inkoop te verbeteren doordat de gespecialiseerde zorgverlening is geüniformeerd en in een duidelijke prestatie is vervat.

Artikelsgewijs

Artikel 6

De indexatie van de in tabel genoemde bedragen is gelijk aan de zzp-prestaties en staat beschreven in de Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz.

Artikel 7

In alle doelgroepbeschrijvingen wordt verwezen naar het door het CIZ geïndiceerde profiel. Met deze profielen is ook rekening gehouden bij de tariefstelling en het noodzakelijke macro-kader. Indien de feitelijke geïndiceerde profielen van de cliënten in een expertisecentrum sterk afwijken van de profielen die zijn vermeld in de prestatiebeschrijving, kan dat leiden tot een evaluatie van het zorglandschap en de zorgverlening. Uit een dergelijke evaluatie kan in de toekomst een aanpassing van de tarieven en de contracteerruimte volgen.

De prestatiebeschrijving Huntington geleverd in een DEC onderscheidt zich op het punt van het minimaal aantal bedden, de last resort functie en de samenwerking met hbo en academische organisaties van een REC. De laatste twee componenten resulteren in wat meer personele inzet t.o.v. een REC omdat een DEC meer schaalvoordelen heeft.

Artikel 8

De nieuwe prestaties gespecialiseerde zorg omschrijven passende zorg voor vijf doelgroepen. Het ligt niet in de rede om in 2025 al van deze gezamenlijke zienswijze op passende zorg af te wijken in de vorm van het toekennen van zzp-meerzorg in combinatie met gespecialiseerde zorg. Zeker als deze zorg verband houdt met aspecten die reeds benoemd zijn in de doelgroepomschrijving (gedragsaspecten, somatische aspecten et cetera) en samenhangen met de beschreven doelgroep. Het ligt ook niet in de rede dat de in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis genoemde toeslagen van toepassing zijn omdat heel veel toeslagen zijn verbonden aan andere grondslagen ((l)vg en ggz) of uitgaan van een de inzet van andere expertise (epilepsie).

Desondanks kan niet worden uitgesloten dat er wellicht een enkele cliënt is met een combinatie van zeldzame aandoeningen die in zekere zin afzonderlijk van elkaar moeten worden bezien en waarvan we weten dat de zorg intensief is en kan worden geboden door de zorgaanbieder. Deze cliënten laten zich niet op voorhand beschrijven omdat ze zeer zeldzaam zijn. Het is tevens voorstelbaar dat bepaalde zorg voor deze zeer zeldzame cliënten wordt afgeschaald en andere zorg wordt opgeschaald gezien bijvoorbeeld de draagkracht/conditie van de cliënt. Om dubbele bekostiging te voorkomen beoordelen Wlz-uitvoerders daarom de aanvragen voor 'meer zorg' en gespecialiseerde zorg individueel en houden bij het besluit over de toekenning van de 'meer zorg' toeslag rekening met de (omvang van) de toeslag voor gespecialiseerde zorg.

Naar boven