Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 maart 2012, nr. IenM/BSK-2012/20694, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PbEU 2010, L 283), Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157), en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen (SOLAS-verdrag), Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot het intrekken van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG 2002, L 131), Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU 2004, L 129), Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PbEU 2005, L 255), Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (Herschikking) (PbEU 2009, L 131), en de artikelen 8 van de Binnenvaartwet, 15 van de Havenbeveiligingswet, 3, 4, 20 en 31, elfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet en 38 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 april 2012, nr. W14.12.0069/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 april 2012, nr. IenM/BSK-2012/60139, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;