§
1
Handelsvaart en zeilvaart
Artikel
124a
Deze paragraaf is van toepassing op houders van vaarbevoegdheidsbewijzen en verklaringen voor het dienstdoen op andere schepen dan vissersvaartuigen.
relaties0relaties0
Artikel
125
De geneeskundige verklaringen van geschiktheid voor de zeevaart die zijn afgegeven voor het tijdstip waarop artikel I voor wat betreft de onderdelen F tot en met L en P van het besluit van 5 juli 2012 houdende wijziging van algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum.
relaties0relaties0
Artikel
125a
1. Een geldig vaarbevoegdheidsbewijs dat is afgegeven voor 1 januari 2012 kan tot en met 31 december 2016 worden vernieuwd met inachtneming van de voorwaarden voor vernieuwing ervan zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel F, van het besluit van 31 maart 2014, houdende wijziging van algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van de wijziging van de bijlage bij het STCW-Verdrag en de STCW-Code en van richtlijn 2012/35/EU en enige andere onderwerpen op het terrein van de zeevaartbemanning (Stb. 150), in werking treedt.
relaties0 2. Een op grond van het eerste lid afgegeven vaarbevoegdheidsbewijs is uiterlijk geldig tot en met 31 december 2016.
relaties0
relaties0
Artikel
125b
1. Houders van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in
artikel 70, eerste lid, van de wet voor de functie kapitein alle schepen, kapitein kleine schepen, eerste stuurman alle schepen, eerste stuurman kleine schepen, of wachtstuurman alle schepen, overleggen een bekwaamheidsbewijs of een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat zij zijn geschoold of bijgeschoold op het gebied van:
a.ECDIS (
Electronic Chart Display Information Sytems) en daaromtrent voldoen aan de toepasselijke eisen van sectie A-II/1 of sectie A-II/2 van de STCW-Code; en
relaties0
relaties0 2. Houders van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in
artikel 70, eerste lid, van de wet voor de functie hoofdwerktuigkundige alle schepen, hoofdwerktuigkundige kleine schepen, tweede werktuigkundige alle schepen, tweede werktuigkundige kleine schepen of wachtwerktuigkundige alle schepen, overleggen een bekwaamheidsbewijs of een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat zij zijn geschoold of bijgeschoold op het gebied van hoogspanning en daaromtrent voldoen aan de toepasselijke eisen van sectie A-III/1 of sectie A-III/2 van de STCW-Code.
relaties0 3. Houders van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in
artikel 70, eerste lid, van de wet voor de functie eerste maritiem officier alle schepen, eerste maritiem officier kleine schepen, maritiem officier of maritiem officier kleine schepen, overleggen een bekwaamheidsbewijs of een schriftelijk bewijs waaruit blijkt dat zij zijn geschoold of bijgeschoold op het gebied van:
a.ECDIS (
Electronic Chart Display Information Sytems) en daaromtrent voldoen aan de toepasselijke eisen van sectie A-II/1 of sectie A-II/2 van de STCW-Code;
relaties0
b.hoogspanning en daaromtrent voldoen aan de toepasselijke eisen van sectie A-III/1 of sectie A-III/2 van de STCW-Code; en
relaties0
relaties0 4. Voor de toepassing van het eerste en het derde lid wordt onder radarnavigatie verstaan de training voor het certificaat radarnavigator, bedoeld in
artikel 70 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking is getreden.
relaties0
relaties0
Artikel
125c
Een vaarbevoegdheidsbewijs voor een functie op reizen nabij de kust of voor een functie op reizen nabij de kust zonder beperking in voortstuwingsvermogen, afgegeven aan een zeevarende voor het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A en M, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treden, behoudt zijn geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum.
relaties0relaties0
Artikel
125d
1. Onverminderd
artikel 8 heeft de houder van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein op reizen nabij de kust of kapitein op reizen nabij de kust zonder beperking in voortstuwingsvermogen, recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de aansluitende zone van het Koninkrijk grenzend aan de Nederlandse territoriale zee.
relaties0 2. Onverminderd
artikel 8 heeft de houder van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman op reizen nabij de kust recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de aansluitende zone van het Koninkrijk grenzend aan de Nederlandse territoriale zee.
relaties0 3. Onverminderd
artikel 8 heeft de houder van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtwerktuigkundige op reizen nabij de kust recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie tweede werktuigkundige schepen van minder dan 3.000 kW met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de aansluitende zone van het Koninkrijk grenzend aan de Nederlandse territoriale zee.
relaties0
relaties0
Artikel
125e
1. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein op reizen nabij de kust of kapitein op reizen nabij de kust zonder beperking in voortstuwingsvermogen, tezamen met:
b.het certificaat brandbestrijding voor gevorderden;
relaties0
c.het certificaat medische eerste hulp aan boord;
relaties0
d.het certificaat medische zorg aan boord;
relaties0
e.het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie; en
relaties0
f.het certificaat aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de internationale kust.
relaties0 2. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein op reizen nabij de kust of kapitein op reizen nabij de kust zonder beperking in voortstuwingsvermogen, tezamen met:
b.het certificaat brandbestrijding voor gevorderden;
relaties0
c.het certificaat medische eerste hulp aan boord;
relaties0
d.het certificaat medische zorg aan boord; en
relaties0
e.het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de Nederlandse exclusieve economische zone.
relaties0 3. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman op reizen nabij de kust, tezamen met:
b.het certificaat medische eerste hulp aan boord;
relaties0
c.het certificaat medische zorg aan boord; en
relaties0
d.het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de internationale kust.
relaties0 4. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman op reizen nabij de kust, tezamen met:
b.het certificaat medische eerste hulp aan boord; en
relaties0
c.het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie eerste stuurman schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de Nederlandse exclusieve economische zone.
relaties0 5. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtwerktuigkundige op reizen nabij de kust, tezamen met:
a.het certificaat reddingmiddelen; en
relaties0
b.het certificaat medische eerste hulp aan boord,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie tweede werktuigkundige schepen met minder dan 3.000 kW voortstuwingsvermogen met de beperking tot reizen nabij de internationale kust.
relaties0 6. Onverminderd
artikel 8 geeft het bezit van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtwerktuigkundige op reizen nabij de kust, tezamen met:
a.het certificaat reddingmiddelen; en
relaties0
b.het certificaat medische eerste hulp aan boord,
relaties0
de aanvrager recht op een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie tweede werktuigkundige schepen van minder dan 3.000 kW voortstuwingsvermogen met de beperking tot reizen nabij de Nederlandse kust in een vaargebied dat zich uitstrekt tot de Nederlandse territoriale zee en de Nederlandse exclusieve economische zone.
relaties0 7. Het certificaat, genoemd in het eerste lid, onderdeel f, is niet vereist tot een bij regeling van Onze Minister vast te stellen tijdstip.
relaties0
relaties0
Artikel
125f
Vaarbevoegdheidsbewijzen met de beperking tot aannemersmaterieel, afgegeven voor het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A en M, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treden, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum.
relaties0relaties0
Artikel
125g
1.
Artikel 35, eerste en tweede lid, is tot en met 31 december 2016 niet van toepassing op een daarin bedoelde zeevarende indien:
a.deze in het bezit is van een aan hem afgegeven geldig vaarbevoegdheidsbewijs waarop is aangetekend dat de houder voldoet aan de eisen voor de uitoefening van speciale taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de lading en de daarbij behorende uitrusting op tankschepen, bedoeld in
artikel 29, eerste lid, van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel M, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt; of
relaties0
b.het een wachtlopend gezel of een gekwalificeerd gezel betreft en deze aantoont ten minste 3 maanden dienst te hebben gedaan op een tankschip dan wel in het bezit is van een certificaat ten bewijze van het gevolgd hebben van een passende training.
relaties0
relaties0 2. Een zeevarende als bedoeld in het eerste lid, heeft recht op het bekwaamheidsbewijs basis ladingbehandeling olie- en chemicaliëntankschepen, bedoeld in
artikel 35, eerste lid, en op het bekwaamheidsbewijs basis ladingbehandeling gastankschepen, bedoeld in artikel 35, tweede lid.
relaties0
relaties0
Artikel
125h
1.
Artikel 35, derde, vierde of vijfde lid, is tot en met 31 december 2016 niet van toepassing op een daarin bedoelde zeevarende indien deze in het bezit is van een aan hem afgegeven geldig vaarbevoegdheidsbewijs waarop is aangetekend dat de houder voldoet aan de eisen met betrekking tot de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van taken op het type tankschip waarop hij vaart, genoemd in
artikel 29, derde lid, van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel M, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt.
relaties0 2. De houder van een certificaat behandeling en vervoer van aardolie en aardolieproducten in bulk aan boord van olietankschepen, afgegeven op grond van
artikel 71 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, heeft recht op het bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling olietankschepen voor gevorderden, bedoeld in
artikel 35, derde lid.
relaties0 3. De houder van een certificaat behandeling en vervoer van chemicaliën in bulk aan boord van chemicaliëntankschepen, afgegeven op grond van
artikel 72 van dit besluit, zoals dat luidde voor het in het tweede lid bedoelde tijdstip, heeft recht op het bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling chemicaliëntankschepen voor gevorderden, bedoeld in
artikel 35, vierde lid.
relaties0 4. De houder van een certificaat behandeling en vervoer van tot vloeistof verdichte of samengeperste gassen in bulk aan boord van gastankschepen, afgegeven op grond van
artikel 73 van dit besluit, zoals dat luidde voor het in het tweede lid bedoelde tijdstip, heeft recht op het bekwaamheidsbewijs ladingbehandeling gastankschepen voor gevorderden, bedoeld in
artikel 35, vijfde lid.
relaties0
relaties0
Artikel
125i
De artikelen 37 tot en met 47 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel M, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, blijven tot en met 31 december 2016 van toepassing op de behandeling van een aanvraag voor een vaarbevoegdheidsbewijs door officieren en oud-officieren van de Zeedienst der Koninklijke Marine.
relaties0relaties0
Artikel
125j
Certificaten scheepsmanagement-N en scheepsmanagement-W die zijn afgegeven op grond van de artikelen 68 of 69 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in hoofdstuk 3, paragraaf 2, genoemde certificaat scheepsmanagement-N respectievelijk scheepsmanagement-W.
relaties0relaties0
Artikel
125k
Bewijzen groepsbegeleiding in noodsituaties aan boord van passagiersschepen en bewijzen groepsbegeleiding in noodsituaties aan boord van ro-ro passagiersschepen die zijn afgegeven op grond van de artikelen 74 of 79 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 36, eerste lid, genoemde schriftelijk bewijs geoefend zijn in groepsbegeleiding.
relaties0relaties0
Artikel
125l
Bewijzen familiarisatietraining passagiersschip/schepen en bewijzen familiarisatie-training ro-ro passagiersschip/schepen die zijn afgegeven op grond van de artikelen 75 of 80 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en kunnen dienen als bewijs dat aan de verplichting tot het volgen van een familiarisatietraining, opgenomen in artikel 36, vijfde lid, is voldaan.
relaties0relaties0
Artikel
125m
Bewijzen hotelpersoneel passagiersschepen en bewijzen hotelpersoneel ro-ro passagiersschepen die zijn afgegeven op grond van de artikelen 76 of 81 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 36, tweede lid, genoemde schriftelijk bewijs geoefend zijn in dienstverlening aan passagiers.
relaties0relaties0
Artikel
125n
Certificaten passagiersveiligheid en certificaten passagiersveiligheid, ladingveiligheid en integriteit van de romp ro-ro passagiersschepen die zijn afgegeven op grond van de artikelen 77 of 82 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 36, vierde lid, genoemde certificaat passagiersveiligheid, ladingveiligheid en waterdichtheid van de scheepsromp.
relaties0relaties0
Artikel
125o
Certificaten crisisbeheersing en menselijk gedrag die zijn afgegeven op grond van de artikelen 78 of 83 van dit besluit, zoals die luidden voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 36, derde lid, genoemde certificaat crisisbeheersing en menselijk gedrag.
relaties0relaties0
Artikel
125p
Certificaten stoomvoortstuwing die zijn afgegeven op grond van artikel 84 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 38 genoemde certificaat stoomvoortstuwing.
relaties0relaties0
Artikel
125q
Type rating certificaten die zijn afgegeven op grond van artikel 85 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 37, eerste lid, genoemde certificaat type rating HSC.
relaties0relaties0
Artikel
125r
Certificaten grote zeilvaart en kennisbewijzen stuurman grote zeilvaart die zijn afgegeven op grond van artikel 86 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 32, eerste lid, genoemde bekwaamheidsbewijs stuurman grote zeilvaart.
relaties0relaties0
Artikel
125s
1. Certificaten basisveiligheid die zijn afgegeven op grond van
artikel 87 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in
artikel 40, eerste lid, genoemde certificaat basisveiligheid.
relaties0 2. Voor bemanningsleden met de functie van ten minste wachtstuurman, wachtwerktuigkundige of maritiem officier geldt het geldige vaarbevoegdheidsbewijs tot en met 31 december 2016 als certificaat basisveiligheid.
relaties0
relaties0
Artikel
125t
Certificaten sloepsgast die zijn afgegeven op grond van artikel 88 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in de artikelen 40, tweede lid, en 117, eerste en tweede lid, genoemde certificaat reddingmiddelen.
relaties0relaties0
Artikel
125u
Certificaten van bekwaamheid in het gebruik van snelle hulpverleningsboten die zijn afgegeven op grond van artikel 89 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in de artikelen 40, derde lid, en 117, derde lid, genoemde certificaat snelle hulpverleningsboten.
relaties0relaties0
Artikel
125v
Certificaten brandbestrijding voor gevorderden die zijn afgegeven op grond van artikel 90 van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 40, vierde lid, genoemde certificaat brandbestrijding voor gevorderden.
relaties0relaties0
Artikel
125w
1. Certificaten scheepsgezondheidszorg B die zijn afgegeven op grond van
artikel 91, eerste lid, van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in
artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan de in
artikel 42, eerste lid, genoemde certificaten medische eerste hulp aan boord en medische zorg aan boord.
relaties0 2. Certificaten scheepsgezondheidszorg O die zijn afgegeven op grond van
artikel 91, tweede lid, van dit besluit, zoals dat luidde voor het in het eerste lid bedoelde tijdstip, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan de in
artikel 42, eerste lid, genoemde certificaten medische eerste hulp aan boord en medische zorg aan boord.
relaties0
relaties0
Artikel
125x
Certificaten Wetgeving en Openbaar Gezag die zijn afgegeven op grond van artikel 92a van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel O, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan het in artikel 10, eerste lid, genoemde certificaat wetgeving en openbaar gezag.
relaties0relaties0
Artikel
125z
Verklaringen als bedoeld in artikel 123, eerste en tweede lid, van dit besluit, zoals dat luidde voor het tijdstip waarop artikel I, onderdeel AA, van het in artikel 125a, eerste lid, bedoelde besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum en worden voor de toepassing van dit besluit gelijkgesteld aan de in artikel 123, eerste lid, genoemde verklaring.
relaties0relaties0
Artikel
125aa
1. In afwijking van
artikel 20, derde lid, is het certificaat aanvulling-N voor reizen nabij de internationale kust, tot een bij regeling van Onze Minister vast te stellen tijdstip niet vereist voor de verkrijging van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein schepen van minder dan 500 GT met de beperking tot reizen nabij de internationale kust.
relaties0 2. In afwijking van
artikel 20, vierde lid, is het certificaat aanvulling-W voor reizen nabij de internationale kust, tot een bij regeling van Onze Minister vast te stellen tijdstip niet vereist voor de verkrijging van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie hoofdwerktuigkundige schepen met minder dan 3.000 kW voortstuwingsvermogen met de beperking tot reizen nabij de internationale kust.
relaties0
relaties0
Artikel
125bb
1.
Artikel 36a, eerste of derde lid, is tot 1 juli 2020 niet van toepassing indien de zeevarende:
a.in de periode van 5 jaar voorafgaand aan 1 juli 2018 ten minste 3 maanden heeft dienstgedaan als dekofficier en taken heeft uitgevoerd op operationeel- of managementniveau op een schip varend in polaire wateren, of
relaties0
b.een training heeft gevolgd en afgerond met goed gevolg die voldoet aan sectie B-V/g van de STCW-Code.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
125cc
1.
Artikel 36a, tweede lid, is tot 1 juli 2020 niet van toepassing indien de zeevarende:
a.in de periode van 5 jaar voorafgaand aan 1 juli 2018 ten minste 3 maanden heeft dienstgedaan als dekofficier en taken heeft uitgevoerd op operationeel- of managementniveau op schip varend in polaire wateren, of
relaties0
b.een training heeft gevolgd en afgerond met goed gevolg die voldoet aan sectie B-V/g van de STCW-Code.
relaties0
relaties0 2. Een zeevarende als bedoeld in het eerste lid, heeft recht op het bekwaamheidsbewijs gevorderdentraining Polar Code, bedoeld in
artikel 36a, tweede lid.
relaties0
relaties0 relaties0
§
2
Zeevisvaart
Artikel
125dd
Deze paragraaf is van toepassing voor het dienstdoen op vissersvaartuigen.
relaties0relaties0
Artikel
125ee
1. Een visser die op 1 april 2019 niet in het bezit is van het ingevolge dit besluit vereiste vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie waarin hij onmiddellijk voor dat tijdstip met het toen vereiste vaarbevoegdheidsbewijs werkzaam was, kan, onverminderd de
artikelen 23 en
24 van de wet, met laatstgenoemd vaarbevoegdheidsbewijs die functie blijven uitoefenen gedurende de daarop vermelde geldigheidsduur, doch ten hoogste gedurende vijf jaar na het hiervoor bedoelde tijdstip. Laatstgenoemd vaarbevoegdheidsbewijs wordt voor de toepassing van het bepaalde bij en krachtens dit besluit voor die termijn gelijkgesteld met het ingevolge dit besluit vereiste vaarbevoegdheidsbewijs.
relaties0
relaties0
Artikel
125kk
In afwijking van artikel 28h is een wachtlopend gezel tot vijf jaar na het in artikel 125ee bedoelde tijdstip niet verplicht te beschikken over een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie wachtlopend gezel zeevisvaart.
relaties0relaties0 relaties0