Onderwerp: Bezoek-historie

Besluit gegevens scheepvaart
Publicatiedatum:12-01-2005Geldigheid:12-01-2005 t/m 19-10-2007Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Besluit van 3 januari 2005, houdende bepalingen aangaande het ontvangen, bewaren en verstrekken van gegevens met betrekking tot de scheepvaart door organisaties en personen die niet aan het scheepvaartverkeer deelnemen, in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG L 208) (Besluit gegevens scheepvaart)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 13 december 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-2993, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG L 208), en op artikel 4, eerste lid, onderdeel e, en vierde lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

De Raad van State gehoord (advies van 23 december 2004, nr. W09.04.0604/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 24 december 2004, nr. HDJZ/SCH/2004-3139, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

richtlijn: richtlijn nr. 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG L 208).

relaties0relaties0

Artikel 2

  • 1. Indien aan een autoriteit op grond van een krachtens artikel 4 van de Scheepvaartverkeerswet vastgestelde algemene maatregel van bestuur, gegevens meegedeeld worden als bedoeld in de artikelen 4 en 13 van de richtlijn, meldt zij dit onverwijld aan de zich bij de European Maritime Safety Agency bevindende indexserver. Bij de melding worden de bij ministeriële regeling aangeduide gegevens verstrekt, op een bij die regeling aangegeven wijze.relaties0
  • 2. De in het eerste lid bedoelde autoriteit verstrekt de gegevens die door middel van een in het eerste lid bedoelde melding zijn verkregen, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze aan een bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, onderdeel k, van de richtlijn, van een andere lidstaat van de Europese Unie, indien deze daarom verzoekt.relaties0
  • 3. De in het eerste lid bedoelde autoriteit bewaart de door middel van een in het eerste lid bedoelde melding verkregen gegevens gedurende een termijn van minstens dertig dagen.relaties0
relaties0

Artikel 3

  • 1. Het Nederlands Kustwachtcentrum deelt bij hem bekende relevante informatie met betrekking tot in artikel 16, eerste lid, van de richtlijn bedoelde schepen onverwijld, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze, mede aan de betrokken kuststations, bedoeld in artikel 3, onderdeel n, van de richtlijn, van de overige lidstaten van de Europese Unie langs de door het zeeschip te volgen route.relaties0
  • 2. Het Nederlands Kustwachtcentrum verstrekt de in artikel 17 van de richtlijn bedoelde informatie, op een bij ministeriële regeling aangegeven wijze aan een bevoegde instantie als bedoeld in artikel 3, onderdeel k, van de richtlijn, van een andere lidstaat van de Europese Unie, die daar uit veiligheidsoverwegingen om verzoekt.relaties0
relaties0

Artikel 4

Het Nederlands Kustwachtcentrum maakt door middel van een radiobericht in het betrokken zeegebied openbaar:

  • a.een aan hem gemeld ongeval of incident op zee, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn, met een zeeschip;relaties0
  • b.een aan hem bekende aanwezigheid van zeeschepen die een bedreiging vormen voor de veiligheid op zee, de veiligheid van personen of het mariene milieu.relaties0
relaties0relaties0

Artikel 5

  • 1. De exploitant van een zeeschip die door de kapitein van dat schip op de hoogte is gesteld van een incident of ongeval met dat schip op zee, als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn, neemt onmiddellijk contact op met het Nederlands Kustwachtcentrum en houdt zich voorzover nodig ter beschikking van dit centrum.relaties0
  • 2. Overtreding van het eerste lid is een strafbaar feit.relaties0
relaties0

Artikel 6

De artikelen 1 tot en met 5 zijn niet van toepassing met betrekking tot gegevens verkregen van:

  • a.een oorlogsschip, een ander marineschip, of een ander schip in eigendom of in dienst van de overheid, dat voor niet-commerciële doeleinden wordt gebruikt;relaties0
  • b.een historisch schip of een replica daarvan, met inbegrip van een schip dat ontworpen is om traditionele vaardigheden en zeemanschap aan te moedigen en te bevorderen, dat als levend cultuurmonument volgens de traditionele beginselen van zeemanschap en techniek wordt bestuurd;relaties0
  • c.een vissersschip;relaties0
  • d.een pleziervaartuig met een lengte van minder dan 45 meter.relaties0
relaties0relaties0

Artikel 7

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

relaties0relaties0

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

relaties0relaties0

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gegevens scheepvaart.

relaties0relaties0

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
3 januari 2005
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat ,
K. M. H.
Peijs
de elfde januari 2005
De Minister van Justitie a.i. ,
M. C. F.
Verdonk
Naar boven