Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Gelet op artikel 16, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 95/21/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1995, betreffende havenstaatcontrole (PbEG L 157), de artikelen 12, derde lid, 12a, tweede lid, 12b, eerste lid, 12c, derde lid, 26, derde lid, en 26a, tweede lid, van de Binnenschepenwet, artikel 5, derde lid, van de Loodsenwet, de artikelen 4, tweede lid, 17, eerste lid, en 21, eerste lid, van de Meetbrievenwet 1981, artikel 14, derde lid, van de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 2, derde lid, en 10 van de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, artikel 9 van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, artikel 311a, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 56 van de Wet vervoer binnenvaart, artikel 49, tweede lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, artikel 37, derde lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, artikel 62, aanhef en onderdelen c, d, h en j, van de Zeevaartbemanningswet, artikel 3 van het Besluit aangroeiwerende verfsystemen zeeschepen, de artikelen 15 en 18 van het Binnenschepenbesluit, artikel 2 van het besluit van 28 februari 1976, ter uitvoering van artikel 29 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen (Stb. 137), de artikelen 4, tweede lid, en 5, tweede tot en met zesde lid, van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen, artikel 11, derde lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen en artikel 3.07 van het Reglement Rijnpatenten 1998;
Besluit:
Voor het bepalen van de verplaatsing zonder aftrek van het niet-waterdichte gedeelte van het laadruim van een schip voorzien van bodemkleppen onder het laadruim is, naast het op grond van artikel 1.2 van toepassing zijnde tarief, een tarief verschuldigd van € 123.
Voor het opnieuw of het extra aanbrengen van een ijkmerk, ijkplaat of ijkschaal is naast het tarief, bedoeld in artikel 1.2, een tarief verschuldigd van:
Indien de eigenaar een verzoek indient voor de meting of hermeting van twee of meer van zijn schepen, niet zijnde zusterschepen, en deze metingen gelijktijdig op één locatie kunnen worden uitgevoerd voor één rekening, is voor het eerste schip het op grond van artikel 1.2 van toepassing zijnde tarief verschuldigd en is voor de meting van volgende schepen een tarief van € 65 per manuur verschuldigd.
Indien de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een meetbrief buiten toedoen van de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, niet leiden tot afgifte van het desbetreffende document, is een tarief verschuldigd:
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Binnenschepenwet, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 65 per manuur.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Voor de afgifte van een duplicaat, uittreksel, of gewaarmerkt afschrift van een certificaat van onderzoek, een certificaat van goedkeuring, een communautair certificaat, een communautair aanvullend certificaat of een bijlage bij een certificaat of verklaring is een tarief verschuldigd van € 69.
Voor het keuren van een tekening, een stabiliteitsberekening of een lekberekening is een tarief verschuldigd van € 101.
Alvorens een onderzoek of keuring als bedoeld in deze paragraaf wordt aangevangen, kan vooruitbetaling van het naar verwachting verschuldigde tarief worden verlangd.
Voor de behandeling van een aanvraag van een ontheffing van de verplichting tot het voorzien zijn van een geldig vaarbewijs, als bedoeld in artikel 17, derde lid, van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 155.
Voor de controle op de inbouw en het functioneren van een radarinstallatie of een bochtaanwijzer, alsmede voor de afgifte van de verklaring, bedoeld in artikel 9 in bijlage 3 van het Besluit radar- en bochtaanwijzerapparatuur, is een tarief verschuldigd van:
Voor de behandeling van een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart is een vergoeding verschuldigd van € 46.
Een vergoeding is verschuldigd van:
Voor de kosten van behandeling van het aanvragen van een klein vaarbewijs als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Binnenschepenwet, is een tarief verschuldigd van € 23,60.
Voor de werkzaamheden die samenhangen met het omwisselen van radardiploma’s als bedoeld in artikel 4.02 van het Reglement radarpatenten is een tarief verschuldigd van € 51.
Voor onderzoek ten behoeve van de afgifte van een inhoudsverklaring voor gebruik bij de vaart door het Panamakanaal (PC/UMS Documentation of Total Volume) is een tarief verschuldigd van € 231.
Voor controlewerkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een Internationale Meetbrief (1969) of een bijzondere meetbrief is, indien bij het omvlaggen van een schip de buitenlandse meetgegevens worden overgenomen of indien een schip door een daartoe bevoegde buitenlandse autoriteit ingevolge artikel 8 van de Meetbrievenwet 1981 of de Regeling metingsvoorschriften is gemeten of hermeten, een tarief verschuldigd van € 592.
Indien de eigenaar een verzoek indient voor de meting of hermeting van twee of meer van zijn schepen, niet zijnde zusterschepen, en deze metingen gelijktijdig op één locatie kunnen worden uitgevoerd voor één rekening, is voor het eerste schip een tarief als bedoeld in de deze paragraaf verschuldigd en voor de volgende schepen een tarief van € 65 per manuur verschuldigd.
Indien de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van documenten als bedoeld in deze paragraaf, buiten toedoen van de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, niet leiden tot afgifte van dat document, is het volgende tarief verschuldigd:
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Meetbrievenwet 1981, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 65 per manuur.
Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van een verklaring als bedoeld in artikel 311a, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel of artikel 37, eerste lid, van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, is de aanvrager het volgende tarief verschuldigd:
Voor de werkzaamheden ten behoeve van de afgifte van de zeebrief, bedoeld in artikel 6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, of een voorlopige zeebrief als bedoeld in de artikelen 4 en 4a van de Zeebrievenwet, is een tarief verschuldigd van € 91.
Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwetof de Maatregel teboekgestelde schepen 1992, en waarvoor niet op grond van een van de overige artikelen van deze paragraaf een tarief is vastgesteld, is een tarief verschuldigd van € 65 per manuur.
Indien een scheepstype niet is opgenomen in artikel 2.17, wordt voor het onderzoek nodig voor de afgifte van een certificaat of een verklaring door de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat het tarief gebaseerd op het tarief van het scheepstype dat hiermee het meest overeenkomt.
Voor het onderzoek aan boord nodig voor een tussentijdse aanpassing van een certificaat of verklaring, is een tarief verschuldigd van € 202.
Voor de vergoeding van de kosten bedoeld in artikel 35a, vierde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen bedraagt is een tarief verschuldigd van:
Op deze paragraaf is artikel 23 van de Regeling Nederlandse tarieven ingevolge de Schepenwet van toepassing.
Voor de afgifte of vervanging van een monsterboekje of een voorlopig monsterboekje als bedoeld in artikel 35 van de Zeevaartbemanningswet is een tarief verschuldigd van € 44.
Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet, zijn de volgende tarieven verschuldigd:
Voor de behandeling van een aanvraag voor de erkenning van een opleiding als bedoeld in artikel 19, tweede lid, onder b, van de Zeevaartbemanningswet wordt een tarief in rekening gebracht van € 96 per manuur.
Voor de afgifte of verlenging van een type rating certificate als bedoeld in artikel 85 van het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart is een tarief verschuldigd van € 69.
Voor de afgifte, waarmerking of verlenging van de geldigheidsduur van een certificaat als bedoeld in artikel 15 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, is de eigenaar van het schip een vergoeding verschuldigd van € 201.
Voor een ontheffing van een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem voor terminals als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet laden en lossen zeeschepen, is een tarief verschuldigd van:
Voor de vervanging van certificaten, verklaringen of andere documenten, bedoeld in deze regeling, die door een scheepsongeval verloren zijn gegaan, is geen vergoeding verschuldigd.
Indien werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief per manuur verschuldigd van:
Artikel 9 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen en artikel 6 van de Regeling vaartijden en bemanningssterkte vervallen.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005, met uitzondering van artikel 3.2. dat inwerking treedt op het tijdstip waarop de Wet laden en lossen zeeschepen in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven scheepvaart 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Huidige versie: 20050326