Onderwerp: Bezoek-historie

Nr. 23 - SOLAS amendments survey Life Saving Appliances
Geldigheid:01-07-1998 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Not applicable anymore.

SI-21.317/98/BA (nl) Wijziging Solas; onderzoek reddingmiddelen

Aan
KVN R
VBKO
VNSI

cc.volgenslijst

Contactpersoon: H.A. de Rooy
Doorkiesnummer: 630
Datum: 7 september 1998
Bijlage(n): 2
Ons kenmerk: SI-21.317/98/BA
Uw kenmerk:

Onderwerp: wijziging Solas; onderzoek reddingrniddelen

Geachte heer,mevrouw,
Op 1 juli 1998 is er een aantal wijzigingen op SOLAS'74 van kracht geworden. Het betreft hier resoluties MSC.31(63), Annex II, MSC.47(66) en MSC.(57). Tevens zijn er enkele wijzigingen in de IBC, BCH, IGC en GC codes.

Eén van de belangrijkste wijziging is de volledige herziening van hoofdstuk III Reddingmiddelen en de gelijktijdige introductie van de Life Saving Appliance Code.
Met mijn brief SI-22.079/97/SIKN van 10 november 1997 heb ik u hierover geînformeerd. Tevens stuurde ik u een voorstel voor het periodieke onderzoek van reddingmiddelen, met verzoek om commentaar. Er was geen inhoudelijk commentaar, slechts enkele redactionele opmerkingen.
In vervolg hierop heb ik het voorstel voor het periodieke onderhoud en onderzoek van reddingmiddelen naar DGG Den Haag gestuurd met verzoek het te verwerken in een beleidsregel.

Zoals u heeft kunnen opmerken, zijn de eerdergenoemde Solas wijzigingen nog niet opgenomen in onze nationale regelgeving. De gewenste beleidsregel is derhalve nog niet verschenen.

Aangezien het hier internationale regelgeving betreft, wordt door uw bedrijfstak toch op vrijwillige basis aan de nieuwe voorschriften voldaan.
Voor reeds in de vaart zijnde schepen kan er onduidelijkheid bestaan of en op welke wijze de nieuwe voorschriften van toepassing zijn. Voor wat betreft het onderzoek van de rsddingmiddelen treft u bijgaande aan het voorstel voor de eerdergenoemde beleidsregel (bijlage 1).
Bij inspectie van de reddingmiddelen wordt dit door de experts van de Scheepvaartinspectie vanaf heden gehanteerd. Ook de klassesurveyors zullen deze richtlijn voor Nederlandse schepen hanteren. Een Engels uitgave ervan is beschikbaar.

In bijlage 2 is puntsgewijs aangegeven welke voorschriften van de Solas wijzigingen ook op bestaande schepen van toepassin 9 zijn en, indien nodig, wordt aangegeven hoe de uitvoering moet zijn.

Ik vertrouw erop u voldoende te hebben ingelicht en ik verzoek u uw leden van het bovenstaande in kennis te stellen.

Hoogachtend,
HET HOOFD VAN DE SCHEEFVAARTINSPECTIE,
namens deze,
Hoofd Afdeling Beleidsondersteuning en Advies (plv.)

H.A. de Rooy

SI-21.317/98/BA Bijlage 1

September1998

Reddingmiddelen: surveys, onderhoud en oefeningen

Volgens het herziene hoofdstuk III Solas 74, art.20 (i.w.t. 1-7-1998) wordt voor het periodiek onderhoud van tewaterlatingsmiddelen en on-load release gear het volgende voorgeschreven:

Tewaterlatingsmiddelen:
.1 dienen te worden onderhouden volgens de instructies voor onderhoud aan boord zoals vereist volgens voorschrift 36
.2 dienen te worden onderworpen aan een grondige inspectie na een pÇriode van niet meer dan 5 jaar
.3 dienen na afloop van de in 2 genoemde inspectie te worden onderworpen aan een dynamische test van de rem van de lier volgens 6.1.2.5.2 van de Code (1,1 x WB bij max. afviersnelheid).

On-load release gear.van reddingboten:
.1 dient te worden onderhouden binnen aanbevolen perioden zoals is aangegeven in voorschrift 3
.2 dient bij de surveys ter bestendiging van de geldigheidsduur van de certificaten (Ch.I/7 en 8) grondig te worden geinspecteerd en getest door deskundige personen die bekend zijn met het systeem
.3 dient te worden getest met een belasting van I.I gewicht van de volledig uitgeruste boot plus de voltallige bezetting, nadat het systeem is overhaald. Het overhalen en het testen dient elke 5 jaar te gebeuren.

SI hanteert al jaren het "special survey (5jr.)" van de reddingmiddelen. Niet alleen de davits maar ook de reddingboten krijgen dan extra aandacht. Er gebeuren de laatste jaren nog al eens ongelukken en bijna ongelukken met reddingmiddelen. Ook op buitenlandse schepen neemt dit aantal toe. Vandaar dat in het herziene hoofdstuk III een 5 jaarlijks inspectie systeem van de davits en "on load" ontkoppelingssystemen is opgenomen.
In een recente uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart wordt aanbevolen onderhoud en reparatie uitsluitend door erkende deskundigen te laten uitvoeren. SI meent dat een structureel onderhouds- en inspectiesysteem van alle reddingmiddelen (dus ook boten en "off load" ontkoppelingssystemen) beter is dan wat er thans is opgenomen in voorschrift 20. SI heeft daarom bijgaand voorstel gemaakt voor een beleidsregel voor het 5 jaarlijks inspectie systeem van de reddingmiddelen. Deze komt dan in de plaats van de testen genoemd in voorschrift 20.
Tevens geeft SI aan wat en hoe er moet worden getest bij de surveys voor het Veiligheidscertificaat.

5 jaarlijks special survey van reddingmiddelen

Redding- en hulpverleningsboten onder davits
Eerste survey 5jr
- hoten in-en uitwendig door Sl
- indien ophangsysteem is blootsesteld aan elementen (open boten): grondige inspectie
- "on load/off load" release systeem door fabrikant of door erkende deskundige laten controleren (certificaat). Na reparatie(s) loadtest I.I x WB(dynamisch) uitvoeren
- davit en winch door SI. Op aanwijzing van expert blokken, schijven, draaipennen etc. open en schoon voor inspectie.
Remhuis open. Eventuels reparatie door erkende deskundige. Na reparatie(s) loadtest I.i x WB (dynamisch) uitvoeren
- lopers, draden van bowsing en tricing gear vernieuwen.
Grondige inspectie van roestvrij stalen draden - eindschakelaars en andere beveiligingen van liet controleren resp. overhalen
- afstandsbediening controleren, overhalen en draad vernieuwen (indien aanwezig)
- motor en, indien aanwezig sprinkler installatie: grondige inspectie
- eventueel luchtsysteem: flessen persen, lucht verversen, veiligheden overhalen, systeem inspecteren en testen
- bij hydraulisch davitsysteem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden, accumulator, operationeel beproeven noodsysteem.
- na inspectie operationele test met lege boot, proefvaart van 30 min.

Tweede survey 10jr
- boten in-en uitwendig door SI
- indien ophangsyteem is blootgesteld aan elementen (open boten): uitbouwen en testen
- "on load/off load" release systeem èoor fabrikant of door erkende deskundige laten controleren (certificaat]. Na reparatie(s) loadtest l.lx WB (dynamisch) uitvoeren
- davit en winch door SI. Op aanwijzing expert blokken, schijven, draaipennen etc. open en schoon voor inspectie. Blokken en bijbehorende voorlopen trekken (certificaat]. Davittracks extra aandacht, op aanwijzing expert dikte metingen. Liet door erkende deskundige laten inspecteren. Na reparatie(s) loadtest 1.1x WB (dynamisch) uitvoeren.
- lopers (ook roestvrij stalen], draden van bowsing en tricing gear vernieuwen.
- eindschakelaars en andere beveiligingen van liet controleren resp. overhalen
- afstandsbediening controleren, overhalen en draad vernieuwen (indien aanwezig)
- motor, sprinkler, luchtsysteem: zie 5 jr
- bij hydraulisch davitsysteem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden. Accumulator inwendig inspecteren, fles persen, membraan vernieuwen. Operationeel beproeven noodsysteem.
- na inspectie operationele test met lege boot, proefvaart van 30 min.

Derde survey 15jr
- boten in-en uitwendig door SI
- indien ophangsysteem is blootgesteld aan elementen (open boten): grondige inspectie
- "on load/off load" release systeem door fabrikant of door erkende deskundige laten controleren (certificaat).
- davit en winch door SI. Op aanwijzing van expert blokken, schijven, draaipennen, remhuis etc open en schoon voor inspectie.
- lopers, draden van bowsing en tricing gear vernieuwen. Grondige inspectie van roestvrij stalen draden.
- eindschakelaars en andere beveiligingen van lier controleren resp. overhalen
- afstandsbediening controleren, overhalen en draad vernieuwen (indien aanwezig)
- motor, sprinkler, luchtsysteem: zie 5 jr
- bij hydraulisch davitsysteem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden, accumulator, operationeel beproeven noodsysteem.
- na inspectie: loadtest van boot en davitsysteem 1,1x WB(dynamisch)
- operationele test met lege boot, proefvaart van 30 min.

Vierde survey 20 jr en volgende 5 jaarlijkse surveys:
zie tweede survey
na inspectie: loadtest van boot en davitsysteem l.lx WB (dynamisch)


Vrije val reddingboten

Eerste survey
- boten in-en uitwendig door SI
- inspectie hijspunten (voor terugzetten) release systeem door fabrikant of door erkende deskundige (certificaat). Na reparatie loadtest 1.1 x WB (dynamisch) uitvoeren
- davit en winch door SI. Op aanwijzing van expert blokken, schijven, draaipennen etc.open en schoon voor inspectie.
Remhuis open. Eventuele reparatie door erkende deskundige. Na reparatie loadtest 1.1x WB (dynamisch) uitvoeren.
- lopers en hijsspruit vernieuwen. Roestvrij stalen draden: grondige inspectie
- eindschakelaars en andere beveiligingen van lier controleren resp. overhalen
- motor, indien aanwezig sprinkler installatie, grondige inspectie
- eventueel luchtsysteem: flessen persen, lucht verversen, veiligheden overhalen, systeem inspecteren en testen
- bij hydraulisch davitsysteem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden, accumulator, operationeel beproeven noodsysteem.
- na inspectie operationele test met bemanning; ook afvieren en thuisbrengen van boot met kraan; proefvaart van 30 min.

On load/off load baken: 5 jr. altijd door erkende deskundige laten doen.
Bij tussentijdse inspecties, zorgvuldig volgens handboek werken.
Na oefening goed opletten of systeem daadwerkelijk op "veilig" staat. Nooit brute kracht gebruiken.
Kabels moeten deugdelijk zijn geborgd met door de fabrikant voorgeschreven borgingbeugels.
Hydrostatisch systeem moet schoon zijn. Membraan in goede staat.
Bij gebruik van roestvrij stalen draden, bouten en moeren opletten dat juiste type is rvs (316) gebruikt.

Blokken, schijven, sluitingen , lopers:
bij vervanging altijd opletten dat juiste type wordt gebruikt en worden geleverd met certificaat. Bij roestvrij stalen lopers geldt hetzelfde.

In rapportage duidelijk aangeven welke öpen"zijn geweest voorinspectie .

Bij FF boten:
- rollers of glijplaten van glijsysteem controleren
- lopers en hijsspruit hangen vaak in uitlaatgassen. Dit veroorzaakt extra corrosie.
- luikafdichting, toestand ramen, afdichting ramen controleren

Combinatie kranen
Kranen die ook als storekraan worden gebruikt, moeten ook worden getest volgens de eisen van het Arbeidsomstandighedenbesluit ten overstaan van de daarvoor aangewezen deskundige

Testen
Verantwoording van de te houden testen ligt bij het schip en/of werf. SI kijkt toe en beoordeelt!!

Bij loadtesten: in principe geen mensen in de boot/vlot

Bij testen met mensen in de boot/vlot: zo mogelijk kraan van de wal laten inschakelen (meelopende borg).

Oefeningen met bemanning
Het operationele testen van de reddingmiddelen gebeurt in principe bij inspecties t.b.v, het VC. SI doet in principe de renewal en periodieke surveys,

Periodieke survey
- controle dagboek en onderhoudsboek reddingmiddelen. Zijn de nodige handboeken aan boord?
- visuele inspectie van boten, kranen, davits en toebehoren
- ten minste 1 boot tot inschepingsdek
- hulpverleningsboot altijd uitzwaaien en laten zakken altijd de motoren proberen
- de bemanning moet het zelf doen en wel zoals het volgens de sloepenrol staat voorgeschreven
- bij twijfel, alle boten naar buiten en te water

Tweede survey
zie eerste survey
- Roestvrij stalen lopers vervangen
- Blokken en bijbehorende voorlopentrekken.
- Accumulator inwendig inspecteren, fles persen, membraan vernieuwen.

Derde survey: zie eerste survey
- na inspecties: loadtest van boot en davitsysteem 1.1 WB(dynamisch)

Vierde en volgende 5 jaarlijkse surveys: zie tweede survey
- na inspecties: loadtest van boot en davitsysteem 1.1 WB(dynamisch)


Kranen voor strijkbare reddingvlotten

Eerste 5 jr. survey:
- loper en draad remote control vernieuwen
- op aanwijzing expert schijven en blok(ken), draaipen(nen) open en schoon voor survey
- lier open voor survey
- bij hydraulisch systeem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden, accumulator, operationeel beproeven noodsysteem.
- automatische ontkoppelingshaak (ARH): controle door erkende deskundige (certificaat)

Tweede 5 jr. survey:
- Ioper en draad remote control vernieuwen
- schijven, draaipen(nen) open en schoon voor survey; blokken en bijbehorende voorlopen overhalen en trekken
- lier open voor survey
- automatische ontkoppelingshaak (ARH): controle door erkende deskundige (certificaat)
- bij hydraulisch systeem: controle hydrauliek leidingen en slangen, veiligheden, accumulator, operationeel beproeven noodsysteem.
Accumulator inwendig inspecteren, fles persen, membraan vernieuwen.

Derde 5 ir. survey: zie 1e
- na inspectie loadtest 1.1 x WB (dynamisch)uitvoeren

Vierde en volgende 5 jr. surveys: zie 2e - na inspectie loadtest i.i x WB (dynamisch) uitvoeren

Attentie punten bij 5 Jaarlijks survey
Erkende deskundige = fabrikant of een door hem aangewezen en erkende deskundige.

Opblaasbare hulpverleningsboten: elke 2.5 jr door erkende deskundige laten inspecteren. Ook de motor moet dan worden overhaald.

Rigid-inflatables: beschouwen als opblaasbare boten
- strijkbare reddingvlot: wanneer is laatste operationele proef geweest?
Is dit ongeveer 1 jaar seleden gebeurd of is het niet bekende dan operationele test houden. Zoveel mogelijk bemannlng erbaj. Extra aandacht aan werking ARH besteden. vlot van de wal mag worden gebruikt.
- on load systeem alleen testen wanneer boot bijna te water ligt.
- bij FF boot eerst droog oefenen. Is boot aan de beurt om te vallen of is er de indruk dat bemanning niet bekend is met het vallen, dan boot lanceren. Is het schip uitgerust met een simu- drop dan kan vallen eventueel achterwege blijven. Is er een schriftelijke toestemming van HSI dat oefenen van bemanning op een andere wijze is geregeld, dan hoeft vallen met bemanning niet te gebeuren.

Renewal survey= zie bij special survey

Aanpassing bestaande schepen aan herziene hoofdstuk III Solas Eerstvolgende dokking na 1-7-1998:

- voorziening bij davits aanbrengen waarmee de boot kan worden seborgd teneinde onderhoud/reparaties aan release systeem te kunnen uitvoeren (hanging off pendant)
- op schepen die zijn uitgerust met een gesloten reddingboot, die tevens dienst doet als hulpverlenlngsboot, zwaar weer strop aanbrengen.
- bij wijzigingen, goede en volledige instructies suppleren. °

SI-21.317/98/BA Bijlage 2

Richtlijn voor toepassinq van SOLAS voorschriften welke per 1 juli 1998 van kracht worden op schepen qebouwd voor 1 juli 1998
Scheepsbouw
Regulation II-1/3-3 : veilige toegang naar de boeg.
De voorzieningen om de bemanning in staat te stellen veilig het voorschip te bereiken, zelfs onder slechte weersomstandigheden, moeten worden aangebracht tijdens de eerstvolgende dokking na I jull 1998, maar niet later dan 1 juli 2001. De uitvoering van deze voorzieningen moet voldoen aan het gestelde Res. MSC 62(67). IACS Unified interpretation LL 50 "Protection of the crew" geeft alternatieve voorzieningen voor bestaande ( en nieuwe ) schepen, waarin rekening is gehouden met het gestelde in Res. MSC 62(67).

Regulation II-2/28, par. 1.11: signalering vluchtwegen
Hierin wordt aangegeven dat op alle passagiersschepen, bestemd W voor het vervoer van meer dan 36 pass., par. 1.10 en regulation 41-2.4.7 van toepassing zijn op de _ delen van het schip waar de bemanningsverblijven zijn ondergebracht. Voldoen aan par.1.10 houdt in dat in de bemanningsverblijven ! in de voorzieningen voor ontsnapping verlichting of fotoluminicerende strippen moeten worden aangebracht op niet meer dan .30 m boven dek. Volgens Regulation 41-1, par. 1.2 moet voor loktober 1997 voldaan worden aan par. 4 van Regulation 41-2 A1 hoewel geen expliciete aanwijzing is gegeven voor schepen gebouwd voor 1 juli 1998, moet gezien het gestelde in Regulation 41-1, par. 1.2, op bestaande schepen wel aan par. i.ii van Reg. II-2/28 worden voldaan.

Regulation II-2/59: ventilatie, uitdrijven van gassen en gasvrij maken
Hierin wordt aangegeven dat aan par. 1.2.3 en 1.3.3 moet worden voldaan op de datum van de eerstvolgende dokking na 1 juli 1998, maar niet later dan 1 juli 2001.
Par. 1.2.3 schrijft een tweede middel voor om een volledige afvoer van damp, lucht of een mengsel van inert gas mogelijk te maken in het geval van een defect aan de inrichtingen genoemd in par. 1.2.2.
Par. 1.3.3 schrijft voor dat, indien het laden, lossen of ballasten wordt overwogen van een ladingtank of een groep van ladingtanks welke is afgesloten van een gemeenschappelijk ontluchtingssysteem, de betreffende ladingtank of groep van tanks moet zijn voorzien van een middel ter bescherming tegen over- of onderdruk als bedoeld in par. 1.2.3.

Werktuiqbouw
Reg. II-2/15: Inrichtingen voor brandstofolie, smeerolie en andere ontbrandbare oliën.
Er worden vier nieuwe leden toegevoegd aan paragraaf 2:
15.2.9
Alle uitwendig aangebrachte hogedruk brandstofpersleidingen tussen de hogedrukbrandstofpompen en brandstofkleppen moeten zijn beschermd door een als mantel rondom deze persleiding uitgevoerde pijp die de brandstof, vrijgekomen als gevolg van een defect aan de hogedrukpersleiding, moet kunnen opvangen. Een mantelpijp omvat een buitenpijp die een permanente constructie vormt met de daarin aangebrachte hogedrukbrandstofleiding, De mantelpijp is voorzien van een mogelijkheid tot het verzamelen van lekkage en van een alarmering die signaleert in het geval van een defect aan de hogedrukpersleiding.

15.2.10
alle oppervlakken met temperaturen van meer dan 220 graden C. die als gevolg van een defect in het brandstofsysteem in aanraking met brandstof kunnen komen, moeten afdoende zijn geïsoleerd

15.2.11
1 brandstofleidingen moeten zijn afgeschermd of op andere wijze deugdelijk zijn beschermd teneinde zoveel als mogelijk te voorkomen dat olie door sproeien of door lekkage op hete oppervlakken of in luehtinlaten van machines terecht kan komen dan wel in aanraking komt met andere ontstekingsbronnen. Het aantal koppelingen in deze leidingsystemen moet zo gering mogelijk zijn.

15.2.12
Schepen gebouwd voor 1 juli 1998 voldoen uiterlijk op i Juli 2003 aan de onderdelen 2.9 tot en met 2.11. Op motoren met een vermogen van 375 KW of minder, die uitgerust zijn met brandstofinjectiepompen die meer dan een brandstofklep activeren, mag een geschikte omkasting worden toegepast als alternatief voor de mantelpijp als bedoeld in onderdeel 2.9

15.2.13
De onderdelen 2.9 tot met 2.12 zijn van toepassing op alle schepen.

De interpretatie van SI is dat voorgaande voorschriften gelden voor alle aan boord geplaatste dieselmotoren.

Nieuwe schepen
Reg. II-I/26 Algemene eisen
Er worden drie nieuwe leden toegevoegd.
In het nieuwe lid 14 wordt vereist dat elk nieuw schip is voorzien van twee brandstofoliedagtanks voor elk type brandstof dat aan boord wordt verstookt ten behoeve van de voortstuwing en de hiervoor noodzakelijke systemen of.is voorzien van hieraan gelijkwaardige inrichtingen.

Door SI wordt als " gelijkwaardige inrichting" o.a. toegestaan de inrichtingen zoals die worden vermeld in de IACS "Unified Interpretation" SC 123 (rev. 1 April 1998)

SI-21.317/98/BA (uk) Solas amendments; survey of life saving appliances

Translation ot letter SI-21.317/98/BA dated 7 September1998,
Regard{ng SOLAS amendments; survey Life Saving Appliances.

On 1 July 1999, a number of changes on SOLAS '74 came into force, ff concems resolution MSC.31 (63),
Annex Il, MSC,47(66) and MSC.(57). Moreover there were sornechanges in IBC, BCH, IGC and GC codes.

One of the toost important changesis the cornplete revision of chapter III Life Saving Appliances and the sirnultaneous introduction of the LireSaving Appliance Code.

in my letter SI-22.0791971SIKN dated I0 November 1997 you have been informed about this. Moreover I then sent you a proposal for the periodical survey of LifeSaving Appliances, with the request for cornments. There was no cornrnent as regardscontents, just onfy some editorial remarks.

Subsequently, I have sent the proposal for the periodical rnaintenance and survey of Life Saving Appliances to DGG in The Hague with the request to incorporate same in apolicy rule.

As you could have noticed, the afore-mentioned SOLASchanges have not yet heen implemented in our national rules. The required policy rule is, therefore, not yet published,

As it concerns international rules, the new regulations are adherred to voluntarily by your branch of industry.

Forships already in operation interpretations rnay be needed whether and how the new regulations are applicable.

Regarding the survey of Life Saving Aplliances, attached you will find the proposal for the policy rule mentioned before (Appendix 1). During inspections of Lire Saving Appliances this will be followed by surveyors of Netherlands Shipping Inspectorate as from now. Also C[asssurveyors will use these new guidelines tor Dutch vessels .An English version is available.

In appendix 2, it is indicated point by point which regulations of SOLAS are applicable on existing ships and, if so required, it is indicated how the design and constructions must be.

I trust to have informed you sufficiently and request you to inform your mernbers about the above.

Yours truly,
Head Shipping Inspectorate,
on behalf,
Head Policy Support and Advice Departrnent,

P.D. Langebaerd

SI-21.317/98/BA Appendix 1

SI-21.317/98/BA Appendix 2

Naar boven