Onderwerp: Bezoek-historie

BadS 287/1992 Operationele en algemene eisen bochtaanwijzers
Geldigheid:01-07-1992 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op artikel 97, tiende lid, en artikel 174, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;
Maakt bekend:

Artikel I
Bekendmaking aan de scheepvaart no. 287/1992 komt te luiden:

Artikel 1
Bochtaanwijzers aan boord van schepen, geïnstalleerd na 1 september 1984, moeten van een goedgekeurd type zijn.

Artikel 2
Teneinde voor een typegoedkeuring in aanmerking te kunnen komen, voldoet een bochtaanwijzer aan het bepaalde in de als bijlagen bij deze bekendmaking gevoegde IMO Resoluties A.526(13) en A.694(17).

Artikel 3
De aanvraag voor een typegoedkeuring van een bochtaanwijzer moet worden ingediend bij het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, vergezeld van de nodige tekeningen, schema's en beproevingsrapporten, alsmede van installatie- en bedieningsvoorschriften.

Artikel 4
Met de in deze bekendmaking geëiste typegoedkeuringen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige typegoedkeuringen, geëist door een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

Artikel II
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen bij deze bekendmaking, die in Nederland ter inzage liggen bij het
Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag en bij de Scheepvaartinspectie, 's-Gravenweg 665 te Rotterdam.
Van de terinzagelegging van de bijlagen in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba.

Het Hoofd van Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.

Toelichting
Deze Bekendmaking aan de scheepvaart strekt tot het opnieuw vaststellen van Bekendmaking aan de scheepvaart no. 287/1992 (Stcrt. 1992, 130). Het ontwerp van die bekendmaking werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109)*. Om alsnog aan de verplichting tot notificatie te voldoen is deze bekendmaking in ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken II 1996/1997, 25 389).
De tekst van de bekendmaking is identiek aan de tekst van de oorspronkelijke bekendmaking, behoudens het volgende.
In artikel 4 een bepaling betreffende wederzijdse erkenning van typegoedkeuringen opgenomen.
De ontwerp-bekendmaking is op 18 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienr. 97/0621/NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. De ontwerpbekendmaking is op 7 oktober 1997 gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie (notificatienr. G/TBT/Notif.97.621), ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de ontwerp-bekendmaking is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 197.
Deze notificaties zijn noodzakelijk aangezien de bekendmaking technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn nr. 83/189/EEG, zoals gewijzigd, en als bedoeld in voornoemde overeenkomst.
Als technisch voorschrift kan worden aangewezen artikel 2.
Dit voorschrift, dat zonder onderscheid van toepassing is op Nederlandse en ingevoerde bochtaanwijzers is uit hoofde van een doeltreffende bescherming van de openbare veiligheid en de gezondheid en het leven van personen noodzakelijk. Ook is zij evenredig aan de met deze voorschriften beoogde doelen. Voor zover deze bekendmaking kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag bevat, zijn deze derhalve gerechtvaardigd ter bescherming van de bovengenoemde belangen.
In het kader van de notificatie ingevolge de richtlijn is in artikel 4 de bovengenoemde bepaling betreffende wederzijdse erkenning opgenomen met het oog op de geharmoniseerde toepassing van technische voorschriften.
De WTO-notificatieprocedure heeft niet geleid tot wijziging van de ontwerp-bekendmaking.

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.


* Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100).
Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1997, C 78.
Naar boven