Onderwerp: Bezoek-historie

BadS 208/1987 Reservevullingen voor draagbare en niet-draagbare brandblustoestellen
Geldigheid:03-02-1987 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op:
het bepaalde in artikel 6, lid 2, van bijlage IV en de artikelen 22, tweede lid, en 42, tweede lid, van bijlage V van het Schepenbesluit 1965 (Stb. 367)*;
* Laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 december 1985 (Stb. 736)

Maakt bekend:

1. onder een reservevulling wordt verstaan al het materiaal, nodig om een brandblustoestel na gebruik weer in de oorspronkelijke, bedrijfsklare toestand te brengen; voor brandblustoestellen die niet aan boord kunnen worden hervuld, wordt onder een reservevulling een compleet, bedrijfsklaar toestel verstaan;
2. voor brandblustoestellen van een bepaald fabrikaat en type mogen uitsluitend voor dit fabrikaat en type vervaardigde reservevullingen worden gebruikt;
3. voor elk draagbaar brandblustoestel moet ten minste een reservevulling aan boord zijn, met dien verstande dat voor meerdere draagbare brandblustoestellen van eenzelfde fabrikaat en type en van gelijke capaciteit (identieke toestellen) het volgende geldt:
3.1 voor de eerste drie identieke toestellen moeten ten minste 100 percent reservevullingen aan boord zijn;
3.2 voor de volgende, ten hoogste zes identieke toestellen, moeten ten minste 50 percent reservevullingen aan boord zijn, waarbij aantallen die volgens deze regeling tot een gebroken getal zouden leiden, naar beneden mogen worden afgerond tot het naaste gehele getal;
4. voor een of meer niet-draagbare identieke brandblustoestellen die aan boord kunnen worden hervuld, moet ten minste een reservevulling aan boord zijn;
5. niet-draagbare brandblustoestellen die aan boord niet kunnen worden hervuld, moeten, na gebruik, in de eerstvolgende haven waar zulks kan geschieden, worden hervuld of vervangen door een bedrijfsklaar, identiek of gelijkwaardig brandblustoestel.

Trekt in:
de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 37/1965 van 3 september 1965.

Rijswijk, 3 februari 1987
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
S. Keuning
Naar boven